5. Lee

941 57 24
                                    

Ik heb geen idee of het een goed plan was om Penn en Ava mee te nemen naar Londen, maar tot nu toe vermaken we ons prima. Het eerste stuk van de reis hebben we afgelegd in de auto van Penn, die we buiten de stad op een station hebben geparkeerd om daar vervolgens de metro te pakken. Nu razen we in volle vaart langs oude gebouwen en moderne wolkenkrabbers, die een vreemd contrast vormen.

Ava en Sydney zitten aan de andere kant van het gangpad elkaar te verdringen voor het raam. Hun enthousiasme komt overeen met die van een hele klas schoolkinderen. Ik vind het wel grappig. Zonder ouders of leraren in Londen zijn geeft zo'n vrij gevoel. Ik mis Nederland zelfs nauwelijks meer.

"Welk station moesten we ook alweer hebben, Lee?" Aan de overkant van het gangpad zit Connor naar het kaartje met haltes te turen.

"Station Holborn." In mijn tas zit een uitgebreide routebeschrijving van Johan hoe we het beste bij zijn flat kunnen komen. Dit was het dichtstbijzijnde metrostation. Vanuit Stratford, waar we zijn opgestapt, gaat de metro er rechtstreeks heen, dus dat is handig.

Nog meer gebouwen vliegen voorbij en dan verdwijnt het voertuig onder de grond. Nu worden we alleen nog maar omhuld door donker terwijl we door de tunnels schieten. Een paar jaar geleden zou ik hier misschien bang voor zijn geweest, bang dat er iets zou instorten, maar inmiddels ben ik het wel gewend om me in ondergrondse tunnels te begeven.

Het ene na het andere station komt voorbij. De metro spuugt mensen uit en nieuwe passagiers komen erbij. Het is een geluk dat wij al zitplaatsen hebben, want het wordt behoorlijk druk. Ik vraag me net af hoe lang ik het nog vol zal houden in deze warmte als het volgende station in zicht komt. "Hier moeten we eruit."

Zenuwen kriebelen in mijn onderbuik als ik het perron op loop en de trap naar de uitgang beklim. Ik heb nog nooit ook maar een foto van het appartement van Johan gezien. Natuurlijk weet ik wel dat we goed terecht zullen komen, maar toch weet ik liever van te voren waar ik heen ga. Ik hou niet zo van onverwachte situaties. Ze brengen me uit mijn evenwicht.

Eenmaal buiten is het nog maar een paar straten lopen. Het appartement blijkt in een behoorlijk chique uitziend gebouw te zitten. In de hal van het gebouw zit zelfs een portier, iets wat ik alleen ken uit boeken en films. Zo zelfverzekerd als ik me nog voel, stap ik op hem af.

"Hallo, ik kom de sleutel van appartement 82B ophalen."

De portier kijkt op van zijn computer om me aan een onderzoekende blik te onderwerpen. "Wat is uw naam?"

"Lee Donovan."

"Heeft u een paspoort bij u waar ik een kopie van kan maken?"

"Natuurlijk." Uit het voorvakje van mijn rugzak vis ik het bordeauxrode boekje waarin staat dat ik Nederlands staatsburger ben. Het voelt een beetje vreemd om een paspoort te hebben van een land waar ik nauwelijks meer kom, maar mijn ouders wilden per sé dat mijn zusjes en ik de Nederlandse nationaliteit kregen.

Nadat de portier een kopie heeft gemaakt, geeft hij me zowel het paspoort als een sleutelbos voor het appartement van Johan. "Als ik u verder nog van dienst kan zijn dan hoor ik het graag. Vanuit het appartement kunt u me bellen met de intercom. Hebt u nog hulp nodig met uw bagage?"

Jezus, het lijkt hier wel een hotel. "Nee, dank u. Dat kunnen we zelf wel dragen. Bedankt voor uw hulp."

"Geen probleem. Tot ziens."

"Tot ziens." Ik draai me om naar de rest en laat triomfantelijk de sleutel zien. Nu hebben we pas echt onze bestemming bereikt.

Ondertussen heeft Sydney de lift al naar beneden laten komen. Met het ding laten we ons naar de zesde verdieping brengen, waar het appartement van Johan is. Pas als ik de deur open zwaai, wordt mijn buik helemaal gerustgesteld.

(Sisters in crime 3) Avontuur in EngelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu