30. Ivira

9 1 3
                                    

Magie ketste met magie, de impact verblindde me voor een moment. Een groot schild was opgezet tegen de magische adem van de draak, de temperatuur daalde immens en ik dook in elkaar van al het geluid.

Het schild was opgezet door Elijah. Hij beet op zijn onderlip tot het bloedde, met een uitgestoken hand keek ik hoe hij zijn verkrampte spieren open probeerde te houden. Het kostte hem al zijn kracht om dit tegen te houden.

De draak stopte met zijn aanval, zijn blik viel op mij. De meeste magiërs waren weggerend toen hij begon met zijn adem, maar ik was aan de grond genageld.

'Breuken gevonden.' De draak kwam dichterbij, met dreigende stappen die mijn hart deed springen. Ik begreep nu waarom de sterren gevlucht waren, waarom ik elke nacht wakker werd bedolven in het zweet. Ebysmal was een bewaker van de realiteit, zijn magie een compleet ander level dan die van een mens.

We konden niet tegen hem op, we zouden sterven.

Compleet in een trance staarde ik naar hem, Ebysmal kwam dichterbij met een opgeheven klauw. Ik moest bewegen, me verplaatsen voor de laatste klap.

Maar misschien was een pijnloze dood wel goed, misschien zou hij stoppen zodra hij me gepakt had. Ik moest denken aan de magija achter me die wegrenden, aan de faunia in de lucht. Als ik bleef tegenstribbelen, zouden ze allemaal sterven. De schaduw van zijn klauw bedekte me en ik slikte.

'Sterveling, moge je ziel rusten.'

Elijah trok me naar achteren en de vlijmscherpe nagel trok net langs mijn wang. Een schok ging door mijn lichaam. Warm bloed druppelde uit mijn wond terwijl ik op mijn achterste belandde. Elijah leunde op me met een pijnlijke blik, hij hoestte bloed op doordat hij op zijn tong had gebeten van de spanning. Gauw kwam de magijus overeind.

'Je moet bewegen, Ivira. We moeten hier we-'

Zo snel als de schaduw van Ebysmal over ons loerde, verdween het weer. Elijah hoestte, hij klapte voorover met zijn armen over zijn buik. De ijzeren geur van bloed vulde sterk mijn neus. De wereld draaide. Elijah had een lange gebogen nagel die uit zijn buik stak, wreed er doorheen gestoken door Ebysmal.

Alsof het niets was, trok de draak zijn klauw terug. De magijus schokte, viel voorover als een lappen pop.

'Eli?' Het was allemaal zo snel gebeurd. Het ene moment stond hij nog overeind en nu miste hij een groot deel van zijn organen. Ik kroop naar hem toe, mijn handen over zijn wond. Het was enorm koud, zijn huid, zijn bloed. Alles. 'Eli?'

De wond was te groot.

Mijn handen waren te klein.

Er was zoveel bloed.

Wat moest ik doen?

Watmoestikdoenwatmoestikdoenwatmoestikdoen?

Zwarte vlekken vormden in mijn zichtveld. Dit kon niet het einde zijn, dit was onmogelijk. Maar het bloeden stopte maar niet. 'Iemand...' Mijn vingers waren op een gegeven moment zo rood dat ik niets meer zag. 'Alsjeblieft, is er iemand!' Tranen rolden over mijn wangen terwijl ik om hulp schreeuwde tot mijn stem rauw was, maar niemand zou komen.

Iedereen was een watje.

Net als ik.

Als ik had gerend...

Als ik iets meer kon doen.

'Dit is de prijs die je betaalt, sterveling, voor het overtreden van de regels van het universum.' De draak zette zijn klauw neer, het verse rode bloed kleurde de witte nagels en ik wilde over mijn nek gaan.

Er ging zoveel door mijn hoofd dat niets meer eruit kwam. Het enige wat ik kon doen was snikken om de dood van Elijah.

Mijn beste vriend en mijn geliefde.

De Bron van CalamiteitWhere stories live. Discover now