'Nou, je bent de Uitverkorene,' zei hij, geheel naar verwachting. 'Dat klopt,' beaamde ik hem. 'Dat ben ik, maar daarmee is nog niet gezegd dat ik mee naar dat etentje mag. Misschien verpest ik de hele wedstrijd wel, lijkt me sterk dat ik dan nog wordt uitgenodigd.'

'Zelfs dan wordt je uitgenodigd, hij zal er iets van maken als: de beste zwerkbal speler in de geschiedenis die zo is afgegaan. Dan mag je alsnog komen, ten eren van je prutswerk.'

'Dus ik ben al verzekerd van een plek, huh?' vroeg ik terwijl ik mijn hersenen voelde kraken.

'Ja, wat er ook gebeurt, jij bent binnen.'

'Dan hoef ik er dus alleen nog maar voor te zorgen dat voor jou het zelfde geld, eitje,' zei ik met een grijns spelende rondom mijn lippen. Ron keek me verbaasd aan, tot ik een klein flesje uit mijn zak haalde. Zijn ogen werden groter terwijl hij er verbaasd naar keek. Ik wist dat ik het niet aan hem zou geven, maar misschien was het hem wijsmaken wel genoeg.

Ik bedoel, in slechte cliché dreuzel films wel. Vaak betekende ergens in geloven al dat het echt werd.

'Is dat-?' vroeg zijn stem vol verwondering. 'Vloeibaar geluk,' maakte ik zijn zin af. 'Oftewel, jou kaartje naar het etentje van professor Slakhoorn.'




'Ik geloof in je, Ron,' zei ik tegen mijn beste vriend, die behoorlijk zenuwachtig naar zijn bezemsteel keek. 'Maar wat nou als i-.'

'Je hebt geluk vandaag,' zei ik met een knipoog. 'Dat voel ik,' zei ik er vlug achteraan zodra ik zag dat iemand uit het Zwadderich team onze kant op keek.

'Oké dan, je hebt vast gelijk,' zei mijn beste vriend en hij klemde zijn bezem stevig vast in zijn handen. 'Ik kan dit.'

'Precies, dat is de instelling die ik wil horen!'

Ik liep naar mijn bezem en pakte hem op. Mijn gedachten gingen wederom terug naar de vorige adem waardoor ik gevuld werd met een aangename kalmte. Deze wedstrijd interesseerde me niet, niet na die adembenemende nacht met Malfidus.

Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe de Zwadderaar in kwestie ook zijn bezem pakte. Zijn ijzige ogen vonden de mijne waarna hij subtiel naar mij knipoogde; iiteraard na eerst gecontroleerd te hebben of iemand ons kom zien.

Wederom voelde ik mijn wangen gloeien en vervloekte ik Draco; de invloed die hij op mij had was niet menselijk.

'Kom jongens, we moeten gaan,' hoorde ik Ginny achter me zeggen. Ik knikte instemmend naar haar en liep naar de groep toe.

'Oké jongens, we kunnen dit. Onze strategieën zijn watervast, onze drijvers zijn snel. Als we voor dat de snaai wordt losgelaten 50 punten hebben kan er niet heel veel meer mis gaan. Behalve als de Zwadderaars ineens als een speer gaan, maar ik vind ze er niet echt sportief uitzien vandaag,' zei ik naar waarheid. De beuker zag eruit als een overreden hond, de drijver was verkouden en de zoeker was nog moe van gisteravond. We hadden dus een grote voorsprong.

'Ik geloof in jullie en weet zeker dat jullie het kunnen. Succes allemaal; wat er ook gebeurd blijf op je bezem zitten,' sprak ik mijn teamgenoten toe voor we het veld op liepen. Het publiek begon wilde te klappen; nu al onder de indruk van het spel. Griffoendor tegen Zwadderich bracht altijd meer geluid op en gevoelens naar voren als een wedstrijd tussen de andere huizen.

We stapte één voor één op onze bezem; dit had Ginny bedacht om het publiek te amuseren en aan hun geklap te horen vonden ze het ook erg amusant.

Iedereen nam de juiste positie in en het startkanon gaf aan dat de wedstrijd was begonnen.

In de eerste tien tot twintig minuten kon ik vrij weinig doen aangezien de snaai niet werd vrijgegeven, maar het was vermakelijk om te kijken hoe de andere het deden.

Griffoendor had in de eerste paar minuten al twee keer een doelpunt gemaakt, dankzij Ginny. Waardoor het 20-0 stond. Zwadderich slaagde er maar niet in om de bal raak te gooien, aangezien Ron de bal verschillende keren wist af te weren.

Een beuker uit het Zwadderich team maakte kennis met de grond nadat hij de beuker tegen hem aan had gekregen. Ik hoorde zijn arm breken en voelde toch wel een beetje medelijden voor de jongen.

'Bijgekomen van gisteren?' vroeg een bekende stem naast me. Verschrikt maakte ik mijn ogen los van het spel, waarna ik Draco naast me zag vliegen.

'Zoveel was er niet om van bij te komen,' antwoorde ik grinnikend. 'Nog problemen gehad met Patty?'

'Nee,' zei hij. 'Al zeurt ze nu wel nog meer dan dat ze eerst deed.'

'Ze wil je zeker komen aftrekken,' grapte ik terwijl een jaloers gevoel door mijn aderen stroomde. Draco sloeg me bij het horen van deze woorden, maar het was speels bedoeld. 'Waarschijnlijk wel, maar kom op. Wie wil dat nou niet?'

'Ik wil het wel hoor,' zei ik met een kleine knipoog waardoor zijn wangen onmiddellijk rood kleurde. 'Zolang je goed onthoud wie de enige is die dat bij je mag doen hoor je mij niet klagen.'

'Als jij dan goed onthoud wie jou gisteravond zo hard heeft laten komen,'fluisterde de blonde jongen haast. 'Hoor je mij niet klagen,'maakte bij zijn zin met een grijns af.

Ik zou hem zo graag willen kussen.

'Malfidus,' zei ik plotseling op serieuze toon zodra mijn ogen iets gouds achter zijn oor zag vliegen. 'Je begrijpt natuurlijk wel dat ik dit van je ga winnen.'

'Echt niet, Harry,' zei de andere zoeker en de manier waarop hij mijn naam uitsprak zorgde nog steeds voor vlinders in mijn buik. 'Dan zou ik maar snel zijn als ik jou was,' reageerde mijn stem en voor Draco iets kon zeggen vloog ik langs hem aan; op jacht naar de gouden snaai.

De wit blonde jongen zat me al snel op de hielen en aangezien de snaai ons door had vloog hij zo snel hij kon weg.

'Daar gaan ze dan eindelijk, Harry Potter en Draco Malfidus, op jacht naar de snaai. Wie o wie gaat hem vangen mensen? Laat je horen!' riep de omroeper luid, maar tijd om over zijn woorden na te denken had ik niet. De snaai had nu al mijn aandacht.

Hij dook weg, recht de tribunen in waarvoor er voor ons niet anders opzat dan om het houtenframe van de tribunen in te gaan. We pasten er net door, maar slaagden ook hier er niet in om de kleine snaai te vangen. Al snel waren we weer buiten de tribunen, waar de snaai het hogerop zocht en recht omhoog vloog.

We vlogen er achteraan, Draco voorop deze keer. Hij sterkte zijn arm uit en probeerde de snaai te vangen, maar greep mis en schoof van zijn bezem af.

De snaai ging omlaag waardoor ik hem kon pakken, maar net voor ik de snaai in mijn vingers had geklemd voelde ik hoe er een gewicht op mijn lichaam terecht kwam waardoor ook ik niet langer in staat was om op mijn bezem te blijven zitten.

We vielen beide naar beneden, waar onze lichamen pijnlijk en hard in contact kwamen met de koele grond. De val had me waarschijnlijk minder gepijnigd als Draco niet bovenop me had gelegen.

Een pijnkreet verliet mijn lippen. Draco besefte langzaam dat hij op me lag en keek me grijnzend aan.

'Zie je nou wel dat ik top,' mompelde hij terwijl een grijns zijn lippen bespeelde. Een zucht verliet mijn lippen bij het horen van de woorden afkomstig uit de keel van de dominantere jongen.

'Je hoort mij niet klagen.'

'Ik zou het nu kunnen doen, weet je,' fluisterde hij hees in mijn oor. Ik slikte, niet wetende wat ik hier mee aan moest. Mijn handen lagen al snel op zijn borst.

'Nou, nou,' zei Draco grinnikend. 'We gaan ze ook nog een voorspel geven?'

Ik rolde met mijn ogen en duwde Draco van me af, waardoor hij languit op het gras naast me belandde. 'Andere keer, schatje,' zei ik met een knipoog zodra ik Draco mijn kant op zag kijken.

Ik voelde iets in mijn hand en wist precies wat het was. Pas nu viel me op dat honderden ogen op ons gericht waren. Met een trotse glimlach opende ik mijn hand en toonde ik de gouden snaai naar het publiek.

'Harry Potter heeft de snaai gevangen! Dat betekend dat Griffoendor wint met 210 punten tegen Zwadderich met 40 punten!'

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWhere stories live. Discover now