hoofdstuk 10

4K 186 63
                                    

De dag dat we naar Zweinsveld gingen was eindelijk aangebroken. Zachte sneeuwvlokjes maakten hun weg naar de grond waar ze de koele oktober bodem bedekte. Het was te koud voor de tijd van het jaar; een fenomeen dat Hermelien in het hokje opwarming-van-de-aarde plaatste. Uiteraard had het slimme, blonde meisje gelijk; sneeuw in oktober was inderdaad zeldzaam.

We liepen het vertrouwde dorp binnen waar lampjes in de etalages hingen. Hun licht leek ons te begroette en te beschermen tegen de koude lucht. Ik had geen gevoel meer in mijn vingers of tenen en probeerde het gevoel in mijn vingertopjes wanhopig graag terug te vinden.

'Kom op, laten we wat gaan drinken. Dan kunnen we meteen opwarmen,' stelde Hermelien voor. Ik knikte instemmend en al snel droegen onze benen ons het café in. De lucht was dik en gevuld met de geur van versgebakken gebak en zwetende mensen. Toch kon niets op tegende warmte en her huiselijke gevoel van De Drie Bezemstelen.

Enkele verdwaalde zielen zaten aan de rand van de bar met een alcoholische drank. Hun ogen staarde levenloos vooruit en plotseling voelde ik een akelig gevoel me bekruipen.

'Ik bestel het drinken wel, zoeken jullie maar vast een plek,' stelde ik mijn vrienden voor. De gedachte dat Hermelien dichtbij de bar zou komen op dit moment zorgde ervoor dat mijn zintuigen direct aangewakkerd werden.

'Boterbier, hè,' noemde Ron zijn drank naar keuzen voordat hij naar achteren liep. 'Zou je voor mij ook een boterbier willen bestellen,' vroeg het blonde meisje vriendelijk. Ik knikte en al snel stond ik naast een man die teveel alcohol in zijn bloedbaan had aan de bar.

'Wat zal het zijn, jongeman?' vroeg de zwartharige mevrouw achter de balie.  'Mag ik drie boterbier?'vroeg ik haar waarna ze haar slanke hoofd enkel knikte.

Mijn ogen gleden onbewust door de ruimte. Voor de tijd van het jaar was het akelig rustig in het café, al schenen de werknemers daar heen hinder van te hebben.

'Kijk eens aan jongen,' haalde de barvrouw me uit mijn gedachten terwijl ze drie kannen boterbier voor mij neerzetten. 'Dank u wel,' zei ik, de kannen vastpakkende. Mijn handen probeerde onhandig de drie kannen op te pakken.

Net op het moment dat het me was gelukt zag ik hoe een vreemde gestalte uit het damestoilet kwam. Onhandig liet ik de inhoud van één van de glazen over mijn bovenlichaam lopen zodra ik de ijzige ogen van het gestalte ontmoette. 

Wat kon Draco Malfidus op het meidentoilet te zoeken hebben?

De gedachte dat hij wellicht niet alleen op het toilet was geweest vulde mijn lichaam met een soort walging die ik nog nooit eerder had gevoeld.  

De haast witblonde jongen liep traag voorbij, nog een knikje gevende aan de barvrouw die flirterig terug knipoogde. Op zijn weg naar de deur streelde Draco nog heel kort met zijn duim over mijn arm.

'Wellicht is het een goed idee om om te kleden, Potter. Je hebt geknoeid,' fluisterde zijn hese stem in mijn oor voordat hij het café verliet. 

'Kom maar jongen,' klonk de stem van de barvrouw. 'Dan geef ik je een nieuw kan. Ik schrijf ze wel alle drie op de rekening.'

Nadat de kan opnieuw was gevuld en ik een poging had gedaan om mijn shirt te drogen voegde ik me wederom bij mijn vrienden.

'Dat duurde lang,' zeurde Ron zodra ik zijn boterbier met een doffe dreun voor hem zette.

'Wat heb je met je shirt gedaan?'klonk de bezorgde stem van Hermelien en direct voelde ik haar vingers over mijn trui glijden.

'De barvrouw stootte perongelijk een kan boterbier om,'loog ik. In de ogen van mijn beste vrienden was ik ongetwijfeld een kluns, dat betekende echter nog niet dat ik dit beeld wilde versterken.

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWhere stories live. Discover now