XXI

131 5 0
                                    

Een zachte kreun verlaat mijn lippen terwijl ik me vermoeid op m’n zij draai. Ik knipper met mijn ogen en laat de slaap uit mijn lichaam wegtrekken. Een vreemd licht schijnt op me neer en de matras is harder dan ik gewend ben. Meteen veer ik op uit het bed waardoor de lakens van mijn bovenlichaam vallen en de zachte warmte van de stof wegebt. Een branderige pijn golft in mijn schouder en tot mijn grote verassing ben ik verbonden. Het geluid van een hydraulische deur doet me omkijken en de bruinharige jongen van de vorige avond komt naar binnen gelopen met een nauwelijks met etenswaren gevuld plateau. Meteen grijp ik naar mijn lichtzwaard, maar met afschuw moet ik opmerken dat mijn lichtzwaard niet aan mijn heup hangt. Tot mijn grote ergernis zie ik hem op het tafeltje achter de jongen liggen.

‘Aha, onze voortvluchtige is wakker,’ grijnst hij waardoor zijn witte tanden tevoorschijn komen,‘goed geslapen? Maak je geen zorgen, ik doe je niks.’

‘Wat doe ik hier?’ vraag ik de jongen waarvan ik me herinner dat hij Lukas heet. Hij ploft neer op een stoel tegenover me terwijl hij mijn vraag negeert. ‘Je hebt een lelijke brandwonde op je schouder, maar geen stress, ik heb hem al verzorgd. Binnen een paar dagen is hij al zo goed als genezen. Alleen vrees ik wel dat je er een litteken aan gaat overhouden. Brandwonden die door een lichtzwaard gegeven zijn, genezen niet altijd zo mooi.’ Met mijn ogen tot spleetjes getrokken, kijk ik hem aan. ‘Waarom verzorg je me?’ De jongen aarzelt geen seconde voordat hij antwoordt: ‘Omdat dat het juiste is.’

Hij glimlacht en gooit me mijn plasmawapen toe wanneer hij merkt dat ik opzoek ben naar haar. ‘Ik had hem gewoon hier gelegd zodat je wat beter zou liggen.’ Ik knik moeizaam en hij reikt me het plateau aan. Aarzelend neem ik hem aan en bekijk het rare voedsel dat erop ligt. Bij de First Order kreeg ik ander eten, iets wat er duurder uitzag en exclusiever, maar ik ben meer dan tevreden met het voedsel dat ik nu krijg voorgeschoteld.

‘Het spijt me dat het niet veel is, maar,’ Lukas wrijft ongemakkelijk met zijn hand over zijn nek,‘het is hier hard knokken om iets van voeding te verkrijgen.’

Ik glimlach kort naar hem alvorens ik een hap van het droge eten neem. ‘Het is genoeg, dankjewel.’ Hij knikt en leunt naar achteren waarna hij zijn laarzen op de rand van het bed legt. ‘Dus, een voortvluchtige van de First Order hè. Goed gedaan,’ begint hij waarna zijn bruine ogen fonkelen in het zwakke licht dat door het afgeplakte raam schijnt. Zijn gezicht is een tikkeltje gehavend, maar wel onopvallend knap. Er loopt een klein litteken door zijn rechterwenkbrauw en hij heeft kuiltjes in zijn wangen wanneer hij lacht. Zijn gezicht is scherp en zijn jukbeenderen en kaaklijn steken fel af door de grens van ondervoeding. ‘Ik denk niet dat dat zo goed is. Ze hebben je met mij gezien, wat jou nu ook een doelwit maakt,’ corrigeer ik hem.

Hij lacht en staat op. ‘Daar had ik al op gerekend.’ Ik kijk hem verontschuldigend aan. ‘Het spijt me dat je door mij in de problemen zit. Ik... Ik wilde niet--’

‘Hé, kom op nou. Ik werd toch al gezocht als crimineel, dus zo erg is het niet dat de First Order ook nog eens achter me aan komt,’ schokschoudert hij. Ik sta op en volg hem mee naar buiten nadat ik het plateau netjes op de tafel heb teruggezet. We verlaten de donkere kamer en komen uit in een krappe woonkamer. ‘Wie is Ayanna eigenlijk?’ Geschrokken kijk ik hem aan waarna hij opnieuw zijn schouders ophaalt. ‘Je huilde jezelf gisteren in slaap terwijl je de hele tijd “Ayanna” mompelde.’

Ik schud m’n hoofd en een triest gevoel vlamt in me op. ‘Ayanna is... Was mijn eerste vriendin die ik hier maakte. Ze is--’ Ik krimp in elkaar en de jongen vult me aan. ‘Gestorven? Het spijt me dat te horen. Zo te horen was ze een dappere vriendin.’

