32

179 14 11
                                    

Vanuit Noa

Ik zit wat spelletjes te spelen op mijn telefoon, maar ondertussen gaat mijn gedachte naar gister. We gingen Ilse ophalen, maar ze deed een beetje raar. Ze was anders, stiller dan normaal. Ik vraag me af wat er was, of ze was gewoon moe natuurlijk. Dan gaat de bel. Ik kijk mijn vader vragend aan, terwijl hij een grote glimlach op zijn gezicht krijgt. Ik denk dat ik al weet wie er voor de deur staat. Ik zucht even en verdiep me weer in mijn telefoon. Na een paar minuten komen mijn vader en Susan de woonkamer binnen. 'Hoi Noa!' zegt Susan enthousiaste. 'Hoi,' zeg ik. Ik zucht, ik heb hier helemaal geen zin in. 'Kun je die telefoon niet even weg doen? Is wel net zo gezellig,' zegt Susan. Ik kijk haar geïrriteerd aan en leg mijn mobiel weg. 'Zo goed?' vraag ik chagrijnig. Ze kijkt me een beetje raar aan en begint dat weer te praten tegen mijn vader.

'Zullen we met z'n drieën gaan lunchen in de stad?' vraagt Susan. Ik kijk mijn vader aan en hij knikt. 'Oké, gezellig,' zegt hij. Ik sta op en loop met ze mee de gang in.
Ik weet niet wat het is, maar ik mag Susan echt niet. Ze doet echt alsof ze mijn leven mag bepalen. Ik weet ook niet hoe het komt dat ik zo tegen haar in ga, want normaal ben ik heel verlegen. Maar ik hoop dat het niet erger gaat worden dan dit. Dat ze me niet gaat dwingen om haar "mama" te noemen. Dat ze me niet gaat dwingen om dingen te doen die ik nooit doe. Of dat ze me verbied om naar Ilse en Bart te gaan. Ik hoop het in ieder geval allemaal niet, maar we gaan het merken. En ik ga niks doen wat niet fijn voelt.

Vanuit Ilse

Ik zit tegenover Bart aan tafel. We zeggen niks, totdat Bart ineens begint te praten: 'Ilse, misschien moet je een afspraak gaan maken met een psycholoog of de huisarts.' Ik kijk hem bang aan en vraag: 'Waarom?' 'Die kunnen je beter helpen dan ik,' zegt hij. 'Maar jij troost me ook heel goed,' zeg ik. Bart glimlacht maar zegt: 'Dat is lief, maar toch denk ik dat als je erover praat met mensen je het beter kunt verwerken.' 'Maar dan praat ik met jou,' zeg ik. 'Ilsje, echt geloof me nou. Het is beter voor je,' zegt hij. 'Ik wil dat niet,' zeg ik en ik begin te snikken. Bart schuift zijn stoel naar achter en klopt op zijn schoot. Ik sta op en loop naar hem toe. Hij trekt me op schoot en ik ga tegen hem aan hangen. 'En ik weet dat je het niet wilt, maar we moeten het ook bij de politie aangeven,' zegt hij. 'Nee,' zeg ik angstig. 'Echt schat, alles word beter en makkelijker als je dat doet.' Ik knik maar en zeg niks.
'Wil je dan wel mee?' vraag ik bang. 'Tuurlijk lieverd! Ik laat je dit echt niet alleen doen!' zegt Bart. Dit stelt me wel gerust. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en ik voel hoe hij me kusjes geeft op mijn haar, waardoor ik glimlach.

Die middag bel ik met Noa;

I: Heb je die Susan nog gezien?
N: Jup, ze is er nu.
I: Moet je er niet bij zitten dan?
N: Nee, ik was er klaar mee. We waren al in de stad om te lunchen vanmiddag.
I: Oh, was het wel een beetje leuk?
N: Mwah, ik mag haar niet zo.
I: Nee, is ze niet zo leuk?
N: Nee, ze doet echt alsof ze mijn moeder is.
I: Dat is niet zo leuk nee. Nou, ik moet weer gaan. Tot snel lieverd!
N: Tot snel! Doei doei!

Vanuit Noa

Die avond lig ik in bed. Ik denk terug aan de keer dat ik met Ilse belde en ik vertelde dat ik een stiefmoeder zou krijgen. "En als ze een heks is kom je maar gewoon bij ons wonen." Deze zin spookt al de hele avond door mijn hoofd. Zou ze dit echt gemeend hebben? Waarom denk ik hier überhaupt over na? Maar Ilse zei wel dat ze me als haar dochter ziet, dus zou ze dit dan ook menen? Noa, dit heeft geen zin! Je hebt gewoon een huis en een vader! Hier niet aan denken! Ik draai me nog een keer om en probeer weer aan iets anders te denken. Maar het lukt niet. Ben ik dan echt zo ongelukkig hier? Wil ik echt weg? Ik weet het niet, maar het feit dat ik hier over na denk zegt genoeg denk ik...

Hier eindelijk weer een deeltje :))

Love Goes On💞Where stories live. Discover now