Deze nacht is van ons

68 4 2
                                    

"Zijn we samen? Hoe noemen we dit?", vroeg Tijl.

Ruben keek opeens een stuk minder vrolijk en plagerig en ging rechter op zitten.

Tijl ging verder. "En morgen zien we onze vrienden weer, gaan we shows spelen. Daar moeten we afspraken over maken, Ruben. Anders gaan er dingen fout. Straks staan we zoenend op een podium en zien mensen dat wij..." Hij maakte zijn zin niet af, maar keek opzij. "Zie je hoe belangrijk dit is?"

Ruben knikte langzaam. Zijn uitgelatenheid was verdwenen en hij keek serieus, bijna verdrietig. "Dit gesprek komt eigenlijk veel te vroeg", zei hij somber. "Ik had zo graag een paar maanden genoten van deze fase. Verliefd, samen, ons geheim..."

Tijl knikte. "Ik ook. Maar ons werk zorgt ervoor dat dat niet kan." Hij zei het met een bepaalde spijt in zijn stem.

Ze keken allebei even zwijgend voor zich uit. De werkelijkheid van deze totaal gestoorde situatie drong nu pas echt tot hen beiden door. Ze waren verliefd op elkaar. In een gezelschap van mannen waar ze spellen mee moesten spelen die nogal makkelijk vrij fysiek en intiem konden worden. Wat zou het gevolg zijn als ze het de andere jongens zouden vertellen? En wat als het verder zou gaan dan dat. Wat als de pers erachter zou komen? Dan konden ze allebei hun relatie wel opdoeken. En sowieso, ze hadden allebei al een vrouw...

"Tijl..." "Ja?" "Hoe kan dit. Ik bedoel, we zijn allebei hetero. Ik heb zelfs nog nooit naar een man gekeken op... Op die manier!" "Ik ook niet." "Maar toch... als ik bij jou ben gieren de vlinders door mijn buik en wil ik alleen maar dicht bij je zijn."

Tijl glimlachte zwakjes. "Ik weet het niet Ruben. Ik heb ook eerder sterke vriendschappen gehad, maar nog nooit eerder heb ik gefantaseerd over hoe het zou zijn om te zoenen met een man... behalve met jou."

Het was weer stil.

"Vertellen we het aan Ruub, Horace en Patrick?", vroeg Tijl na een tijdje. Daarmee verwoordde hij de twijfels en gedachten van hen beiden.

Ruben schudde zijn hoofd. "We weten zelf nog niet eens wat we hiermee moeten Tijl. Als we hun gaan vertellen 'hee jongens, weet je die lang lopende grap dat ik homo ben? Dat klopt. En Tijl ook. We zijn nu samen', dan worden we a) ongelofelijk uitgelachen en b) wat moeten zij dan met die info? Geheim houden?"

"Je hebt gelijk", knikte Tijl. "Beter van niet. Maar ik haat het om een geheim van deze grootte te hebben voor onze vrienden."

"Ik ook", verzuchte Ruben. "Maar we zullen dit sowieso voorlopig geheim moeten houden. Ook voor Laurien en Nicolette."

Tijl sloot nu zijn ogen. Hij ademde diep in en langzaam weer uit. "Nicolette...", verzuchtte hij. "Daar had ik nog helemaal niet aan gedacht! En Laurien." Hij keek opzij. "Wat halen we ons hiermee op de hals, Ruben?" Tijl begon steeds meer ontmoedigd te klinken. De gedachten waar hij niet uit kwam stapelden zich op in zijn hoofd. Het was niet meer te overzien en hij voelde tranen op komen. Half paniekerig keek hij Ruben aan. "Ik wil bij jou zijn Ruby. Met jou zijn. De hele tijd. Ik wil je kussen en aanraken en..." Zijn stem stokte en de eerste tranen rolden zijn ogen uit. Ruben wist niet hoe snel hij Tijl tegen zich aan moest trekken en maakte sussende geluidjes. Maar Tijl ging door. "Maar ik wil Nicolette niet kwijt. En de kids. En jou ook niet. En een geheim komt altijd uit, hoe lang je hem ook weet te verzwijgen. En wij staan als Lama's onder een vergrootglas in de media..." De zinnen tuimelden ongecontroleerd over elkaar heen Tijls mond uit. Elk obstakel, elk verlangen, zonder rem. Totdat hij een hand op zijn wang voelde en twee warme lippen op de zijne landden en de woordenstroom gesmoord werd in de stevige kus die Ruben hem gaf.

Het hielp. De gedachten verlieten Tijls hoofd bijna direct. Zijn hand ging automatisch naar Rubens gezicht en hij kuste hem terug. Hij liet zich door Ruben achterover op het bed duwen en opende bereidwillig zijn mond toen hij Rubens tong langs zijn lippen voelde gaan, vragend om toestemming. Rubens tong die in zijn mond onderzoekend rondging was een sensatie waar Tijl niet op gerekend had en er ontsnapte een kreun uit zijn keel. Binnen no time deed hij net zo enthousiast mee. De tranen van angst en onmacht veranderden in tranen van geluk en van de nieuwe sensaties die Ruben in hem teweeg bracht. En toen ze eindelijk uit elkaar weken, waren de vragen niet opgelost, maar waren ze ten minste niet meer zo heftig als eerst.

"Dit...", zei Ruben, met enige moeite omdat hij nog bezig was met op adem komen. "Wij. Ons. Dit is liefde, Tijl."

Tijl knikte en keek verliefd in Rubens ogen, die boven hem zweefden. "Dit is verliefdheid, Ruben. En ookal willen we het niet, als je verliefdheid negeert, gaat het vanzelf over. Als je het voedt, verandert het in liefde."

"Ouwe filosoof", grinnikte Ruben.

"Maar Nicolette en Bente", zei Tijl zacht. "Dat is ook liefde."

Ruben liet zich nu naast Tijl neer vallen, licht gekwetst, maar ook met een knoop in zijn maag omdat hij wist dat wat Tijl zei waar was. "Ik hou zielsveel van Laurien en de baby die eraan komt...", zei hij tegen het plafond. "Dat is inderdaad ook liefde." Hij keek opzij, naar Tijl, die ook naar het plafond staarde. "Bedoel je nu dat we moeten kiezen? Tussen ons of onze vriendinnen en kinderen?" Hij wist het antwoord al terwijl hij de vraag stelde.

Tijl knikte langzaam. "Ik zie niet hoe het anders moet, Ruben."

Ruben voelde nu een brok in zijn keel op komen, maar knikte. En bij kiezen tussen elkaar of hun vrouwen en kinderen, was er geen discussie mogelijk. Het besef daalde op hem neer als een zware wolk. "Terug naar hoe het was voor dat moment in de kleedkamer vandaag?" Het klonk een beetje verstikt. Een onverklaarbare pijn kwam in Rubens borst omhoog zetten en hij voelde tranen achter zijn ogen branden.

Tijl knikte weer, lusteloos, verdrietig.

Ze moesten deze keuze even allebei verwerken.

Ruben tastte opzij, op zoek naar Tijls hand. Zodra hij deze gevonden had, pakte hij hem vast. Hun vingers vlochten zich ineen. Het voelde aan als een anticlimax. Na de euforie van een paar uur geleden lagen ze nu als twee leeggelopen ballonnen op bed. Verliefd op elkaar. Zonder er iets mee te kunnen.

"Tijl?", fluisterde Ruben uiteindelijk.

"Hmm?", antwoordde Tijl.

"Als we morgen vandaag moeten vergeten... Dan is de nacht nog van ons."

Tijl keek met een ruk opzij. "Hoe bedoel je?"

"We kunnen nog even van elkaar genieten. Van dit moment. Van de liefde. Dan kunnen we het hier afsluiten en achter ons laten. Dan zorg jij dat we nooit meer hier terugkomen. Dan blijft het hier en kunnen we ons vanaf morgen weer gedragen als hiervoor." Zijn stem klonk hoopvol, zijn ogen boorden zich smekend in die van Tijl.

Tijl rolde zich op zijn zij. Al zijn liefde voor Ruben leek verzameld in zijn ogen toen hij hem aan keek. "Deze nacht is van ons", zei hij schor. "Deal. En morgen is alles weer terug naar hiervoor. Wij weten niets, onze vrienden weten niets, onze vrouwen weten niets. We zijn weer gewoon Tijl en Ruben, beste vrienden."

Ruben knikte. Zijn ogen gingen naar Tijls lippen en weer terug. Dat was het laatste wat Tijl nodig had. Hij sloot zijn ogen. Met een zucht van geluk vonden hun lippen elkaar weer. Deze nacht was van hen. Gestolen, gewist uit de geschiedenis van de mensheid. Alleen niet uit hun gezamenlijke geschiedenis. En zeker niet uit hun hart.  


A/N: Wat een anticlimax! Het zijn gewoon te veel complicaties om een relatie te beginnen. Dus doen ze het maar niet. Maar vrees niet, hun verhaal houdt hier niet op natuurlijk...

Gewoon vriendenWhere stories live. Discover now