It's complicated ●The Lost Mi...

By zwartewolf

24.1K 1.9K 411

'Maiks, even eerlijk wezen, oké?' 'Eh, oké.' 'Ben je een weerwolf?' Even blijft Maaike stil. Dan begint ze al... More

Inleiding
Proloog
H.1
H.2
H.3
H.4
H.5
H.6
H.7
H.8
H.9
H.10
H.11
H.12
H.13
H.14
H.15
H.16
H.17
H.18
H.19
H.20
H.21
H.23
H.24
H.25
H.26
H.27
H.28
H.29
H.30
H.31
H.32
H.33
H.34
H.35
H.36
H.37
H.38
H.39
H.40
H.41
H.42
H.43
H.44
H.45
H.46
H.47
H.48
H.49
WARNING
H.50
H.51
Korte uitleg

H.22

459 36 9
By zwartewolf

Drie dagen later:

Sophie pov.

Grommend probeer ik weg te komen maar Seff grijpt mijn arm vast. 'Hier blijven, jij. Er is shit die ik je moet vertellen en uitleggen.' 'Maar ik wil het niet horen! Ik wil naar huis! Ik wil naar mijn vader.' 'Hij is je vader niet!' 'Voor mij wel!' Ga ik er boos tegen in. 'Als onze echte vader dit toch eens zou horen...' mompelt Seff hoofdschuddend terwijl hij me ruw naar zich toe trekt. 'Ik ken hem niet, hij kent mij niet want als hij mij zou kennen zou hij me niet bij mijn "neppe" vader achterlaten. Of hij moet zo'n harteloze klootzak zijn geweest dat hij niet om zijn echte dochter gaf dus donder maar een eind op met je 'papa-theorieën' Seff. Ik ga nu naar huis naar mijn echte vader.' Sis ik hem boos toe voor ik mijn arm lostrek en boos weg begin te lopen. Ik hoor Seff achter me aankomen en snel begin ik te rennen. Ik weet heus wel dat Seff sneller is en dat mijn conditie prut is maar dat boeit me nu niet. Woest begin ik te trappen zodra Seff me te pakken heeft maar zijn grip is haast onbreekbaar. 'LAAT ME GAAN!' 'Niet voor we over je.... gave hebben gepraat.' 'IK WIL NIET OVER- Wacht, wat?' 'Ik laat je pas gaan zodra we over je gave hebben gepraat.' Herhaalt Seff. 'Mijn.... gave?' 'Ja, je gave. Je weet toch dat iedere geestenwandelaar een gave heeft zodra hij of zij uit hun First zijn?' 'Eh, nee, dat wist ik niet want niemand vertelt mij ooit iets!' 'Dan word het tijd dat je iets hoort. Ik ga je loslaten maar als je ook maar aanstalten maakt om weg te rennen grijp ik je weer vast. Duidelijk?' 'Ja.' 'Mooi.' Voorzichtig zet Seff me neer en direct ga ik op de grond zitten, in kleermakerszit en met mijn rug naar hem toe. 'Soof... Als je wilt dat ik praat over je gave, moet je me wel aankijken.' Verzucht Seff vermoeid achter me. 'Ik moet niks.' Antwoord ik koppig. 'Anders ga ik niet praten.' 'Meh.' Antwoord ik voor ik me naar hem omdraai. 'Praat.' Beveel ik Seff terwijl ik hem strak aankijk. 'God, wat ben je weer commanderend.' 'Dat boeit mij niet. En praat!' 'Relax! Relax. Oké dan. Sis, je hebt de gave om-' 'DAAR IS ZE! GRIJP HAAR!' Klinkt er plots achter me. 'SOPHIE, LIGGEN!' brult Seff hard. Vliegensvlug laat ik me op de grond vallen en strek mijn benen en klem mijn armen langs mijn lichaam. 'Laat ons er langs, jochie, en dan zullen we je geen pijn doen.' 'Nooit!' 'Laatste waarschuwing, kid.' Gromt er een man waarschuwend. 'Pas jij maar op, klootzak.' Sist Seff boos. 'Oeh, de puppy bijt!' Roept er iemand lachend. Op de één of andere manier voel ik me nu zwaar geïrriteerd terwijl ze het niet over mij of tegen mij hebben... 'Voel je je nu beledigd, uk? Ach, wat schattig.' Boos kijk ik op en zie vijf mannen die op de één of andere manier groter zijn dan Seff en spottend op hem neerkijken. 'HÉ!' roep ik hard terwijl ik overeind klauter. 'Sophie!' Sist Seff boos terwijl hij me haast vernietigend aankijkt. 'Met die blik ga je me echt niet dood krijgen, Seff en bovendien hebben ze me toch al gezien.' Zeg ik terwijl ik met mijn ogen rol en naast hem ga staan. Deze mannen zijn echt groot... 'Meisje, als je zonder problemen met ons meegaat, doen we je vriendje geen pijn.' Zegt de grootste man grijzend waardoor zijn walgelijk gele tanden zichtbaar komen. Ik trek een walgend gezicht. 'Hij is mijn vriendje niet. Jek, ik zou echt niet met mijn broer willen.' 'Maar we gaan je broer echt geen pijn doen, als je zonder problemen met ons meegaat.' 'Sophie, doe het niet.' Sist Seff me toe. 'We willen toch wel dat je broer over twee dagen nog leeft? Nog leeft op je verjaardag?' Ik wil ze slaan. Alsjeblieft, laat me ze slaan! Plots klinkt er een laag, gevaarlijk gegrom van achter de mannen. Jace! Schiet het direct door mijn hoofd. Langzaam draaien de mannen zich om, terwijl het gegrom steeds donkerder en angstaanjagender word. Af en toe vang ik een glimp op van een grote, zwarte wolf en ik voel hoe ik begin te grijnzen. 'Is dat-' 'Ja.' Onderbreek ik Seff terwijl ik nog steeds naar de mannen kijk die langzaam hun wapens pakken en laden. Een schreeuw vult mijn oren en ik weet dat het gevecht tussen Jace en de mannen begonnen is. En Jace is heel erg in de minderheid.... 'We moeten hem helpen!' Roep ik uit terwijl ik naar voren ren. Seff grijpt mijn arm vast en trekt me weer terug. 'Niet. doen. Sophie.' Sist Seff me zacht toe. 'Je brengt ons allemaal alleen maar in gevaar. Ren de bossen in en verberg je, ik help hem wel.' 'Maar-' 'Geen gemaar, Sophie. Ren!' Langzaam draai ik me om en begin te lopen om vervolgens langzaam over te gaan op rennen. Ik hoor de geluiden van het gevecht nog steeds en snel ren ik verder, het bos in. Na ongeveer drie minuten zoek ik hijgend steun bij een boom. Stomme conditie.... Stomme coma... Voor me breekt een tak en geschrokken kijk ik op. Nog niks te zien. Langzaam deins ik achteruit, me verschuilend achter de boom. 'Ik weet dat je hier bent, Sophie.' Klinkt Joë's stem voor me en voorzichtig kijk ik om de stam van de boom heen. En inderdaad, daar staat Joë. Direct stap ik achter de boom vandaan en loop naar hem. De vermoeidheid neemt toe en ik val haast letterlijk als een lappenpop tegen hem aan. 'Wow, wat is er gebeurd?' Vraagt Joë geschrokken terwijl hij me opvangt. 'Jace.... Seff.... Mannen.... Gevecht....' mompel ik hijgend terwijl ik mijn ogen sluit en op adem probeer te komen. 'Oké, laten we dan maar hier vandaan gaan en dan gaan we jou in bed stoppen. Je bent duidelijk doodop en kunt wel wat slaap gebruiken.' 'Nee.... Moet.... hier.... blijven...' 'Ze volgen je geurspoor wel naar mijn huis en Jace kent mij dus dat zit wel goed. Kom, ik draag je wel.' En voor ik het weet lig ik in Joë's armen en drijf ik weg naar dromenland. Ik heb maar drie minuten gerend...

Twee dagen eerder:

Maaike pov.

'WAAR IS ZE?!' Schreeuwt Maurits, de jongen die mij heeft ontvoerd, hard voor hij me in mijn gezicht slaat. Ik draai mijn hoofd opzij en spuug bloed uit terwijl ik hem vermoeid aankijk. 'Dat ga ik je nooit vertellen.' Zwaar geïrriteerd knijpt Maurits in zijn neusbrug. De deur van de kerker gaat piepend open en er komt iemand de trap afgelopen. 'Wat moet je, Neal?' Gromt Maurits geïrriteerd. 'Ik heb een nieuwe martelmethode gevonden.' 'Laat maar zien dan.' 'BRENG ZE NAAR BINNEN!' brult Neal hard en weer gaat de deur piepend open. "Wat een rot geluid!" Jammert Daphne en ik kan niks anders dan het met haar eens zijn. 'MAAIKE!' hoor ik een wel erg bekende stem verschrikt zeggen en langzaam breng ik mijn hoofd omhoog, om recht in mijn moeders ogen te kijken. 'Mam...' zeg ik vermoeid met krakende stem. 'WAT HEBBEN JULLIE MET HAAR GEDAAN?!' roept nog een bekende stem woest. 'Pap...' 'Neal, wat wil je in vredesnaam met haar ouders en zus gaan doen om haar aan het praten te krijgen?' Verzucht Maurits. 'Heel simpel, voor elke seconde die ze niet praat, vermoorden we een gezinslid.' Zegt Neal grijnzend. 'WAAR IS NEAL?! IK HEB HEM HIER NODIG!' brult er iemand van boven. 'Nou ja, bedenk maar wat je met ze doet. Wanneer je hun familie hebt, zijn ze plots heel spraakzaam.' Zegt Neal voor hij wegloopt, naar de brullende stem toe. 'Laat ze... met rust...' breng ik uit terwijl ik met alle kracht die ik nog in me hem op probeer te staan. 'Hm.... Misschien heeft Neal wel gelijk... Oké, Maaike. Vertel me waar Sophie, onze getalenteerde geestenwandelaar, is en ik doe je familie geen... eh.... pijn.' 'Leugenaar!' Sist Karlijn, mijn zus, hem toe. 'Hou je klep, bitch!' Bijt Maurits hem toe. 'Ik denk dat ik jou als eerste pijn ga doen...' 'Maaike, vertel hem niet waar Sophie is!' Commandeert Karlijn me wanhopig. 'Maar-' 'Nee! Maaike, je weet dat Sophie dood is wanneer je het hem verteld!' 'Maar jullie...' 'We helen. Vertel hem niks!' Zegt nu ook mijn moeder. 'Hoe weten... jullie.... van... Sophie...?' 'Jace.' Jace...? Jace?! 'Oké, genoeg familie-babbel-tijd! Tijs voor actie. Maaike. Nogmaals: waar is Sophie?' Ik kijk nog één keer naar mijn familie die me smekend aankijkt. Dan kijk ik Maurits weer aan. 'Kiss my ass.' Er verschijnen rode vlekken in Maurits nek van woede en hij balt zijn handen tot vuisten. 'Oké, wat jij wilt.' Zegt hij vlak voor hij Karlijn keihard in haar buik stompt. Happend naar adem klapt ze dubbel maar ze schud haar hoofd, als teken dat ik het niet moet vertellen. 'Nog een keer: waar is Sophie?' 'Rot... op...' breng ik ook, terwijl ik weer op de grond val omdat mijn benen het begeven. Drie dagenlange martelingen eisen zo ook hun tol. 'Oké dan maar! Ik denk dat we een paar hele leuke uurtjes tegemoet gaan.' Zegt Maurits grijnzend voor hij mij een harde trap in mijn maag geeft. Ik hoest weer bloed op en de smerig ijzere smaak blijft achter. Ooit neem ik wraak voor dit Maurits en dan ga je wensen dat je me gewoon had laten gaan....

Drie lange uren strijken zo voorbij en de enige reden waarom ik het Maurits nog niet verteld heb om mijn familie uit hun lijden te verlossen is omdat ze mij de hele tijd doordringende blikken sturen dat ik het niet moet vertellen. 'Dit duurt te lang.' Gromt Maurits duidelijk aan het eind van zijn geduld. 'Tijd voor een wat hardere aanpak.' Zegt hij voor hij mijn vader bij zijn keel pakt en hem optilt. 'Pap....' zeg ik zwakjes terwijl er zwarte vlekken voor mijn ogen dansen. Het geluid van brekende botten en een doffe plof vult mijn oren. Het volgende moment kijk ik recht in mijn vaders dode ogen. Nee... Nee! Het harde gehuil van mijn moeder breekt mijn hart en een enorm schuldgevoel valt keihard op mijn schouders. 'Oké, Maaike. Zeg op of ik vermoord de rest van wat er overgebleven is van je gezinnetje.' 'Sophie.... is.....' 'Duurt me te lang.' Onderbreekt Maurits me en weer klinkt er een een knak. Het gesnik van mijn moeder stopt abrupt. 'MAM!' schreeuwt mijn zus hard en mijn schuldgevoel word alleen maar groter en zwaarder op mijn schouders. 'Bos..... Sophie is... in het.... bos....' vertel ik hem uitgeput terwijl er warme tranen over mijn smerige wangen rollen. 'Mooi! Dankjewel. Dat is stap één. Vertel me nu eens Maaike, waar precies....' 'MONSTER! JE BENT EEN MONSTER!' Gilt Karlijn hard voor ik kan antwoorden. Maurits begint hard te lachen. 'Dat beschouw ik als een compliment, liefje.' Ik kan haast voelen dat hij grijnst. De klootzak... 'Ik ben je liefje niet.' Snauwt Karlijn terug. 'Wat jij wilt. Oké, Maaike. Laatste kans. Waar precies is Sophie, in het bos?' Waar was het nou? Kut, ik ben het vergeten... 'Ik... Ik weet.... het... niet meer.....' breng ik uit. 'Misschien herinner je het je weer als ik je zus vermoord.' Zegt hij gemeen. 'Blijf.... blijf van haar.... af....' kras ik voor ik weer in een hoestbui beland en nog meer dubbelklap. 'Kom eens hier, liefje...' 'BLIJF VAN ME AF, JIJ MONSTER!' gilt Karlijn hard. Ik hoor geschuivel en wil opkijken maar ik heb de kracht er gewoon niet meer voor. Het kost me al moeite om wakker te blijven en de enige reden waarom ik wakker blijf is omdat er dan nog een kans is dat we het allebei overleven. 'Hebbes. Je hebt nog drie tellen, Maaike. Eén... Twee....' 'S... Stop....' 'Drie.' En de derde en laatste knak vult mijn oren, gevolgd door de doffe plof van Karlijns, nu dode lichaam. Een jammerklacht rolt over mijn lippen, gevolgd door een snik. En nog één. En nog één. Zoveel achter elkaar dat ik me overgeef aan de tranen en keihard begin te huilen, met lange halen naar adem happen en zeer oncharmant schokkende snikken. Papa.... Mama.... Karlijn.... Het spijt me... Ik had jullie kunnen redden... Maar dat heb ik niet gedaan.... Sorry...

Nu:

Woest ren ik door de bossen heen, opzoek naar mijn Roedel. Mijn spieren zijn aan het verzuren, ik ben doodop, mijn poten doen pijn, ik heb hoofdpijn maar ik negeer het allemaal want ik weet dat zodra ik stop om te rusten, de doodse blik van mijn vader weer verschijnt. Samen de het geluid van brekende botten en doffe ploffen van lichamen. "Maaike, alsjeblieft! We moeten stoppen! Ik kan niet meer!" Jammert Daphne gepijnigd. 'Boeit me niet. Zodra we thuis zijn kunnen we rusten. Nu niet.' "Maar thuis moeten we Sophies verjaardag voorbereiden!" 'Sophies verjaardag? SOPHIES VERJAARDAG?! WAAROM ZOUDEN WE SOPHIES VERJAARDAG VIEREN?! OMDAT ZE ONZE VRIENDIN IS?! DANKZIJ HAAR ZIJN ONZE OUDERS EN ZUS DOOD!' "Dat is niet waar, Maaike! En dat weet je zelf ook wel. Sophie heeft hier niet zelf voor gekozen en dat weet jij ook. Je weet dat Sophie jouw ouders en zus nooit in gevaar had willen brengen en bovendien, van hun mocht je het niet vertellen. Het is niet haar fout, net zo min als het onze fout is." 'Als ik het gewoon had verteld, leefden ze nu nog...' "En de kans dat jij dan met het schuldgevoel van Sophies dood zou rondlopen zou er dan ook zijn. Je moet je familie eren, niet je beste vriendin er zomaar van beschuldigen dat het haar schuld is dat onze familie dood is want zij heeft ze niet vermoord. Dat was Maurits. Niet jij. Niet Sophie. Alleen Maurits. En Neal is ook nog schuldig maar jij en Sophie niet." 'Je hebt gelijk maar toch... Het schuldgevoel blijft maar aan me knagen... Net zoals papa's dode blik me achtervolgt...'

Ashton pov.

Sissend deins ik zo ver mogelijk bij het zilver vandaan. Ik haat zilver, het is het enige middel waarmee je een vampier kan doden, verwonden en in ieder geval, bedreigen. En niemand weet dat. Behalve de Benwars... 'Kom maar hier, klein vampiertje, kom maar!' Kirt het halfnaakte meisje voor me terwijl ze uitbundig met een zilveren vork staat te zwaaien. Een vork notabene! Een facking vork! Michael word ten minste bedreigd met een mes. Al is dat met zijn gave ook wel logisch... Wacht... Waar is Max? Ik zou zweren dat hij met ons mee is gegaan naar dit godvergeten oord en dat hij ook deze kamer in is gebracht. Alleen is hij er nu niet meer... En zijn 'bewaker' wel... HIJ IS ONTSNAPT! YES! 'Hij heeft je achtergelaten. Net zoals hen.' Sist er een boosaardig stemmetje in mijn hoofd. 'Nee, Max zou me nooit achterlaten. En ons twee samen al helemaal niet. Hij is onze broeder! Hij is familie!' 'Zij waren óók familie. Wedden dat hij alleen Michael red en jou gewoon laat stikken? Net zoals zij? Je weet zelf ook wel dat ik gelijk heb.' Zegt de stem met een slis-accent en nog steeds boosaardig. 'Nee! Dat wil ik niet geloven! Max komt terug en hij zal ons allebei redden!' Roep ik boos naar het irritante stemmetje in mijn hoofd. Plots gaat er een raam kapot en het volgende moment word de hele ruimte langzaam gehuld in rook. De Benwars beginnen hevig te hoesten en klappen dubbel. Direct grijp ik mijn kans en ren langs haar heen, haar rondzwaaiende zilveren vork ontwijkend. Binnen no time staan Michael en ik samen buiten, rondkijkend opzoek naar Max. Man, waar is die kerel toch? Plots staat er voor ons een meisje met een gespannen uitdrukking op haar gezicht. 'Bedank me later maar. We moeten hier nu weg voor ze jullie weer te pakken hebben.' Zegt ze gehaast voor ze weer snel wegrent. Vlug kijken Michael en ik elkaar aan voor we haar achterna rennen. Het is duidelijk dat ze ook een vampier is en een veel oudere ook. Haar bewegingen zijn veel soepeler en het lijkt net alsof ze vliegt, zo snel gaat ze. Ik knal bijna tegen een huis op, als ze plots een scherpe bocht omgaat en vloekend draai ik me net op tijd weg. Zodra we de hoek om zijn, een donker steegje in, staat het meisje al op ons te wachten. 'Zijn jullie daar eindelijk? In dat slome tempo van jullie hadden zelfs slakken jullie kunnen inhalen.' Verontwaardigd kijken Michael en ik haar aan. Wie denkt ze wel dat ze is? De koningin? 'Oké, tijd voor zaken. Jullie zijn toch Max' "broers"?' Zwijgend knikken we. 'Max is al ontsnapt, even dat jullie het weten. Alleen is hij toen onderschept door prins-' 'Zefiros, zeker?' Verbaasd kijkt het meisje naar Michael. 'Ja, maar hoe weet jij dat?' 'Omdat die oetlul ook al met mij kwam praten.' Gromt hij geïrriteerd. 'Natuurlijk... Waarom broertje... Waaróm?' 'Prins Zefiros is jouw broer?!' 'Broertje. Ik ben nog steeds de oudste.' Verbeterd het meisje hem. 'Maar er is niks bekend over een prinses.' 'Dat komt omdat ik ook geen prinses ben.' 'MAAR JE BENT TOCH FAMILIE VAN DIE OETLUL?!' 'Ja, dat klopt ook maar ik ben geen prinses.' 'Welke titel heb je dan?' 'Laten we zeggen dat mijn mate boven het hele koningshuis staat.' Ik voel hoe mijn mond openzakt. Ja, er waren wel geruchten bekend dat er nog iets boven het koningshuid was, maar dat waren maar geruchten. En nu blijken ze dus echt waar te zijn... 'Maar genoeg over mij. We moeten Max bij Zefiros weghalen want anders loopt het niet goed af met hem of met jullie. Duidelijk, Michael en Ashton?' Ik knijp mijn ogen wantrouwend samen. 'Hoe weet je onze namen.' 'Ik weet nog veel meer, jongens. Zo ook jullie verleden en jullie aparte band met die geestenwandelaar, Sophie. Maar gaan jullie me nog helpen of hoe zit het?' 'Alles voor Max.' 'Alles voor Max.' Herhaal ik grimmig.

Max, Max, Max, wat heb je je nu weer op je hals gehaald? En over twee dagen is Sophie jarig, oftewel De Grote Dag, if you know what I mean ;)

Een lekker lang hoofdstuk (3051 woorden) dat ook nog eens sneller was dan het vorige! Hope you guys like it ;)

Keep dreaming!
Me.

Continue Reading

You'll Also Like

82.3K 4.7K 35
Ik draai de deur op slot en loop naar huis. Alleen ik loop niet alleen. Ik hoor voetstappen achter me. Automatisch begin ik sneller te lopen. De voet...
209K 6.9K 34
Ik blijf nog steeds geschrokken bij prins Liam staan. Kwaad staat hij op. Al zijn spieren staan gespannen dus ik krijg hier zoveel problemen mee! Hij...
298K 11.2K 65
Stukje uit het boek : Anna's POV ----------------- 'Anna Anna Anna !!!!!!'schreeuwt Blake. 'Waar zit je !!!!'schreeuwt hij maar door. Hij mag niet we...
79.9K 2.3K 52
{ dit boek is voltooid} Hallo , dit is mijn eerste boek dus het kan zijn dat dit een grote flop word . Ik zit zelf al redelijk lang op Wattpad en wi...