hoofdstuk 28

3.2K 136 79
                                    

Mensen zeggen dat van iemand houden het beste gevoel op aarde is, dat als je iemand ziet van wie je houdt, al je zorgen verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Waarom ga ik dan aan mijn liefde van hem onderdoor? Waarom kan ik geen oog meer dicht doen in de nacht? Waarom breekt mijn hart een stukje af, keer op keer als ik hem zie met een ander; als hij bijvoorbeeld te dicht bij Patty staat.

Ik weet dat hij niks voor Patty voelt, dat heeft hij me meerdere malen beloofd en me op het hart gedrukt. Maar mensen veranderen, toch? Wie zegt dat hij niet verandert? Dat hij me niet ineens vies vind en niks meer met me te maken wil hebben?

Ik hou van hem en wil hem daarom absoluut niet kwijt. Hij is de eerste persoon die ik echt op die manier lief heb, mijn gevoelens voor Cho Chang toen der tijd vallen in het niets vergeleken met die ik voor hem voel.

Zou hij ook zo over mij denken? Zal hij ook naar mij kijken op die manier? Of is dit voor hem een test, een experiment? Ben ik niet meer waard dan een paar lachen die door de gang zullen galmen, puur omdat ik het weer geflikt heb?

Ik weet nog dat Dirk me dat altijd vertelde; dag in dag uit schold hij me uit, vertelde huj me dat ik niets waard was, dat ik geen liefde verdiende omdat niemand van me hield en zelfd dat ik dood beter af was geweest. Niemand had me nodig, niemand wilde me. Daarom had ik geen vrienden, geen mensen om me heen rond de pauzes of in de weekenden zoals mijn leeftijdsgenootjes.

Ook tante Petunia en oom Herman waren er goed in om me dat soort kwetsbare dingen wijs te maken. Ze vertelde me keer op keer dat ik iets niet mocht, of iets niet kreeg terwijl Dirk, hun prinsje, alles mocht en alles kreeg. Hij was daarom ook het stevige verwende jongetje en ik niet; omdat hij alles kreeg, en ik niets. Af en toe de afgeschraapte kippenbotjes of een flinke lepel spinazie met zuurkool.

Ook mijn verjaardag werd nooit gevierd, niet zoals die van Dirk tenminste. Hij mocht altijd vriendjes uitnodigen; samen werden ze altijd meegenomen naar de mooiste pretparken, nieuwste films of de mooiste, exotische dierentuinen.

En ik?

Ik mocht al blij zijn dat als ik een extra ijsje kreeg, een goedkope natuurlijk of in sommige gevallen frietjes, maar meer niet, geen extravagante taarten, geen dure cadeautjes of nieuwe kleren. Nee, voor mij alleen afgetrapte kleren van Dirk, die vaak vele maten te groot waren. Als ik geluk had kreet ik het kapotte speelgoed van Dirk, zoiets als zijn onthoofde soldaatjes.

Dat Draco me nu liefde gaf en zelfs een date had gepland was nieuw voor me. Ja, ik had de afgelopen jaren liefde gekregen uit verschillende hoeken, maar niemand had mijn hart kunnen lijmen. Niemand behalve hij.

Zijn woorden waren de hechtdraad voor mijn hart, terwijl de woorden van mijn vrienden meer als lijm werkte. Krachtig en hulpvol, maar slechts voor een tijdje. Na een tijdje kon hun lijm het niet houden en kwamen alle haat woorden weer naar binnen gestroomd.

Het enige nadelige aan een relatie met de Zwadderaar was dat we het stil moesten houden. Veel mensen begrijpen de liefde tussen twee jongens, of twee meisjes niet. Zij vinden dat een man en een vrouw samen horen te zijn, samen zouden moeten trouwen en samen kinderen zouden moeten krijgen, want de God waarin zij geloven heeft ons volgens hen op aarde gezet zodat we kunnen voortplanten en de wereld over kunnen nemen.

Aangezien dat wereld over nemen al aardig is gelukt, al zeg ik zelf, vind ik dat onzin. We kunnen kinderen adopteren, of een draagmoeder zoeken, maar wat maakt dat nou uit? Ik loop gigantisch op de zaken vooruit, maar geen enkele toekomst is geheel duister. Niemand heeft het recht om te zeggen dat ze geen andere keuze had, want dan lieg je. Er is altijd een keuze.

Een keuze tussen goed en kwaad of tussen liefde en haat. De keuzes die we maken, maken ons tot wie we zijn. Als ik er nooit voor had gekozen om tegen de soorteerhoed te fluisteren dat ik in Griffoendor geplaatst wilde worden, waar was ik dan terecht gekomen. Zwadderich?

Als ik daar terecht was gekomen, zouden ik en Draco dan wel samen mogen zijn? Zouden ze het dan goed vinden?

Zan de andere kant, dan zou ik mijn vrienden niet ontmoet hebben op deze manier. Dan zou ik nooit Sirius hebben ontmoet en nooit zo sterk zijn geweest als dat ik nu ben. Dan zou ik een leeg omhulsel zijn van dat jongetje die ik vroeger was. Bang, zwak en gekwetst. Niemand in het huis zou me op proberen te vrolijken, terwijl in Griffoendor iedereen zijn uiterste best doet om me te zien lachen.

Zo zie je maar dat keuzes gevolgen hebben, maar we kunnen ze lang niet allemaal voorzien. De meeste gevolgen zullen pas later komen, maar ze komen, dat kan ik iedereen verzekeren. Dan is het nogmaals aan jou wat je er mee doet, vecht je je erdoorheen of geef je onmiddellijk op en ga je met de pakken neerzitten?

Hoe zou mijn leven er hebben uitgezien als ik dat had gedaan? Als ik nooit naar Zweinstein zou zijn gekomen omdat ik niet met Hagrid mee zou zijn gegaan? Omdat ik bang voor hem was en omdat mijn tante en mijn oom het me verboden. Waar was ik dan geweest? Nog steeds in dat kamertje onder de trap? Alleen, miezerig en verdrietig, maar bovenal beschadigd en gebroken door de dagelijkse beledigingen.

Misschien is dat wel waarom ik er zo bang voor ben dat Draco weggaat, dat dit alles een grap is voor hem; omdat ik vroeger altijd ben verteld dat iedereen me gaat verlaten, dat ik niets waard ben. Hoe vaak mijn vrienden me ook hebben verteld dat het onzin is, ik blijf bang. Ik blijf waakzaam.

Met de Malfidus jongen waag ik een sprong in het donker, aangezien ik hem amper ken. Ja, ik ken de jongen die me uitschold op de gangen of op het zwerkbal veld, maar niet de echte hij. Is er wel een echte hij? Of is hij een kopie van wat zijn vader ooit had willen zijn, maar wat hij nooit had kunnen zijn?

Wat ga ik doen als hij mijn hart breekt? Als zelfs de hechtdraad niet sterk genoeg is om mijn hart bijeen te houden. Stap ik dan over naar de andere kant? Om daar mijn dood te gemoed te gaan of ga ik aan de drank, zoals vele dreuzels doen omdat ze de pijn niet meer aankunnen? Maar wie weet blijf ik juist wel sterk, en vecht ik me er - samen met mijn vrienden- doorheen.

Ik weet het niet, maar wat ik wel weet is dat de liefde sterker is dan ik zou willen toegeven. Je kunt je niet verzetten of tenminste niet lang. Ik doe het al niet meer, maar is dat wel verstandig?

Is de liefde die onze harten uitspreken genoeg om ons samen te houden?

Wat nou als ik wordt vermoord door mijn aartsvijand? Gaat hij dan gewoon door of huilt hij dagen achter elkaar om mijn dood, of drinkt hij net zo lang tot hij in een andere wereld is? Zou hij het redden? Zou mijn dood hem te veel worden? Of zou het hem juist koud blijven?

Het enige wat ik kan hopen is dat hij me herinnert, dat hij onze moment samen afspeelt zoals een dreuzel een video afspeelt en dat hij het redt; dat hij opnieuw zijn hart openstelt voor een ander, jongen of meisje, dat maakt niet uit. Liefde is liefde.

Niets duurt voor eeuwig, maar ik wil het voor zo lang mogelijk uitrekken. Ik wil zo lang mogelijk gelukkig blijven.  

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWhere stories live. Discover now