Visioenen van een gavenmeester

By MissTop40

6.4K 685 111

Als Alexa een aanslag op een politicus voorkomt, vestigt ze onbedoeld de aandacht van een vijandige groeperin... More

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
31.
Epiloog

30.

147 18 6
By MissTop40

Blijkbaar heeft tenminste één van ons hier al over nagedacht. Mam dirigeert ons allemaal naar de tuin en laat mij via het dak van ons tuinhuisje de tuin van de buren in springen. Zelf komt ze achter me aan, gevolgd door Karley. Dan laat ze Margo alle tassen die we bij ons hebben over de schutting hijsen, waarna ook zij de tuin van de buren in springt.

Alsof ze dit elke dag doet, loopt mam op de achterdeur af en rukt die open. De buurvrouw staat al voor het raam toe te kijken, dus die hoeft ze niet eerst te zoeken. "Sorry dat we storen, maar we hebben een probleem. Er eh... Alexa en haar vriendin Karley zijn het slachtoffer geworden van een criminele gek die via internet jonge meisjes opspoort en diezelfde idioot zit nu in ons huis."

De buurvrouw trekt wit weg en slaat verschrikt een hand voor haar mond. "O nee toch?"

"Helaas wel," antwoordt mam zogenaamd moedeloos. "Daarom is het belangrijk dat wij nu snel ergens anders heen gaan waar ze ons niet kunnen vinden. Kunnen we een deel van onze spullen zolang hier laten staan? In de garage of zo?"

Nu pas besef ik goed wat ze van plan is. Wat is ze toch slim. De buren hebben een garage waarvan de deur uitkomt in de straat die bij ons om de hoek ligt. Als we via die straat weten te ontsnappen, is de kans kleiner dat de zielendoders die ons achterna zijn gekomen ons zien. Dit is briljant.

Zonder aarzelen neemt de buurvrouw ons mee naar de garage, waar we onze spullen in een vrije hoek neer mogen zetten.

"Dan gaan we maar via deze kant naar buiten," merkt mam zogenaamd terloops op. "Dan vallen we minder op."

"Weet je zeker dat ik de politie niet hoef te bellen?," vraagt de buurvrouw bezorgd. "Als ze in je huis zitten dan is het inbraak."

"Nee, ik schakel de politie zelf wel in, dan kan ik ze gelijk het hele verhaal vertellen. Is die deur open?"

De buurvrouw knikt en mam schuift de garagedeur open. De straat die erachter ligt, lijkt veilig.

"Goed. Bedankt, buurvrouw. Wij redden onszelf wel. Margo, jij gaat naar huis en kom daar voorlopig niet vandaan. Ik bel je moeder straks om te zeggen dat ze je de rest van de week niet naar school moet laten gaan. Karley, jij komt met ons mee."

En zo geschiedt. Met alleen mijn rugzak, mijn dekbed en een plastic tas met een zwaar gewonde papegaai erin verlaat ik de straat waar ik mijn hele leven gewoond heb.

-

Ik heb het niet zo op oude en verlaten gebouwen. Niet meer sinds dat huisje bij de kerk in ieder geval. Het zit me dan ook totaal niet lekker dat mam ons rechtstreeks naar een vervallen flatgebouw leidt. Vlakbij het gebouw vindt ze een straatsteen die ze dwars door de ruit van de ingang keilt. Het raam valt aan diggelen, waardoor we naar binnen kunnen.

Het is maar goed dat het nog overdag is, anders was het hier pikdonker geweest. Dat zal het over een paar uur wel zijn. Ik moet er niet aan denken. Hopelijk zijn we hier dan weg. "Mam, wat wil je hier gaan doen?"

"Ga naar binnen. Hier zullen ze ons niet zoeken."

"Maar het ziet er hier eng uit."

"We maken het zelf wel gezellig. Ga nou maar."

Aarzelend steek ik mijn hoofd door het gat in de deur, automatisch de vloer binnen afspeurend op kakkerlakken. Die lijken er op het eerste gezicht niet te zijn, maar ze hebben zich vast verstopt. Ik zet mijn handen op de vieze tegelvloer en hijs de rest van mijn lichaam naar binnen. Dan sta ik op en veeg mijn handen af aan mijn broek. De ruimte waar ik in sta was ooit de centrale hal van een flatgebouw, maar nu is het vast een broedplaats voor bacteriën, smerige insecten en wat dan nog meer dat een negatieve bijklank heeft. Ik ben echt geen heel netjes persoon, maar van zoiets als dit krijg ik een spontane aanval van smetvrees.

Achter me wurmen Karley en mijn moeder zich ook naar binnen. Mam loopt meteen op de trap af. "Kom mee naar boven."

Argwanend kijk ik omhoog. "Het ziet er daar wel nogal donker uit."