Ik glimlach treurig. ‘Ze heeft haar leven voor me gegeven.’ Hij glimlacht troostend en wijst uiteindelijk naar een smalle deur. ‘Daar is de badkamer. Als je je wilt omkleden, ik heb nog een versleten trui en broek gevonden die je kan aantrekken.’ Ik knik hem dankbaar toe en begeef me naar de vochtige, aangedampte badkamer. Zo te zien heeft Lukas zich hier nog recent gewassen.

Ik grijp een opgeplooide handdoek van een schap en draai de waterkraan open alvorens ik uit mijn donkere kledij van de First Order stap. De warme douchestralen zijn een luxe en ik verwelkom de zalige hitte graag. Net nadat ik mezelf met een stuk zeep heb afgewassen, verandert de temperatuur naar ijskoud waardoor ik gillend de douche uitdraai en rillend een handdoek om mijn lichaam heen draai. ‘Oh ja, ik heb maar vijf minuten warm water!’ klinkt er gedempt vanuit de woonkamer. Ik grom en droog mezelf zo snel mogelijk af.

Ik trek de oude kleren van Lukas aan en probeer ze zo om te vormen dat ze perfect rond mijn lichaam passen. Ik trek mijn eigen broek terug aan aangezien die van Lukas veel te groot is en ik nogal onhandig ben dus liever geen risico loop om over mijn eigen voeten te struikelen. Ik weiger mezelf te bekijken in de spiegel, maar zet wel een oude, versleten kam in mijn natte haren.

Ik rommel alles op en slenter fris gewassen de centraal gelegen kamer terug in. Lukas zit voorovergebogen op zijn bankstel en speelt een spelletje op een dambord waar allerlei rare, holografische wezens op krijsen. Wanneer hij me ziet aankomen drukt hij het spel uit, recht zijn schouders en haalt tenslotte een hand door zijn haren. Ik glimlach en schud mijn hoofd waarna ik mijn kleren op het bed in de slaapkamer neerleg.

Wanneer ik terug naar binnen loop, kijk ik hem vragend aan. ‘Waar slaap jij eigenlijk?’ Verrast door mijn vraag staat hij op. ‘Nou... Hier,’ legt hij uit terwijl hij naar de bank achter zich wijst. ‘Jeetje, Lukas. Vanavond slaap ik wel op de bank. Ik wil echt niet tot last zijn.’ Lukas beweegt zich geluidloos en snel naar me toe en staat plots erg dichtbij waardoor ik hem geschrokken aankijk. ‘J-je bent echt niet tot last hoor,’ mompelt hij onhandig. Ik kan mijn lach nauwelijks inhouden en klop hem op zijn schouder. ‘Dat is fijn om te horen,’ glimlach ik naar hem en loop hem voorbij. Bij de uitgang blijf ik staan en draai me om waardoor ik nog net een flits kan opvangen van Lukas die dromerig zijn hand over zijn schouder laat gaan op de plaats waar ik hem aanraakte.

Jongens, verzucht ik in mezelf en schraap mijn keel. ‘Goed, gaan we naar buiten want ik kan echt niet een hele dag binnen zitten.’ Lukas veert op en komt geschrokken naar me toelopen. ‘Ja, natuurlijk. Ik zal je heel Coruscant laten zien als je dat wilt!’ Voordat hij de deur opent, gooit hij me een bruine, stoffige mantel toe en verbergt hij zichzelf ook onder één. ‘Hier,’ zegt hij terwijl hij galant de mantel over mijn schouders legt en de kap over mijn hoofd trekt,‘we zullen ons moeten verbergen voor de stormtroopers, politiedroïden en premiejagers. Ik durf te wedden dat de First Order een hoge prijs op onze hoofden heeft gezet.’

Hij opent de deur en een gure wind waait meteen naar binnen. Om zo veel mogelijk koude buiten te houden, spring ik zijn appartement uit en wacht hem op terwijl hij zijn deur vergrendeld. We staan op een drukke winkelstraat vol eigenaardige wezens die ik allemaal heb bekeken met madame Chen. Ik lees alle advertenties die met neonlicht zijn verlicht en ontdek overal donkere steegjes volgestouwd met kratten en gure types die lacherige hun flessen alcohol consumeren.

‘Kom, dan neem ik je mee naar de bekendste markt van heel Coruscant,’ roept Lukas enthousiast terwijl hij zijn arm in zijn zij zet zodat ik de mijne erdoor kan steken. Zo wandelen we de straten door van de donkere districten van Coruscant, beiden voortvluchtig voor eenzelfde vijand.

©Britt_02

De Kracht van het Duister© (SWEVII)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu