hoofdstuk 23

3.3K 166 50
                                    

Hermelien ontweek Ron op de manier waarop mensen ongedierte ontweken.

De Wemel jongen was zich echter van geen kwaad bewust en begon zo nu en dan vrolijk tegen het Griffel meisjr te praten, maar aangezien het vaak over Belinda ging verdween Hermelien dan snel. Ik kon het de roodharige jongen niet kwalijk nemen, hij praatte tegen alles en iedereen over Belinda.

Dan had je mij nog; de persoon die er tussen in stond.

Overdag hoorde ik de klaagzang van Hermelien over Ron aan, en 's avonds die van Ron over Hermelien.

Het enige lichtpuntje was Draco Malfidus. Ik hoefde voor hem geen kant te kiezen.

Uiteindelijk moesten we uiteraard beslissen of we onze relatie, als ik het zo zou mogen noemen, openbaar wilden maken, maar tot die tijd genoot ik van de kleine, stiekeme kusjes die hij me vaak gaf. Bij toverdranken bijvoorbeeld, maar ook in de toiletten of tussen onze zwerkbal trainingen door als niemand keek.

We zaten bij de Geschiedenis van de Toverkunst, toen ik een nare druk op mijn blaas voelde ontstaan.

'Ron,' siste ik zachtjes, niet willende dat Professor Kist mijn gefluister zou horen. Mijn roodharige vriend reageerde echter niet, maar ging rustig verder met het krabbelen van lelijke tekeningetjes in zijn boek. Het waren allemaal hartjes met daarin een B en een R getekend. Ik meende zelfs ergens de woorden "Ronald Broom" en "Belinda Wemel" te zien en kon enkel hopen dat ik dit verkeerd had gezien.

'Ron,' siste ik weer. Mijn vriend reageerde weer niet en nu begonnen geërgerde gevoelens omhoog te komen.

'Ron,' siste ik weer, dit maal wat harder. Hij reageerde weer niet en omdat de druk op mijn blaas te hoog was geworden, besloot ik om toch mijn vinger op te steken.

'Ja, Meneer Potter?' zei professor Kist geïrriteerd aangezien ik zijn "interessante" uitleg onderbrak. 'Ik-' begon ik en hoewel ik het eigenlijk netjes wilde vragen, deed ik het niet. Mijn blaas stond op springen.

'Mag ik naar de wc?'

Professor Kist zuchtte dramatisch bij het horen van mijn vraag waardoor ik me besefte dat ik niet zomaar weg kon glippen. 

'Weet je jongen, in mijn tijd konden we niet zomaar even naar de wc. Wij moesten half uit een raam hangen om het beschaafd te doen en om dan nog maar te spreken over de mensen die dan buiten waren en het moesten aanzien. Later kregen we hokjes, maar aangezien die buiten stonden moesten we weer en wind trotseren om daar te komen. Op school mochten we al helemaal niet naar de wc, dat was iets wat alleen mensen van een hogere rang mochten doen. Vaak hielden we het dan ook op, het was of dat, of in de bosjes. Het ergste is nog wel dat zodra ik dood ging, ze een moderne binnen wc ontwierpen!'

Zijn hele uitleg over hoe de wc door de jaren heen was ontstaan was heel interessant geweest, als ik zelf niet op knappen had gestaan.

'Dus, ik mag naar de wc?' vroeg ik voorzichtig. Professor Kist zuchtte, maar stemde uiteindelijk toch in. Nadat ik hem had beloofd om binnen tien minuten terug te zijn.

Ik hees mezelf vlug overeind en liep het lokaal uit. De weg naar de jongens toiletten waren niet geheel onbekend voor mij, waardoor ik al binnen een paar seconden voor de bekende deur stond.

Ik vluchtte de toiletten in en dook een hokje in. Na dat ik mijn behoefte had gedaan liep ik opgelucht het hokje uit en draaide de kraan aan.

Het koude water lieten de spieren in mijn handen direct aanspannen. Een vlugge kijk op de klok gaf aan dat ik nog maar drie van mijn kostbare tien minuten had verbruikt, waardoor ik nog ruim zeven minuten over had.

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWhere stories live. Discover now