"Dat lossen we wel op. Ik heb een zaklamp bij me. Volg mij." Mam beklimt de trap alsof ze de afgelopen jaren wekelijks in dit gebouw rond heeft gelopen. Op de eerste verdieping aangekomen, neemt ze vrolijk de trap naar de volgende verdieping.

Onderweg naar boven kijk ik om me heen. Elke hal waar we doorheen komen, ziet er net zo vervallen uit als die beneden. Hier moet al zeker vijf jaar niemand meer geweest zijn. De ramen zijn bedekt met een dikke laag viezigheid, wat de duisternis veroorzaakt die overal hangt. Ik vraag me af of mam ook iets van poetsdoeken heeft ingepakt, want het zou fijn zijn als we de rest van ons leven door konden brengen met de mogelijkheid om daglicht te zien.

Tijdens het lopen tel ik de trappen die we nemen. Zes in totaal. Dan is er nog wel een trap, maar die leidt waarschijnlijk naar het dak en niet naar een verdieping waar ooit mensen woonden.

"En nu?," wil ik weten. "Moeten we nu hier gaan zitten?"

"Nee, we gaan daar zitten." Mam wijst naar het appartement dat helemaal aan het uiteinde van de galerij zit.

"Maar die deur zit waarschijnlijk op slot. Dat gaat 'm niet worden."

"Jullie wachten hier totdat die deur open gaat en dan rennen jullie erheen."

"Maar mam," protesteer ik, maar ze luistert niet naar me.

Ze staat met haar tot vuisten gebalde handen geconcentreerd voor zich uit te kijken. Even lijkt haar verschijning te knipperen. En dan is ze verdwenen.

Dat is het dus. Mijn moeder kan teleporteren als derde gave. Zo heeft ze kunnen ontsnappen uit het laboratorium van de zielendoders. En dit moet ook de manier zijn waarop ze jaren geleden ontsnapt is aan Andreas. Het betekent ook dat hij het niet weet. Niemand van de zielendoders weet dat mijn moeder kan teleporteren.

Mijn gedachten worden verstoord doordat aan het eind van de galerij de deur open gaat. Het is mam die ons vanuit de deuropening wenkt. Meteen trekken Karley en ik een sprintje en dan staan we in de gang van een ruimte waar ooit mensen moeten hebben gewoond.

Opgelucht maakt mam de deur achter ons dicht. "Oké, jullie twee blijven hier en kijken of jullie de boel een beetje leefbaar kunnen maken. Ik ga de rest van onze spullen halen. Straks praten we verder over hoe nu verder." Voor we hebben kunnen protesteren, begint haar verschijning alweer te knipperen en dan is ze verdwenen.

Ik slaak een zucht en loop de gang door om de boel te verkennen. Ik kom uit in een halletje met drie deuren. Eén deur leidt naar iets dat ooit een slaapkamer geweest moet zijn. Aan de versleten plekken in de smerige vloerbedekking is nog precies te zien waar de meubels indertijd stonden. De tweede deur gaat naar een kleine badkamer, met een wc, een douche en een wastafel. De laatste deur biedt toegang tot een ruime woonkamer met keuken. Alles is even stoffig en verlaten.

"Moeten we hier gaan wonen?" Karley haalt haar neus op. Zij is natuurlijk niet veel anders gewend dan een villa met zwembad en riante, schone slaapkamers. Valt dat even tegen.

Maar hoewel ik het in mijn leven met heel wat minder luxe heb moeten doen dan zij, sta ik ook niet bepaald te springen bij het idee om hier de rest van mijn leven door te brengen. Dan hadden de zielendoders me net zo goed kunnen vermoorden.

Aarzelend loop ik op het keukenblok af. Mam zei dat we het hier een beetje leefbaar moesten maken, maar ik zie niet in hoe we dat moeten doen zonder stofzuiger. En zonder stromend water, blijkt als ik de kraan open probeer te draaien. Het gas, water en licht is natuurlijk afgesloten op het moment dat hier niemand meer woonde.

Moedeloos draai ik me om naar Karley. "Jij hebt niet toevallig een gave waarmee je stof kunt laten verdwijnen?"

Ze kijkt me aan alsof ik achterlijk ben. "Zie ik eruit alsof ik Swiffer heet?"

Tegelijkertijd schieten we in de lach. De situatie is ook gewoon zo idioot. En iemand met een Swiffer-gave zouden we nu wel kunnen gebruiken.

"Hoe is het hier, meisjes?," klinkt de stem van mijn moeder vanuit de gang. Ze komt naar de keuken toe gelopen met haar armen volgeladen met spullen. "Er zit ergens antibacteriële handgel tussen."

"En ik heb ergens een poetsdoek ingepakt," herinnert Karley zich. "Omdat ik niet precies wist waar we heen zouden gaan. Als we daarmee nou het aanrecht schoonmaken, kunnen we in ieder geval voor het avondeten zorgen."

"Heel goed," prijst mam haar. "En het lijkt me verstandig als we een beetje uit deze ruimte wegblijven. We kunnen beter in het halletje en de badkamer gaan zitten, dat is niet zo zichtbaar van de buitenkant. Ze zijn ons nu ongetwijfeld aan het zoeken."

Dat idee bezorgt me de koude rillingen. Ik wil niet nog een gevecht aangaan met de zielendoders. "Komen we dan nooit van ze af?"

"Nee," antwoordt mam. "Het spijt me, lieverd, ik had je ook liever verteld dat het wel zo was, maar ik kan de waarheid niet mooier maken dan dat die is. Ze zullen alleen stoppen ons achterna te zitten als ze hun droom om over de wereld te heersen opgeven, of als ze bereid zijn dat zonder bijzondere gaven te doen, en je weet zelf waarschijnlijk ook wel dat dat nooit gaat gebeuren. De zielendoders worden van jongs af aan geïndoctrineerd met honger naar macht."

Ik denk aan Noah, voor het eerst sinds we hier zijn. Vannacht in de gevangenis had ik toch heel even het idee dat hij meer was dan iemand die alleen maar uit is op het stelen van mijn gave. Ik zou willen dat hij hier was. Ik wil me weer begraven in zijn gespierde armen en zijn geur inademen.

"Waar denk je aan, Alexa?"

Ik kijk in de ogen van mijn moeder. Ze weet wanneer ik de waarheid spreek, dus heeft het geen zin om te liegen. "Noah."

"Hoe moeilijk het misschien ook is, je kunt hem beter zo snel mogelijk vergeten. Dat heeft hij met jou waarschijnlijk ook al gedaan."

"Omdat zijn hersenen gemanipuleerd zijn, ja, niet omdat hij me uit zichzelf wilde vergeten." Misschien is het idioot om te doen alsof hij me niet wil vergeten, maar het doet te veel pijn om te denken dat hij dat wel wil.

Karley haalt haar neus op. "Was jij ook al verliefd op een zielendoder?"

"Nee." Ruw draai ik me om en stamp naar het halletje, waar ik me niks aantrek van de stof en mezelf opkrul in een hoekje. Natuurlijk ben ik niet verliefd op Noah. Ik ken hem pas een paar dagen. Maar ik weet zeker dat ik het wel was geworden als we nog meer tijd samen in de gevangenis door hadden gebracht. Dan was ik als een blok voor hem gevallen.

"Alexa." Zuchtend laat mam zich op de grond zakken en slaat haar armen om me heen. "Ik beloof je dat ik er alles aan zal doen om ons zo veilig mogelijk te houden. Dit is maar tijdelijk. Zo gauw ik heb bedacht hoe we verder moeten, gaan we hier weg. Ik zal proberen een zo normaal mogelijk leven voor ons op te bouwen."

Ik schud mijn hoofd terwijl ik mijn handen tot vuisten bal. "Of we vechten terug. We kunnen toch niet zomaar ergens in een stil hoekje zitten hopen dat de zielendoders niet meer achter ons aan zullen komen? Ze moeten leren dat de wereld niet van hun is. En wij zijn degenen met de bijzondere gaven, dus ons zou het toch wel moeten lukken?"

"Laten we daar nog een nachtje over slapen. Morgen praten we verder. Nu gaan we eerst voor het avondeten zorgen. Als je niet goed eet, kun je straks helemaal niet meer vechten of vluchten."

Daar zit wat in, dus sta ik op om met haar mee terug naar de keuken te lopen. Maar net als ik het halletje uit wil lopen, valt mijn oog op een gestalte achter de voordeur. Een menselijke vinger tikt tegen het glas dat in de deur zit.

"Edith? Alexa? Doe open. Ik ben het."

Andreas.

- - -

A/N Het volgende hoofdstuk zal het laatste zijn. Daarna volgt alleen nog een epiloog. Bijna afgelopen dus!

Continue Reading

You'll Also Like

135K 9.3K 51
River is een meisje van zestien jaar oud met een probleem: ze is normaal. Het had geen probleem hoeven zijn als ze niet uit een manimal familie kwam...
211K 14.1K 113
Helena [licht,lichtende, de stralende] had altijd geweten wat haar toekomst was. Ze was geboren met hetzelfde bloed als Zeus, Aphrodite en andere god...
2.9K 239 27
Zijn ogen en stem stonden in haar geheugen gegrift. Als baby had hij haar leven gespaard en sindsdien beschouwde Sofia hem als haar beschermengel. Al...
8.1K 524 45
Iedereen heeft z'n eigen verhaal en verleden. Net als 5 jongens die in 1 huis worden gestopt. Zouden ze zich openstellen aan elkaar? En kan iedereen...