11. Elijah

9 1 2
                                    

Het zadel was niet groot genoeg voor twee personen. De helft van mijn achterste zat ongemakkelijk op de rand terwijl Ivira voor me zat. Ik probeerde haar zoveel mogelijk ruimte te geven, zo'n lange vlucht was vermoeiend, al helemaal als je nog niet eerder gevlogen had. Mijn respect was gegroeid voor Nova die dit later elke dag voor uren uithield. We hadden eerst de nacht in de stal doorgebracht omdat Annie niet meteen weer deze lange afstand kon vliegen. Ik had Ivira gevraagd of ze nog iets van spullen mee wilde nemen, maar ze liet me weten dat er niks was wat ze mee wilde nemen.

Ik was allang blij dat ze mijn hand gegrepen had. Het vorige leven had ze geen een keer stilgestaan dat we er samen uit zouden komen, alsof ze vond dat er geen andere keus was dan zichzelf op te offeren.

Alsof ze niet dacht dat ik haar zou helpen.

Het idee frustreerde me.

Ivira's hoofd viel om de zoveel tijd naar voren, waarna ze weer omhoog schoot alsof de beweging haar weer wakker maakte. 'Je mag op me leunen,' had ik boven de wind uit geschreeuwd, maar ze schudde alleen haar hoofd terwijl ze in haar ogen wreef. Ze was overduidelijk uitgeput, misschien had ze geen oog dichtgedaan in de stal. Met een zucht liet ik haar verder de slaap bevechten, ik had in ieder geval geen puf om nog tegen haar eigenwijsheid in te gaan.

Op een gegeven moment leken we allebei geen energie meer te hebben om elkaar persoonlijke ruimte te geven. Ik was onderuitgezakt op de zadel en Ivira leunde met haar rug tegen me aan. Af en toe zou ze verzitten, maar we eindigden uiteindelijk toch in deze positie. Haar bruine lokken sloegen tegen mijn gezicht aan wanneer we draaiden in de wind en onze armen schuurden langs elkaar met elke beweging. 'Als je moe bent, zal ik het van je overnemen?' Ivira draaide haar hoofd naar me toe, onze gezichten maar een paar centimeter van elkaar vandaan. Een schok reisde naar de uiteindes van mijn lichaam.

'Kan je een minneil berijden?' vroeg ik haar dan. Haar gezicht vertrok, wat al antwoord genoeg was. Het deed me denken aan vroeger, wanneer ze aardbeien moest gaan plukken met Yeran. Alles aan haar zei nee, maar haar mond stemde altijd brommend in. 'Laat ik het anders verwoorden, wil je het leren?' Ivira opende haar mond, maar sloot hem weer wanneer haar ogen weg dwaalden van het gesprek. Uiteindelijk knikte ze dan, terwijl ze weer recht vooruit ging zitten.

Ik leunde naar haar oor, raakte bedekt met haar lokken terwijl ik langzaam de basis voor het berijden van magische dieren aan haar vertelde. De meeste rijders waren faunia, maar Nova had me ooit geleerd om Annie te berijden toen ik een slechte dag had om me op te beuren in ons eerste leven. Een minneil was gelukkig het makkelijkste dier om te besturen, je moet ze voornamelijk met je kuiten tekens geven om rechtop te blijven vliegen, in het wild hadden ze namelijk de neiging om allerlei draaiende bewegingen te maken als lokroep. 'Je moet de teugels goed vasthouden, niet te hard trekken want je bent niet in gevecht met het beest. Je wilt gewoon dat hij weet dat je er bent en dat is alles.' Ivira knikte, haar haren kriebelden over mijn neus. De zoete geur van frambozen vulde mijn neus, alsof ze die laatst gegeten had.

Toen alles uitgelegd was, overhandigde ik haar de teugels. Ivira hield ze slapjes vast en nadat ik haar vertelde dat ze echt moest laten weten dat haar aanwezigheid hier was, trok ze de leren teugels naar haar toe. Ze deed alles wat haar uitgelegd was en een glimlach vormde op haar gezicht wanneer Annie naar haar luisterde. Ze was een snelle leerling. Ik lachte zachtjes, in de lucht waren we vrij. Alles wat ons normaal achterna zat kon ons hier niet bereiken, we waren onaantastbaar, onoverwinnelijk.

We waren weer samen.

.·:*¨༺ *༻¨*:·..·:*¨༺ *༻¨*:·..·:*¨༺ *༻¨*:·.

Ivira en ik vlogen om de beurt tot de bekende groene torens van de academie in zicht waren. We hadden geen woord uitgewisseld, de wind maakte het moeilijk en ik wist ook niet waar we over konden praten. Ik herinnerde me weinig van wat er op dit punt van ons leven allemaal gebeurd was, het enige wat ik wist was dat de enculia gauw weer zou verschijnen en dat ik enorm in de problemen zat zodra ik de academie weer binnenwandelde.

De Bron van CalamiteitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu