Hoofdstuk 20

3.2K 152 11
                                    

Toen ik mijn blog had opgeslagen stond ik in de deuropening van mijn kamer. Ik liet een diepe zucht en aaide met mijn handpalm over de deurpost. Ik ging mijn kamer missen. Mijn kamer waar ik zoveel in had gehuild, maar ook gelachen met Esmeralda toen ze nog mijn vriendin was. Aan de ene kant ging ik het leven missen, maar aan de andere kant had ik er echt genoeg van. Ik wist het zeker; ik moest het gaan beëindigen, hoeveel twijfels ik ook nog erover had. Ik moest niet meer denken maar doen.

Ik zat weer op hetzelfde stoepje als waar ik eerst als een speenvarken zat te janken.

Ik dacht na over alles wat ik al had meegemaakt deze periode. Het begin van de herfst.. mijn vader gooide een dure vaas op mijn moeders hoofd en ik had besloten 112 te bellen. Ik wilde toen al opbiechten dat ik werd mishandeld en mijn moeder ook. Maar al had ik dat gedaan 'viel ons gezin uit elkaar.' Wat uiteindelijk nu toch al aan het gebeuren was.  Daarna had ik een blog openbaar gezet wat ik niet zou moeten doen, Esmeralda als vriendin verloren en daarna sneed ik me voor het eerst. En het voelde toen echt super goed! Gewoon geweldig. Die pijn door je aderen, die adrenaline die door je lichaam gaat als je het bloed naar boven voelt/ziet komen. Een paar dagen daarna was ik van de fiets gevallen en had ik Dave ontmoet. Die lieve, attente jongen met zijn warrige bruine haar en zijn lichtblauwe ogen. Zijn lieve stem.. Ik miste hem nu al. En toen die periode daarna, dat ik verliefd op hem werd, onze eerste zoen, onze eerste nacht samen.. Dat die toen al vervelend begon te doen over seks. Die picknick in het bos. Wat was dat geweldig. En dat die altijd over mijn ketting begon, en altijd schoonheid tegen me zei of dat hij me geweldig vond. ''Hee schoonheid.'' ging er door mijn hoofd. Die stem, die zwoele stem! Ik schudde mijn hoofd. Ik mocht er niet meer aan denken, ik moest het gaan vergeten..

Ik zat nog een paar uur in de kou, ik moest eigenlijk naar huis want het begon al donker te worden. Mijn ouders hadden toch avonddienst dus wat kon het kwaad? Ik liep naar huis en tot mijn verbazing stond mijn vader in de deuropening. Hij verwachtte me blijkbaar al. ''Oprotten, klote kind, ik hoef je hier nooit meer te zien! En zo denkt je moeder er ook over. Verdwijn uit ons leven. VERDWIJN!'' Ik stond op de stoep en het drong niet echt tot me door wat hij tegen me zei. ''HOORDE JE ME NIET, VERDWIJN!'' zijn boze stem echode door de straat. Na de echo was het doodstil. Ik stond te trillen op mijn benen. ''Moet ik je helpen om te verdwijnen?'' vervolgde hij. Een traan liep over mijn wang. Prima, als je het zo wilt, dan verdwijn ik toch lekker!

ZelfmoordWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu