10. Ivira

9 1 4
                                    


Mijn handen grepen naar de spijlen en geconcentreerd zette ik me af op de stengels van de planten. Eerst gooide ik mijn ene been er overheen. Mijn buik lag op de bovenkant van het hek en ik wachtte tot de bloemen aan de andere kant van het hek een stengel uitstaken voor mij om op te staan. Het was geen charmante houding, maar ik was nou niet de best getrainde persoon om over hekken te klimmen. Ik leunde mijn gewicht op mijn rechtervoet, gleed langzaam van het hek terwijl mijn knokkels wit waren van de inspanning.

'Ivira?' Ivira.

Een scène schoot door mijn hoofd. Elijah die naast me kwam staan, die mijn naam herhaaldelijk zei terwijl hij vroeg wat hier aan de hand was. Mijn gebroken vingers, uitgesmeerd bloed op de grond en paarsige doornen die hem pijn wilden doen. Het kwam binnen alsof iemand een steen tegen me aangegooid had, de ondergrond verdween uit mijn voeten. De wereld draaide om, de hemel verplaatste zich voor mijn neus en ik hield de zak met parfums tegen mijn buik aan, bang dat ze zouden breken met de val.

Een lage kreet klonk en mijn achterhoofd klapte tegen iets hards. Ik tuimelde met Elijah op de grond met hem onderop.

'Gaat het?' Zijn gekreun van de pijn baarde me meteen zorgen en ik sprong overeind, hij hield zijn neus vast waar een straaltje bloed uitstroomde. Mijn achterhoofd moest tijdens de val ertegenaan zijn gekomen. Onhandig hield hij zijn hand in een kommetje om het bloed op te vangen toen hij rechtop kwam zitten. In paniek trok ik de buidel met de parfums open, ergens had ik een kleedje zitten om mijn parfums op uit te leggen, maar het kon voor nu ook als een doek voldoen. 'Het spijt me,' mompelde ik terwijl parfumflesjes uit mijn buidel vielen toen ik het bruine kleed aan Elijah gaf. 'Gebruik dit.'

De magijus keek er twijfelend naar, zijn hand nog steeds beklad met zijn bloed. 'Maar dan wordt het vies.'

'Wat loop je bescheiden te doen?' Zonder naar zijn protesten te luisteren, duwde ik het tegen zijn gezicht aan. We waren opgegroeid in praktisch hetzelfde bed, we waren van dezelfde straat afgeplukt door Yeran en een kleed van me vies maken was het minste dat hij had gedaan. Daarnaast hing er een subtiel schuldgevoel rond mijn hart als een luchtje die zo met de wind kon worden meegedragen. Elijah kromp in elkaar van de aanraking, greep het kleed uit mijn handen.

'Dankje.' Een stilte viel, eentje waarin ik de jongeman in me opnam. Hij zag er zeker een stuk jonger uit dan de Elijah uit mijn... droom? Ik wist het allemaal niet meer. Onze blikken kruisten en ik keek weg, het feit dat hij hier was kon geen toeval zijn. De buidel gleed bijna uit mijn handen die onbewust aan het trillen waren, mijn vingers zaten vastgeroest op hun plek en het was dat Elijah snel de zak uit mijn handen greep, of al mijn parfums zouden aan stukken geslagen zijn.

'Die dag, op het dak-'

'Laten we praten op een betere plek,' onderbrak hij me, met een komisch hoge stem doordat hij zijn neusbrug dichtgeknepen had. Zijn ogen waren gelijmd op mijn handen en opeens was ik onzeker, alsof ik hier naakt stond. Ik vouwde mijn armen over elkaar, greep naar mijn zij om mezelf een beetje te knuffelen. Ik knikte alleen, mijn keel vastgeknoopt en mijn stem weggenomen door angst. Elijah keek verward om zich heen, waarschijnlijk kende hij de buurt niet. Ik wist dat ik de leiding moest nemen, hem een rustige plek om bij te praten aan te wijzen, maar ik bleef verstijfd staan met mijn gezicht naar de grond gericht.

'Kom,' fluisterde hij, zijn stem bezorgd. Hij hield het bebloede kleed in zijn ene hand en in de andere mijn buidel als een hoffelijke heer. Ik volgde hem doelloos, wetend dat hij me nooit wat aan zou doen. Elijah was anders dan de rest, hij was speciaal. Yeran die bijna niemand complimenteerde had dat zelf gezegd. Elijah was speciaal, Elijah was geboren om een held te zijn. Alle sterren stonden in zijn voordeel sinds zijn geboorte en hadden hem geleid naar een succesvol leven, eentje waar ik geen deel van uitmaakte.

De Bron van CalamiteitWhere stories live. Discover now