Doornroosje en de Prins

72 3 0
                                    

"Hèhè, daar zijn Doornroosje en de prins!", grapte RubenM zodra hij Ruben en Tijl aan zag komen lopen. "Wie van jullie twee was de langslaper? Nee, laat me raden..."

"Nicolai!", riep Horace terwijl hij met een croissantje zwaaide. "Ik denk Nicolai!"

"Dan zeg ik Tijl", grinnikte Patrick van achter zijn kop koffie.

"Ik zeg ook Nicolai", grijnsde RubenM.

"Na-aper", mokte Horace gespeeld richting RubenM.

"Sorry jongens, maar Ruben was met geen kanon wakker te krijgen", zei Tijl met zijn meest humeurige stem. Hij vroeg zich af of hij vroeger Ruben dan een por gegeven zou hebben. Waarschijnlijk wel. Maar daar was het nu te laat voor.

RubenN haalde semi-onschuldig zijn schouders op en knikte richting Tijl. "Ik kan er niks aan doen dat die daar me de halve nacht wakker houdt met zijn gesnurk." Hij keek vluchtig naar Tijl, die een grijns moest onderdrukken. Het was waar dat hij Ruben de halve nacht wakker had gehouden, maar wel om een betere reden.

Om verdere ondervragingen te voorkomen liepen ze vlug het lopend buffet in om hun ontbijt te verzamelen. Ze wisselden een vluchtige blik. Het ging goed tot nu toe, toch? Een kort knikje was genoeg. Elkaar plagen, Tijls ochtendhumeur... het zou goed moeten zijn zo.

Het ontbijt verliep verder zonder problemen. Tijls deels gespeelde ochtendhumeur verdween als sneeuw voor de zon na een paar koppen koffie, RubenM en Horace vermaakten elkaar en de tafels met gasten naast hen door bij ieder gezelschap stemmetjes te verzinnen en in die stemmen conversaties na te bootsen. RubenN schoof zijn ontbijt zo snel mogelijk naar binnen om vervolgens net zo hard mee te doen met RubenM en Horace, terwijl Patrick alleen maar lachend over tafel hing.

Tijl moest ook wel lachen om zijn vrienden, maar voelde niet de behoefte om mee te doen. Hij was gewoon content met kijken naar zijn vrienden, maar vooral naar zijn Ruben. Hij was prachtig. Het afscheid van wat had kunnen zijn was pijnlijk, maar dit soort momenten verzachtte dat weer. Het was eigenlijk net als hiervoor. Stiekem genieten van de ander.

Toen iedereen uitgegeten was, nam Tijl de taak van tourmanager op zich en zei "Oké jongens, over 20 minuten beneden, mét ingepakte koffer, dan checken we uit en kunnen we door."

Er werd instemmend geknikt en gemompeld en ze stonden op om terug te gaan naar de kamers.

Terug in hun kamer draaide Ruben zich naar Tijl en grijnsde. "20 minuten? Wij zijn al lang ingepakt. Ik had vijf minuten verwacht."

"Betrapt", lachte Tijl met een ondeugende blik in zijn ogen. Hij liep op Ruben af. "Ik wilde gewoon nog even wat meer tijd met jou. Want hierna..." Hij sprak de gedachte niet uit.

Ruben knikte en keek in Tijls ogen. "Ik sla die vijftien minuten extra met jou niet af", zei hij zacht. Hij hief zijn hand op om door Tijls haren te strijken en zijn hoofd te omvatten. Tijl deed hetzelfde. De liefde voor elkaar stroomde uit hun ogen en hun lippen vonden elkaar als vanzelfsprekend. De kus die ze deelden was zo liefdevol dat ze het beiden voelden diep in hun hart. Wat ze samen hadden was bijzonder, uniek en diep. Maar het zou nooit verder kunnen groeien. Dit is waar het moest stoppen.

"Ik hou van je, Tijl", zei Ruben zacht zodra hun lippen elkaar verlieten. Hij liet zijn hoofd tegen dat van Tijl rusten. "En dat zal niet veranderen."

"Ik hou ook van jou, Ruby", antwoordde Tijl.

Ze stonden zo even, hoofden tegen elkaar, genietend van hun laatste momenten dat ze op deze manier samen konden zijn.

"Ik ben bang, Ruby", fluisterde Tijl. "Bang om dit te laten gaan. Bang om onze vrienden straks onder ogen te komen alsof er niets gebeurd is. Bang om Nicolette onder ogen te komen na alles wat er gebeurd is..."

"Sjjjjj", suste Ruben. "Niet aan denken. Ik ben ook bang, Tijl. Maar je zult zien, al heel snel voelt deze dag als een droom, alsof het nooit bestaan heeft. Dan vervallen we vanzelf weer in onze oude routines, zoeken we de grenzen op..." Ruben stopte en schudde zijn hoofd. "We moeten het proberen Tijl."

Tijl knikte gelaten. Plotseling werd hij tegen de muur aan gegooid met een doffe bonk. Tijd om na te denken was er niet, want een seconde later was Ruben overal over Tijl. Zijn handen gingen over Tijls borst, zij en rug en met zijn lippen kuste hij Tijl alsof zijn leven ervan afhing. Het kostte Tijl maar een fractie van een seconde om te reageren. Het resultaat was een harde, wanhopige, intense zoenpartij waar de gemiddelde film nog een puntje aan kon zuigen. Mond op mond vochten ze voor plekken om elkaar aan te raken, overal waar hun handen maar konden komen.

Toen ze zich eindelijk van elkaar los scheurden, zwaar hijgend, haren in de war, kleding scheef, ogen nog steeds hongerig, had Ruben wel het fatsoen om schuldig te kijken. Hij beantwoordde Tijls onuitgesproken vraag direct. "Sorry. Ik wilde gewoon nog één keer..."

Tijl knikte en gebaarde dat Ruben stil mocht zijn. "Ik snap het Ruben. Ik ook." Hij keek nog eens goed naar zijn vriend en schoot in de lach. "Je zag er fatsoenlijker uit toen je net uit bed kwam Kom. We moeten ons fatsoeneren en dan is het tijd om naar de anderen te gaan."

Ruben knikte en liet Tijl met tegenzin los. Ze stapten uit elkaar en gingen over tot het praktische werk. Ruben moest nog wat laatste spullen inpakken terwijl Tijl zichzelf recht trok in de spiegel, waarna hij onder de bedden keek of ze niet iets zouden vergeten. Veel te snel naar hun zin stonden ze bij de voordeur, koffers in de hand, naar elkaar te kijken.

"Ik hou van je." De manier waarop Tijl het zei was een statement. "En wat er daarbuiten ook gebeurt, Ruben, ik zweer het. Ik hou van je."

Een brede, lieve glimlach verscheen op Rubens gezicht. Hij gaf een knikje richting de deur. "Ga nou maar", zei hij met een licht verstikte stem. "Anders blijven we maar rekken. We moeten toch door de zure appel heen."

Tijl knikte verdrietig. De vrienden keken elkaar in de ogen, licht verdwalend in de kleurenpracht die ze bij de ander zagen. Ze konden het niet helpen. Het was alsof ze allebei een magneet hadden ingeslikt, zo werden ze naar elkaar toe getrokken. Teder kusten ze elkaar weer. En nog eens. En nog eens.

"We moeten nu stoppen", fluisterde Tijl schor. "Anders stoppen we nooit meer."

Ruben liet Tijl gehoorzaam los. Ze keken elkaar aan. Het was tijd.

Tijls hand ging naar de deurklink. Hij draaide zich naar Ruben. Die knikte. Tijl opende de deur en stapte erdoor. Hij rechtte zijn rug. Het voelde alsof er een soort deken over hem heen daalde. Nieuwe modus. Ruben en hij samen, het delen van die liefde die ze hadden, dat was afgesloten. Ze waren vrienden, en niet meer dan dat.

Ruben zag Tijl voor zijn ogen veranderen. Van de man die hij kende, vol liefde, naar de hardere variant van Tijl. Zijn hart deed pijn. Dit was zijn schuld. De deur viel in het slot en Ruben kneep zijn ogen dicht. Wat ze hier achter lieten, van hun samen, was iets moois. Hij moest zichzelf echt voor houden dat wat ze vanaf nu zouden gaan opbouwen nog veel mooier zou zijn.

Ergens had Ruben spijt van zijn actie gisteravond. Was het niet veel beter geweest om zijn stomme klep te houden? Dat had hen gisteravond en vandaag veel verwarring en pijn bespaard. Aan de andere kant, dan hadden ze veel liefde gemist en was de oplopende spanning tussen hen wel op een andere manier geknald.

Nee, het was goed zo, besloot Ruben terwijl hij achter Tijl aan naar de lift liep. Geen spijt. Geen 'wat als'. Dit was wat het was. Hij was dankbaar voor de intense uren die ze samen hadden doorgebracht. Nu brak er een nieuw hoofdstuk aan in hun gezamenlijke verhaal. Ruben en Tijl. Beste vrienden. 

Gewoon vriendenWhere stories live. Discover now