30. Connor

732 51 15
                                    

Terwijl we in het restaurant op ons eten wachten en Penn, Ava en Sydney druk met elkaar kletsen, zit Toby er maar een beetje stilletjes bij. Hij staart voor zich uit en frunnikt aan de rand van het tafelkleed. Af en toe zie ik één van de anderen verontruste blikken op hem werpen. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, want zelf doe ik dat ook de hele tijd.

Ik had alles verwacht van zijn reactie op het nieuws over zijn vader, maar niet dat hij in zou storten. Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat zijn tranen op waren. Dat zal ook wel komen doordat hij nooit huilt. Hij heeft een hele voorraad aangelegd.

"Connor," zucht hij als ik voor de miljoenste keer een bezorgde blik op hem werp. "Je hoeft niet te doen alsof ik terminaal ziek ben, oké? We praten er straks wel over."

Ik knik begrijpend, maar ik weet toch wel dat ik zijn geschokte houding niet kan negeren. Waarschijnlijk moet hij me de rest van de avond nog zo'n tien keer waarschuwen en dan nog betwijfel ik of het effect zal hebben. Ik wil mensen gewoon gelukkig zien. Is dat zo slecht?

Na een tijdje staat Toby op om naar de wc te gaan. Penn maakt van de gelegenheid gebruik om me aan te stoten. "Gaat alles wel goed met hem?"

"Nee, maar hij wil er niet over praten. Niet met iemand anders dan mij in ieder geval. Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik dit niet met jou kan bespreken."

"Nee joh," reageert Penn alsof ik iets heel raars heb gezegd. "Dat maakt toch helemaal niet uit? Privézaken zijn privézaken. Ik ben veel meer geïnteresseerd in jouw geheimen dan in die van hem."

Ik schiet in de lach. Dit is precies de Penn die ik ken. Zijn gevoel voor humor is één van de dingen die ik zo leuk vind aan hem. Als kind keek ik dan ook altijd uit naar onze vakanties in Engeland omdat we dan weer samen allerlei ongein uit konden halen. Bij het afscheid was het meestal janken geblazen omdat ik hem niet weer maanden kon missen. Inmiddels gaat dat stukken beter, al vind ik het nog steeds moeilijk om na een lange zomervakantie of een paar kerstdagen in Bridlington weer naar huis te moeten. Dit jaar zal het misschien nog wel moeilijker worden dan ooit. Er zijn zoveel rare dingen gebeurd.

"Niet te veel stressen, schaapje van me."

Een vage glimlach verschijnt op mijn gezicht bij het horen van die oude bijnaam. Vroeger noemde hij me altijd schaapje. Ik kan me niet meer precies herinneren wanneer dat over is gegaan. Dingen veranderen nou eenmaal. En wat mijn leven betreft, is er de afgelopen tweeënhalf jaar een heleboel veranderd. Ik had nooit gedacht dat ik de eerste van ons zusjes zou zijn met een serieuze relatie en kijk ons nou. Al ruim twee jaar gelukkig en als je het mij vraagt zijn we niet kapot te krijgen. Zelfs niet door het kleine obstakel dat momenteel de weg verspert als een kudde koeien in de Oostenrijkse Alpen.

Omdat Toby weer terug bij de tafel komt, doe ik alsof ik uitermate geïnteresseerd ben ik de honderden kleine koolzuurbelletjes in het glas cola dat voor me op tafel staat. Hij mag niet denken dat we het over hem hebben gehad. Straks praten we verder. Als ik tenminste zoveel geduld kan opbrengen.

-

Tegen de tijd dat we terugkomen in het appartement, hangt daar de geur van etensresten en uitgeblazen kaarsen. Lee – en haar date – zijn nergens te bekennen. Misschien was ze zo moe van alles wat er vandaag is gebeurd dat ze gewoon naar bed is gegaan. Dat zou ik heel goed kunnen begrijpen.

Ik sleep Toby meteen mee naar onze eigen slaapkamer en zak op het bed neer. "Zo, nu gaan we praten, want vanmiddag was je niet echt in staat om iets te zeggen. Hoe voel je je?"

"Raar," zucht Toby terwijl hij zich naast me neer laat zakken. "Ik had dit niet aan zien komen. Hoe kan het zover zijn gekomen? Was hij niet veel te oud voor haar?"

(Sisters in crime 3) Avontuur in EngelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu