XI

157 8 0
                                    

Mokkend laat ik me op de harde matras vallen. De zachtheid die ik had verwacht valt erg hard tegen en geërgerd herinner ik mezelf eraan dat deze matras ook onbeslapen is. Alles is hier ongebruikt.

Het lijkt wel alsof ze al lang alles voor me hadden ingericht omdat ze wisten dat ik kwam. Wat me deels toch wel de kriebels geeft.

Ik laat mijn gedachten gedwee door mijn hoofd stromen en beland uiteindelijk op een enerverend idee waar mijn huid van begint te tintelen. Mijn herinneringen gaan terug naar de winterse nacht van vijf maanden geleden. Ik duw mijn handen weg en een vurige kracht stroomt door mijn aderen heen. De kogel wordt door onmenselijk toedoen teruggekaatst en plant zich in het voorhoofd van mijn aanvaller.

Langzaam analyseer ik alles en laat ik de radartjes in mijn brein hun werk doen. De kracht die ik voelde, kan ik die ook beheersen? Is dat wat Kylo doet? Kan hij zo alles op afstand laten bewegen? Kon hij me zo aanvallen zonder me ook maar met één poot aan te raken? Als hij dat kan, kan ik dat dan ook? Hoe sterk kan ik er in worden? Hoe gebruik ik ze?

Vragen spoken rond in mijn hoofd en driftig steek ik mijn hand uit, niet op de antwoorden wachtend, maar zoekend. Er een ligt een netjes opgeplooid deken op het voeteneinde van het bed. Ik strek mijn hand uit en zoek. Ik zoek naar het vuur dat ik toen ook voelde. Naar de kracht die uit mijn vingertoppen voort vloeide. Hoe ze alles omringt en hoe ik haar kan besturen, naar mijn hand zetten. Hoe ik voor een paar seconden die machtige overweldiging voelde.

Mijn vingertoppen tintelen en mijn hand beeft terwijl ik opzoek ben naar de warme kracht die me de nodige heerschappij biedt.

Ik sluit mijn ogen en speur alles af. Alle vormen en uithoeken. Alle kleine hobbels en onafgewerkte randen. Mijn gezicht plooit zich op tot een gefronsde, nadenkende uitdrukking.

Hitte golft op uit mijn borst en drijft door mijn aderen heen naar mijn handpalmen. Geschrokken hap ik naar adem, maar blijf me focussen op de kracht die ik nu zelf uitstraal. De zware kracht pulseert door mijn handpalm, langs mijn spieren en pezen, boven en onder mijn botten en door mijn aderen heen. Ik sluit mijn hand en omarm de allesomvattende energie.

Ik zuig een hap lucht naar binnen en richt met een uitgestoken hand strak op het laken. Met een immense kracht wordt de energie op het laken afgevuurd. Het deken wordt naar achteren gekatapulteerd en belandt in een hoopje tegen de muur. Geschrokken trek ik mijn hand terug waardoor de energiestoot oplost en mijn lijf nasiddert. Met een aarzelende blik staar ik naar het hoopje verkreukelde deken.

De aarzel wordt teruggedreven terwijl mijn borst opzwelt van trots en ik terug binnenin me op zoek ga naar het gloeiende gevoel. De hitte golft weer door mijn aderen en stroomt naar mijn hand. Mikkend op het deken probeer ik op afstand het laken op te tillen. Het hoopje stof komt in beweging en stijgt op. Gefascineerd kijk ik naar het zwevende laken.

Ik trek mijn hand naar me toe, maar houd de energie geconcentreerd op de deken. Ze zweeft naar me toe en ik leg mijn hand neer waardoor het deken ook neer komt te liggen. Glunderend van trots laat ik de kracht los en siddert het machtige, warme gevoel in me na terwijl ik het hoopje laken verfrommeld op het einde van mijn bed bekijk.

Langzaam maakt de intieme gloed plaats voor vermoeidheid en uitputting. Het is al een lange dag geweest en de slaap raakt me met een klap waardoor er een luide geeuw ontsnapt en ik nauwelijks mijn ogen kan open houden. Ik besluit me neer te vleien op het bed en het deken over me heen te trekken. Ik sluit mijn ogen en laat de gedachtes en ideeën van vandaag door mijn hoofd denderen. De één volgt de andere op met een aanzienlijke snelheid en mijn hersenen komen niet tot rust. Mijn lichaam is vermoeid maar mijn ziel is nog verschrikkelijk actief.

Ik draai me op mijn zij en open mijn ogen terug, kijkend naar de rode belichting die vanuit de metalen, hoge plinten schijnt. Het is een leuke sfeerbelichting, moest het meer vrolijke tinten hebben en niet deze donkere, sluwe kleur. Mijn hersenen stampen zich meteen weer vol met gedachten over de kleur rood en ik laat ze begaan.

Eén beeld blijft hangen en sleurt me mee in de dieptes van mijn ziel en emoties. Het vuurrode, flakkerende lichtzwaard van Kylo. Kylo Ren, mijn meester. Mijn broeder.

Een heftige rilling schokt door mijn ledematen en ik trek het deken tot aan mijn kin omhoog. Ik schud mijn hoofd en woede borrelt in me op. Hij zal nooit mijn meester zijn en al zeker niet mijn broer. Hij is geen familie van me. Hij kán mijn broer niet zijn. Ik... Had ik een broer?

Mijn herinneringen nemen me mee terug naar het moment aan de eettafel waar mijn pleeggezin me vertelde dat ik een adoptiekind was. Ik was nauwelijks tien jaar en kon niet om met de informatie die ik net te weten was gekomen. Ik was opgesprongen en weggelopen van de tafel, naar mijn kamer. Met een luide klap had ik mijn deur dichtgeslagen en me dagenlang opgesloten in mijn eigen, kleine zolderkamertje. Mijn adoptieouders hadden me laten doen en me laten nadenken. Uiteindelijk had ik het aanvaard en was ik nieuwsgierig geworden naar mijn biologische ouders. Ik vroeg naar mijn echte moeder en vader, maar kreeg alleen een vaag antwoord. ‘Ze zijn gestorven.’ en daar moest ik het mee doen. De omstandigheden heb ik nooit geweten.

Ik maak een pijnlijke slikbeweging, maar de dikke brok in mijn keel wilt niet verdwijnen. Vragen rijzen op. Antwoorden worden niet gevonden.

Wat nou als ik wel een biologische broer heb? Wat als Kylo en Snoke niet liegen? Wat als Kylo wél mijn biologische broer is?

Een onbehagelijk gevoel kruipt langs mijn ruggengraat naar boven en mijn hele lijf rilt. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en duik weg onder het laken. Wil me verstoppen voor de hele wereld en iedereen die er leeft.

Tranen branden in mijn ogen, maar ik probeer ze tegen te houden en knipper hard en snel. Ik verlies het gevecht en een eenzame traan glijdt over mijn wang. Ik snak naar adem, maar wil me niet volledig overgeven aan mijn verdriet en onzekerheid.

Eenzame tranen rollen over mijn wangen en mijn gedachten worden een langspeelfilm van een zwart gat dat me meesleurt naar mijn onderbewustzijn. Traag dwaal ik af in een onrustige slaap vol levendige dromen.

©Britt_02

De Kracht van het Duister© (SWEVII)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu