21. Elijah

7 1 0
                                    

Ivira leunde in mijn armen, haar hoofd rustte op mijn schouder terwijl we elkaar omhelsden. De laatste keer dat we elkaar zo vasthielden, was op Yerans begrafenis.

We hadden allebei in stilte gehuild toen, eerst in elkaars armen en vervolgens nog een keer terwijl we elkaars handen vasthielden terwijl we ons over het graf hadden gebogen. Er waren een hoop mensen bij, sommigen die er duur uitzagen en paraplu's hadden voor de regen en anderen die hun gezicht achter een zwarte sluier bedekten. Het waren allemaal kennissen van Yeran, het liet me zien hoe groot de wereld was die ik niet kende. Mijn leven draaide om het huisje aan de bosrand met Yeran en Ivira.

Yeran was niet de beste voogd, verre van in sommige hun ogen, maar het was niet te ontkennen dat hij op een gegeven moment van ons hield. Het was te voelen in de warme maaltijd die hij altijd voor ons neerzette na zijn lange dag op werk, of hoe grondig hij onze kleren altijd wasten nadat we in het bos gespeeld hadden. Hij was misschien niet het beste voorbeeld en had dingen absoluut anders kunnen aanpakken, maar hij zorgde altijd dat het huis warm was voor ons. We waren niet bloedverbonden, maar ik zou hem altijd zien als mijn vaderfiguur.

Het ontging me niet dat Yeran me waarschijnlijk innam vanwege mijn sterrenpad, ik had de glinstering in zijn ogen opgemerkt terwijl hij praatte over mijn toekomst. Alsof hij dacht dat als ik een held werd, zijn beroemde naam ook nooit zou sterven. Alleen had hij het mis, in tegenstelling tot het sterrenpad, had ik nooit een held willen zijn. Al het harde werk in mijn jeugd terwijl ik liever met Ivira ging buitenspelen, was niet voor mezelf.

Het was voor Ivira die aan het eind van de dag naar me toe zou rennen, met grote hertenogen zou vragen wat ik die dag geleerd of gedaan had. Het gaf me genoeg zelfvoldoening om de dagen door te brengen, ik zou voor altijd zo kunnen leven.

Totdat Yeran niet meer wakker werd. Hij was gegaan in zijn slaap, rustig en zonder iets te zeggen. Hij had de dagen ervoor zijn bestek weleens laten vallen, maar ik dacht er niets over. Het gebeurde gewoon zo snel, de tijd vanaf de ontdekking van zijn dode lichaam in zijn bed tot de begrafenis was in een waas langs me heen gegaan. De volwassenen die onze toekomst in hun heft namen, maakten beslissingen voor ons. Ivira kreeg opeens een huwelijksaanzoek en ik een uitnodiging voor de magische academie, maar die realisatie kwam nooit bij me aan. Het enige wat ik me herinnerde was Ivira en ik die elkaar vasthielden in bed, bang voor alles wat eraan zat te komen.

Ik wist niet wanneer Ivira te horen kreeg over de schuld van Yeran of hoe ze het voor me wist te verbergen in het begin. Maar ik had moeten weten op die begrafenis, toen ze me haast fijnkneep alsof dit de laatste keer was dat ze me zou zien, dat ze niet weg wilde. Gouverneur Traverins had een koets voor haar gestuurd terwijl Henry me mee zou nemen voor de toelatingstoets van de academie.

Pas in de koets besefte ik me dat mijn leven zou veranderen. Er zouden geen dagen meer zijn waar Ivira me na mijn lessen zou opwachten met een gigantische glimlach, geen nachten waar ik haar betrapte op naar buiten sluipen en met haar mee zou gaan. Die tijd was voorbij en een nieuw hoofdstuk was voor elkaar gestart. Destijds dacht ik niet dat we elkaar nooit meer zouden zien, ergens hoopte ik nog dat ze wind kreeg van mijn prestaties, zodat de eerstvolgende keer ze me met dezelfde blik zou aanstaren om te vragen wat ik allemaal geleerd had. Maar niets daarvan werd werkelijkheid.

De spreuken, de beroemdheid, het maakte me allemaal niet uit als het niks betekende voor Ivira. Ik had het allemaal voor haar gedaan, mijn sterrenpad achterna gezeten als Yerans laatste wens voor me. Ik wist niet precies wat ik ervan vond. Misschien genoot ik wel van de aandacht en complimenten van de professoren, het gaf me een tijdelijk gevoel van blijdschap die net zo snel verdween zodra ik weer op mijn kamer was.

De validatie van anderen was de brandstof van mijn motivatie, tot ik niet eens meer wist wat mijn verlangens waren. Al mijn prestaties waren er omdat iedereen dat simpelweg van me verwachtte, niet omdat ik het wilde.

.·:*¨༺ *༻¨*:·..·:*¨༺ *༻¨*:·..·:*¨༺ *༻¨*:·.

Tijn kuchte, hij stopte de papieren in de binnenkant van zijn jas terwijl hij zich weer naar ons toedraaide. Met een zucht liet ik Ivira los, hoe graag ik ook wilde om de knuffel voortzetten. 'Ik heb het bekeken en ik accepteer je spreuk als afbetaling van sterrenlezer Yerans schuld.' Tijns mondhoeken trok af en toe omhoog, alsof hij zijn glimlach moest onderdrukken. 'Ivira, wettelijk gezien zijn we nog-'

'Laten we scheiden, Tijn,' zei Ivira haast meteen. Ik proestte haast van het lachen toen zijn glimlach meteen viel. 'Dan zullen we allebei gelukkiger zijn.' Ze voegde het er zachtjes achteraan, haar hand klampte zich vast aan mijn cape.

Gouverneur Traverins knikte dan. 'Als dat is wat je wenst. Ik zal de papieren opsturen naar de magische academie. Maar als-'

'Dankjewel.' Ivira brak hem af, keek weg naar de grond. 'Laten we het hierbij houden.' De gouverneur keek beledigd naar Ivira, maar besloot er niks meer over te zeggen. Hij draaide zich om, zijn lange jas omslaand en beende met opeengeklemde kaken weg. Hij zei gedag tegen directeur Marbels en zijn hele entourage volgde hem naar zijn koets.

Ivira staarde hem na met een emotieloze blik, ze trok mijn cape zo erg naar achteren dat het knelde aan mijn nek. Zwijgend greep ik naar haar aangespannen vingers, plukte ze van mijn cape om ze dan vast te houden.

'Is het dan over?' vroeg ze zachtjes aan me, haar hand kneep in de mijne.

'Misschien, ik denk het?' Het leek erop van wel. Alles wat Ivira aan Tijn verbond, zou opgeheven worden wanneer het papierwerk voor het scheiden er was. Ivira leek hetzelfde te denken, lachte spottend in zichzelf.

'Het was zo makkelijk.' Pijn sijpelde door haar stem terwijl ze een hand tegen haar voorhoofd zette. Het was duidelijk dat ze haar eerste leven bedoelde. Een ongemeende glimlach was op haar gezicht geplakt. 'Het had zo makkelijk anders gekund.'

'Hé, het is nu opgelost.' Ze liet haar hand vallen, knikte.

'Je hebt gelijk,' mompelde ze dan. 'Maar het voelt een beetje stom om zo boos te zijn op hem terwijl hij niet weet wat hij me zou aandoen als ik niet weg was geweest.' Tranen stonden in haar ogen, dit was geen makkelijk gesprek voor haar geweest.

Directeur Marbels die hun gesprek met het dorpshoofd afrondde, wenkte naar ons om met hen mee te gaan. De hele groep bewoog met ze mee en Ivira wrikte haar klamme hand uit de mijne. Ergens snapte ik haar woorden, dat het raar was omdat we meer wisten van een versie van de toekomst van iedereen.

'Je hoeft je boosheid geen reden te geven, als je het voelt, uit het dan.' Het zou me pas geruststellen als ze zou schreeuwen naar gouverneur Traverins, hem een stoot in zijn gezicht had gegeven. Maar de volwassen manier waarop ze het behandelde, was typisch Ivira. Haar vuisten waren gebald tot het punt dat haar nagels afdrukken lieten in haar palmen. De bloemen weken uit onder haar voeten, zodat ze niet platgetrapt zouden worden.

'Ik ben niet boos... althans niet meer, denk ik.' Haar handen ontspanden zodra de uitgestoken bloemen langs haar vingers streelden. Ze sloeg haar armen voor haar tuniek tegen het briesje dat er doorheen woei. 'Want als ik boos ben, zullen de bloemen dat ook zijn. En dat wil ik niet. Het is gewoon vreemd dat het voorbij is, maar vreemd op een goede manier. Ik heb gewoon tijd nodig, denk ik.' Haar tranen droogden op terwijl ze diep inademde.

'Kom ze gaan straks nog beginnen zonder ons.' Met een knik gebaarde ik naar de groep mensen die directeur Marbels volgde om een kamp op te zetten. Het was misschien vreemd nu we ons leven omgooiden van wat we gewend waren, maar dit was waar we voor gekozen hadden de dag dat Ivira met me mee vloog naar de academie.

We kozen voor verandering. 

De Bron van CalamiteitOnde as histórias ganham vida. Descobre agora