28. Sydney

683 53 20
                                    

Ik schaam me zo. Lee wilde mij beschermen en nu is zij in haar arm geschoten. Omdat ik haar niet onder ogen durf te komen, ben ik maar naar de geheime dienst gevlucht. Daar loop ik momenteel door de gangen van het ondergrondse stelsel, op zoek naar Farid.

Hij blijkt met nog twee andere mannen – één van ongeveer zijn leeftijd en één iets jongere – in een vergaderruimte te zitten. Op de tafel tussen hen in liggen allerlei vellen papier en andere spullen. Sommige ervan herken ik en andere niet, maar ik weet precies wat dit is. Bewijsmateriaal. Al deze dingen bij elkaar bewijzen dat Yasser iets van plan was dat niet in de haak was en zullen door de rechter gebruikt worden bij het bepalen van zijn straf. Ik hoop dat hij heel lang de gevangenis in moet. Of nog beter, naar een strafkamp wordt gestuurd.

Farid kijkt op en zijn ogen ontmoeten de mijne. "Ah, daar is onze jonge superspion weer. Of moet ik zeggen topactrice?"

"Hou op. Ik ben helemaal geen superspion. Wat heb ik nou helemaal gedaan voor deze missie?"

"Je hebt de verdachte weten te onderwerpen aan afluisterpraktijken. Dat vind ik een behoorlijke prestatie. Ons was het niet gelukt."

Omdat zij geen tieners meer zijn, maar dat zeg ik maar niet hardop. "Wat gaat er nu gebeuren?"

"Je vriend Yasser wordt op het politiebureau vastgehouden voor verhoor. Er worden ook nog getuigenverklaringen van Lee en de secretaresse opgenomen en dan is de kans klein dat hij de komende jaren in Syrië komt. Iets waar ik heel blij mee ben. Er is daar al genoeg ellende zonder hem."

Ik laat mezelf op een stoel zakken. Dit is de derde missie waar ik bij betrokken ben en het begint te wennen om dit soort werk te doen. Maar wat misschien nooit zal wennen, is dat rare gevoel dat ik altijd krijg als er weer een zaak is opgelost. Ik zou blijdschap moeten voelen, euforie, maar dat doe ik niet. Eerlijk gezegd word ik een beetje moedeloos van de hoeveelheid criminelen die er op deze aardbol rondlopen. Sinds ik hier werk, weet ik zeker dat er nooit zoiets als wereldvrede zal komen. Daarvoor zijn er te veel slechte mensen.

"Kijk eens wat vrolijker," merkt Farid op. "Wacht, ik weet al iets. Ik ga cupcakes voor je halen. Daar vrolijk je vast van op."

Het werkt ook nog. De gedachte aan cupcakes doet inderdaad een flauwe glimlach op mijn gezicht verschijnen. "Vooruit dan."

Voor ik met mijn ogen heb kunnen knipperen, is Farid de vergaderruimte al uit. Nu ben ik alleen met de twee onbekende kerels. Omdat ik niet zo goed weet wat ik tegen hen zou moeten zeggen, pak ik mijn telefoon er maar bij. Ik maak verbinding met de wifi hier en check mijn Facebook. Net als ik bij een foto van tante Alanis beland waarop ze samen met mijn ouders en oom op een terras zit, krijg ik een sms'je van Connor binnen.

Toby huilt en het lijkt niet op te houden. Help, wat moet ik doen?

Omdat ik in eerste instantie denk dat het een grap is, schiet ik in de lach. Toby huilt nooit. Ik heb het hem in ieder geval nog nooit zien doen. Maar dan dringt het tot me door dat het waar moet zijn. Connor zou nooit haar kostbare buitenlandse sms-berichten verspillen aan flauwekul. Maar dan nog begrijp ik niet waarom ze mij om raad vraagt. Alsof ik de jongensexpert ben of zo. Dan moet ze dus wel ten einde raad zijn.

Zonder aarzelen kom ik overeind. "Sorry jongens, ik vond het heel leuk om jullie te leren kennen, maar ik moet er helaas vandoor. Doen jullie Farid de groeten? Veel plezier met de cupcakes."

Dan loop ik de ruimte uit. Dit is mijn kans om te laten zien dat Sydney Donovan geen regelrechte ondankbare bitch is.

-

Het kost me veel langer dan normaal om bij het appartement te komen. Er is iets gebeurd in de metro – een aanrijding of zo – en dus moet ik het hele eind lopen. Normaal gesproken is dat niet zo erg, maar ik ben nou eenmaal nieuwsgierig aangelegd en dus kan ik niet wachten om te ontdekken wat Toby zo aan het huilen heeft gemaakt.

Eindelijk bereik ik dan toch het appartementencomplex. Ik druk op de bel in de centrale hal zodat alle aanwezigen in het appartement weten dat ik eraan kom en stap dan in de lift. Binnen een paar seconden brengt die me naar de vierde verdieping, waar de voordeur al op een kiertje op me staat te wachten.

Nieuwsgierig duw ik de deur verder open. Na een verlaten gang wacht me een lege woonkamer. Toch weet ik dat de boel niet helemaal verlaten is. Uit de openstaande slaapkamerdeur van de hoofdslaapkamer klinkt namelijk zacht gesnik. Voorzichtig loop ik op het geluid af.

Vanuit de deuropening zie ik een grienende Toby in elkaar gedoken op het bed zitten. Connor zit naast hem hulpeloos met haar armen om hem heen geslagen.

Ik durf bijna niks te zeggen, maar ik zal ze toch moeten laten weten dat ik er ben. En omdat ik soms nou eenmaal net zo subtiel kan zijn als Lee, klinkt mijn begroeting zo: "Wat is hier aan de hand?"

Connor schrikt zich te pletter, maar kijkt dan op. "Ik heb iets heel stoms gedaan."

"Nee, Con," klinkt Toby's stem, nauwelijks hoorbaar. "Het valt wel mee."

Niet-begrijpend bestudeer ik de twee. "Heb je het soms uitgemaakt?"

"Waarom denkt iedereen toch dat ik het uit wil maken?," reageert Connor. "Nee, dat heb ik niet en dat ben ik ook niet van plan. Ik heb Toby net alleen heel heftig nieuws verteld. Mag Sydney het weten, schat?"

Toby schudt zijn hoofd. "Mag ik eerst even zelf aan het idee wennen?"

In mijn achterhoofd valt een kwartje. "Ben je soms zwanger?"

"Nee!," roept Connor geschokt uit. "In vredesnaam, hoe kom je dáár nou weer bij? Nee, zeg. Ik moet er niet aan denken. Voorlopig nog niet."

"Het had toch een ongelukje kunnen zijn?," opper ik. Wat is er dan aan de hand? "Dus ik heb alles uit mijn handen laten vallen om hierheen te komen en je gaat me niet eens vertellen wat er is? Lekker dan. Ik ben in de woonkamer als je me echt nodig hebt." Met een ruk draai ik me om en been terug de woonkamer in. Nou zeg. Wil ik een keer mijn aardige kant laten zien, wordt het nog niet gewaardeerd. Ze moet me nog eens per sms een noodoproep sturen.

Ik haal iets te drinken uit de koelkast en laat mezelf op de bank zakken, waarbij ik routinematig de televisie aanzet. Lusteloos zap ik langs alle kanalen tot ik er eentje tegenkom die videoclips uitzendt. Bij ons thuis ben ik altijd degene die meteen weet waar de muziek te vinden is. Volgens mij heb ik dat van pap, die is ook gek op muziek. Alleen luistert hij naar jazz en blues en ik naar Kanye West en Imagine Dragons.

Het duurt ongeveer anderhalve videoclip voordat Connor de slaapkamer uit komt en naast me op de bank ploft. Ze buigt zich naar me toe om iets te kunnen fluisteren. "Ik heb ontdekt wie zijn vader is."

"En die is zo vreselijk dat hij daar alleen maar om kan huilen?"

"Nee, dat niet. Het is gewoon verwarring. Er zijn zoveel vragen waar hij mee zit."

"Aha." Ik kan het niet laten om mijn volgende vraag te stellen. "En zijn vader, ken ik hem toevallig?"

"Dat ga ik niet zeggen. Zoals je weet, wil hij eerst zelf aan het idee wennen. Het zou erg lomp van me zijn om achter zijn rug om dat soort informatie te verspreiden. Het was al erg genoeg dat ik achter zijn rug om op zoek ben gegaan."

"Jij hebt dit stiekem op touw gezet?" Dat is dus zó niks voor Connor. Meer iets voor mij. Het lijkt wel alsof we familie zijn. Misschien heb ik wel gewoon een slechte invloed op haar.

Veel tijd om daarover na te denken, heb ik niet, want de voordeur vliegt alweer open. Deze keer zijn het Penn, Lee en Eric die binnen komen. Ze lachen alle drie, waardoor ik kan opmaken dat ze het erg gezellig hebben samen. Wie weet kunnen zij hier de sfeer iets opvijzelen. Dat lijkt me wel een goed idee.

- - -

Opmerking:

In een eerder hoofdstuk zegt Eric dat hij Yasser dood heeft geschoten. Hij denkt ook dat dat zo is, maar later blijkt hij nog te leven. Dit ben ik alleen vergeten te vermelden. Heel stom, sorry.

(Sisters in crime 3) Avontuur in EngelandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu