-|| 61 || Traan

987 72 31
                                    

Traag wandelde ik door de gang, Maggy had gezegd dat ik hem hier kon vinden. De hal was leeg, ik had nog geen ziel op deze verdieping gezien. Ik trok nerveus aan de mouwen van de rode trui die Finn me had gegeven, het was reservekleding voor wanneer weerwolven willen terug veranderen, maar man wat is deze groot. Ik zocht traag mijn weg tussen de gangen en kwam bij dikke stalen deuren waar enkele Franse woorden op stonden die ik niet verstond. Hierbij stond ook een nummer, waarvan Maggy me had verteld dat ik die route moest volgen. Zacht duwde ik één van de deuren open en zag Max vrijwel meteen zitten, op een van de tientalle stoelen die gerangschikt op de gang stonden. Zijn gezicht was verborgen in zijn handen en hij keek niet eens op toen ik binnenkwam. Ik wist dat hij voelde dat ik hier was, want ik had hetzelfde.

"Max?" Vroeg ik zacht terwijl ik traag langs hem kwam zitten. Hij schudde zijn hoofd traag, bijna onzichtbaar. Ik legde mijn hoofd tegen zijn haar en liet mijn hand over zijn rug reizen, terwijl ik voelde hoe zijn lichaam bijna onvoelbare schokjes maakte. "Sorry, Jane," zei hij zacht en ik schudde mijn hoofd. "Max, nee," zei ik," niet zeggen". Hij tilde zijn gezicht op, zijn ogen waren bloeddoorlopen en zijn gezicht was wit weggetrokken. "Hij is dood," zei hij traag onder zijn adem," hij is echt dood". Ik trok hem dichter bij me, niet wetende wat te doen. Ik voelde hoe mijn ogen nat werden, niet enkel door het overlijden, maar door het zien van mijn gebroken alfa. Ik voelde hoe alles bij hem los kwam, hij brak ineen. Alles wat hij probeerde te verstoppen kwam er nu in een keer uit. Hij leek werkelijk in fysieke pijn te zijn, zo zwak zag hij eruit.

Het moest wel een half uur geweest zijn, misschien zelfs meer. Ik zat op de grond, mijn rug leunende tegen de poten van de stoelen. Max zat langs me, volledig in gedachten verzonken. We hadden gewoon een tijd niet gepraat, ik wilde hem ruimte geven. Maar langs de andere kant wilde ik hem in deze staat nooit meer loslaten. "Ik heb iedereen weggejaagd," zei hij plots, zijn stem drijvende op zijn verdriet," iedereen van deze verdieping". Ik keek even naar hem, maar hij bleef voorruit staren. Zachtjes zocht ik zijn hand op de grond, en wanneer ik deze vond, nam hij me direct stevig vast. "Ik wou dat ik hem had gepakt," zei hij zacht," gewoon voor hem en jou". Ik liet mijn hoofd steunen op zijn schouder," je hebt al zoveel gedaan vandaag, Max, je weet dat je niet meer kon doen". Hij reageerde niet direct, maar liet wel nu ook zijn hoofd op mijn haar leunen. Hij zuchtte diep alsof hij wist dat hij de waarheid sprak. "Ik weet dat je hem wel vind," zei ik zacht en hij draaide zijn hoofd naar me terwijl ik het mijne optilde," ik geloof echt in je".

Zijn ogen waren elektrisch blauw, maar ze hadden nog nooit zoveel onleesbare woorden vastgehouden. Ik zag dat hij probeerde terug op zijn normale adem te komen, zichzelf te herstellen in zijn optimistische staat.

"Ik wou dat ik je dat kon bewijzen," zei ik en hij wachtte geen seconde. Hij duwde zijn lippen op de mijne, nog nooit had het zo intens gevoeld. Alle pijn die ik had gehad in de laatste uren, smolten weg als sneeuw voor de zon. Het voelde alsof ik juist terug was aangekomen in Parijs, in het station. Terug klaar voor een avontuur, nog niet wetende waar ik door moest gaan. Traag trok hij terug, maar liet zijn voorhoofd steunen tegen het mijne. "Ik wil je niet nog eens achterlaten," zei hij en ik beet op de binnenkant van mijn lip. "Ik weet niet of je het dit keer kan stoppen," antwoorde ik terwijl ik naar de vloer staarde. Hij trok verder weg en nam mijn beide handen vast. "Geef me nog 1 kans, 1 kans om je de beste nacht in Parijs te geven," zei hij hoopvol, en ik glimlachte naar hem,

"Maximus, van mij krijg je
alle kansen van de wereld".

En dat heeft hij gedaan. We verlieten het ziekenhuis vrijwel meteen daarna, volledig in stilte. Ik wist dat Anne wel zou zorgen dat mijn afwezigheid geen vraagtekens zou optrekken bij mijn medestudenten en met de macht van Max zouden zelfs mijn hospitaalbezoekje voor longproblemen binnen mijn medisch dossier te zien zijn. We stapten in zijn wagen, waarna we geen woord tegen elkaar spraken. Enkel onze ademhaling vormden een melodie, samen met de geluiden van de weg en omliggers. De radio hield zich koest en de zon leek al te zakken aan de hemel. De hele rit lang zaten we in deze stilte, maar het was allesbehalve oncomfortabel. Elke keer als mijn hoofd terug afwaalde naar het archief van de afgelopen 24 uur, herinnerde ik me Max' hand die al heel de tijd op mijn knie steunde. Zijn plan was blijkbaar al heel de tijd om naar Champs de Mars te gaan, het park dat uitrekt tot aan de Eiffeltoren. Wanneer we op een afstand parkeerden en hij de sleutels uit het slot haalde keek hij me aan. "Kunnen we even alles vergeten?" Vraagt hij terwijl hij met de sleutels in zijn handen speelt. Ik glimlach zachtjes, en leg mijn hand op de zijne. "Wat vergeten?" Vroeg ik dan en voor de eerste keer in enkele uren, lachtte hij terug.

Hij nam me naar een brasserie rond het park, waarna ik genoot van het ware Franse gerecht dat hij me had aangeraden. Het voelde alsof ik al een eeuw niets degelijks in mijn maag had gehad, waardoor dit enkel meer smaakte. Al zaten we aan een tweepersoons tafel, ik zat zoals altijd onder Max zijn arm op de zetel die de tweede stoel moest voorstellen. Ik lag zowat tegen hem aan terwijl ik wachtte tot mijn kop koffie wat was afgekoeld, een positie waarin ik bijna heel de tijd in gezeten had. We hadden nog gepraat, maar veel was het niet. Ik had het ook niet nodig, zijn aanraking was luid genoeg. Het was het enige wat ik wilde, want het dreef de gedachtes weg die ik probeerde achter slot en grendel te steken. Ik had hem belooft om alles even te vergeten, maar de gedachtes kropen steeds terug op uit de riolen van mijn hoofd. Ik voelde soms angst, opgeborreld samen met deze herinneringen van de laatste 24 uur. Maar ik hield me kalm, zo rustig mogelijk. Al was ik bijna zeker dat Max het wel doorhad,

want hij ging waarschijnlijk door hetzelfde.

Wolven van Parijs ✓Where stories live. Discover now