It's complicated ●The Lost Mi...

By zwartewolf

24.1K 1.9K 411

'Maiks, even eerlijk wezen, oké?' 'Eh, oké.' 'Ben je een weerwolf?' Even blijft Maaike stil. Dan begint ze al... More

Inleiding
Proloog
H.1
H.2
H.3
H.4
H.5
H.6
H.7
H.8
H.10
H.11
H.12
H.13
H.14
H.15
H.16
H.17
H.18
H.19
H.20
H.21
H.22
H.23
H.24
H.25
H.26
H.27
H.28
H.29
H.30
H.31
H.32
H.33
H.34
H.35
H.36
H.37
H.38
H.39
H.40
H.41
H.42
H.43
H.44
H.45
H.46
H.47
H.48
H.49
WARNING
H.50
H.51
Korte uitleg

H.9

581 52 5
By zwartewolf

Maaike pov.

Rusteloos zit ik te schuiven op de stoel van de auto, tot Calums ergernis. 'Zit nou eens stil, verdomme!' 'Kan ik niet.' Antwoord ik zenuwachtig. Wat is er met Sophie gebeurd? Door wat of wie is ze aangevallen? Gaat het goed met haar? Plots stopt de auto. 'Waarom stop je?' 'Omdat we er zijn.' Direct maak ik mijn riem los en schiet ik haast uit de auto. 'Maaike, rustig. Zonder mij kom je nergens in en bereik je al helemaal Sophie niet dus doe rustig en loop met mij mee.' Zegt Calum zwaar geïrriteerd. 'Oké, oké. Loop eens wat sneller, slak!' 'Als ik jou was zou ik stoppen met op die toon tegen mij praten, Omega.' Met grote ogen kijk ik hem aan. Hoe weet hij nou weer dat ik de Omega ben van onze Roedel samen met nog wat anderen? Calum kijkt me duivels grijnzend aan. 'Niet gedacht hè? Geloof me, ik weet waarschijnlijk meer over jou dan dat je over jezelf weet.' 'Wat ben jij? Een spion? Mijn stalker? Iemand van de geheime dienst van de VS?' 'Wat? Nee, nee! Ik ben geen spion of zoiets en ik ben al helemaal niet je stalker.' Zegt Calum met een verafschuwd gezicht. 'Ja, weet ik veel! Ik ben niet degene die alles weet van iemand anders bestaan, titel en kansen. En schiet nu op!' Calum rolt met zijn ogen maar begint wel te lopen. 'Kun je niet sneller?' Mompel ik terwijl ik met moeite braaf achter hem blijf lopen. 'Dat kan ik wel, maar of ik het ook wil is iets anders.' Zegt hij treiterend. Met een van woede vertrokken gezicht, hou ik een boze grom in. Na zeker vijf minuten komen we éíndelijk bij een huis aan, waar ik de geur van Sophie vaagjes kan ruiken. 'Ze is hier binnen!' Roep ik terwijl ik met nóg veel meer moeite mezelf in bedwang hou om niet naar binnen te rennen en haar te gaan zoeken. 'Weet ik. We gaan al naar binnen.' Zegt Calum doodkalm terwijl hij rustig naar binnenloopt. Haast zenuwachtig volg ik hem. 'Ik kom voor het mensenmeisje.' Zegt hij serieus tegen de jongen die naar ons toekomt gelopen. Haastig knikt hij en draait hij zich om. Calum en ik volgen hem en elke meter die we vooruit gaan, word Sophies geur sterker. Uiteindelijk stopt de jongen voor een deur waar de geur van Sophie het sterkst is. 'Je kunt gaan.' Zegt Calum kortaf tegen de jongen. De jongen loopt snel weg en zodra hij uit het beeld is, opent Calum de deur. Hij gaat als eerst naar binnen en dan volg ik. Zodra ik binnen ben, zoeken mijn ogen direct Sophie. Ze blijven bij een bleek meisje hangen. Haar haren liggen slordig om haar gezicht en er zit opgedroogd bloed onder haar neus, wang en op haar voorhoofd. 'God, Sophie... Wat is er in vredesnaam met je gebeurd?' Mompel ik terwijl ik haar hand vastpak en met mijn duim over haar handpalm wrijf. 'Een Benwar. Het kan niet anders.' Zegt Calum terwijl hij naast me komt staan. 'Wat?' 'Een Benwar. Ze is aangevallen door een Benwar. Ze wisten het niet zeker maar nu ik haar zo zie en dan die andere jongen weet ik zeker dat het een Benwar is.' 'Maar die zijn toch uitgestorven? Hitler was toch de laatste?' 'Onkruid vergaat niet, Maaike.' Zegt Calum bitter voor hij me recht aankijkt. 'Zolang er geestenwandelaars zijn, zijn er Benwars. Ze hadden alleen tijd nodig om terug te komen.' 'Maar dan is-' 'Sophie een geestenwandelaar, ja.' 'Precies zoals ze vertelde.' Fluister ik terwijl ik mijn ogen groter voel worden. Calum is nu degene die mij verbaasd aankijkt. 'Ze heeft je verteld dat ze een geestenwandelaar is?' 'Ja, nou ja, soort van. In haar droomwereld was ze een geestenwandelaar-' 'LAAT ME ERDOOR! HET BOEIT ME NIET DAT DIT ALLEEN VOOR BEVOEGDEN IS MAAR IK MOET MIJN ZUSJE ZIEN!' schreeuwt er plots een stem door de gang. 'Seff?' Zegt Calum verbaasd terwijl hij naar de deur toeloopt om hem te openen alleen knalt de deur tegen hem aan als hij hem wilt openen. In de deuropening staat een woedende, blonde jongen die hetzelfde blonde haar en dezelfde blauwe ogen als Sophie heeft en ook dezelfde neus. Kwaad loopt hij naar binnen en smijt me praktisch naar de andere kant van de kamer. 'Wat hebben ze in vredesnaam met je gedaan?' Mompelt hij terwijl hij haast teder een pluk haar uit Sophies gezicht strijkt. 'Seff...' mompelt Calum terwijl hij haast naar Seff toe strompeld. 'Laat me even, Calum. Je weet niet hoe het is om erachter te komen dat je een vergeten zusje hebt.' Zegt Seff terwijl hij zijn hand opsteekt naar Calum terwijl hij naar Sophie blijft kijken. 'Hè?' Zegt Calum die het duidelijk niet begrijpt. 'VERDOMME CALUM! Ik praat straks met je, okay? Laat me nu gewoon even alleen met mijn zusje. O ja, en neem dat kind daarzo ook even mee, wil je?' 'Zo praat je-' 'Niet tegen een Alpha, I know. Maar wat maakt mij het nou weer uit? Hij kon doen wat hij wilt maar ik ben toch onstervelijk en kan hem met één knip in mijn vingers vermoorden.' Zegt Seff terwijl hij me onderbreekt. 'En je vergeet het punt dat ik je beste vriend ben.' Zegt Calum terwijl hij mijn arm vastpakt en me probeerd mee te trekken naar buiten. 'Maaike, loop nou gewoon even mee! Laat dit familiemoment even tussen die familie, okay?' 'Maar-' 'Nee, geen gemaar. Kom, Maaike. Straks kan je haar weer zien.' Zuchtend laat ik me door Calum de kamer uittrekken. Met een klap doet Calum de deur dicht en loopt hij verder weg, mij nog steeds meetrekkend. 'Wat gaan we doen?' Vraag ik Calum als we het ziekenhuis uitlopen. 'Naar mijn vader. Hij moet dit weten.' 'En waarom moet ik dan mee?' 'Omdat jij jij bent en niet te vertrouwen als Sophies beste vriendin.' Oké, goed punt. 'En ik mag geen Omega van een andere Roedel alleen laten.'

Seff pov.

Met een zucht plof ik op de stoel naast het bed waar mijn zusje in ligt. Het is nog steeds raar om te beseffen dat ze mijn zusje is... maar ook weer niet.... En ik schaam me echt dat ik haar niet op het eerste moment geloofde toen ze zei dat ze mijn zusje was, maar het was dan ook nogal heel erg onverwachts. Ik ben er eigenlijk pas achtergekomen dat ze écht mijn zusje is toen ik haar pijn door mijn lichaam heen voelde. Alleen broers en zussen die dan ook beide geestenwandelaars zijn, voelen dat. Het is wel erg zeldzaam want de laatste vrouwelijke geestenwandelaar was.... vijfhonderd jaar geleden? Iets in die richting. Plots maakt mijn zusje een superzacht geluidje en direct schiet ik overeind. Hoopvol kijk ik naar haar gezicht maar er gebeurd niks. Na twee minuten wil ik weer op de stoel zakken maar dan pas vallen de rare paarse dingen in de zijkanr van haar nek me op. Voorzichtig veeg ik haar haar aan de kant en kantel haar hoofd zodat ik het beter kan zien. Het zijn kleine paarse bolletjes die als gekken heen en weer schieten in haar hals. Zodra ik ze herken word ik woedend, nee razend. Hoe durven ze?! Die vuile schoften! Ik vermoord ze! Mijn zusjes levensenergie een beetje uit haar zuigen! Stelletje smerige klootzakken! Ik merk pas dat mijn zusje is wakker geworden als ze haar hand op mijn hand legt. Met haar blauwe ogen kijkt ze me haast nieuwsgierig aan, alsof ze niet meer weet wie ik ben. Plots heb ik het ijskoud. Ze zouden toch niet alles wat haar aan geestenwandelaars doet denken verwijderd hebben? 'Seff...' krast ze dan en ik krijg een belachelijk grote glimlach op mijn gezicht. 'Wat... doe jij... hier?' 'Jou bezoeken.' 'Waarom?' 'Omdat je mijn zus bent.' 'Je... gelooft me...' Haar ogen glinsteren enthousiast. Ik knik. 'Ja, ik geloof je.' Zeg ik terwijl ik in haar hand een kneepje geeft. Duidelijk met veel moeite geeft ze een kneepje terug, terwijl ze waterig naar me glimlacht. Waarom gedraag ik me zo? Normaal gedraag ik me nooit zo! 'Je gedraagt je zo vanwege jullie band als broer en zus. Je kan niet alleen haar pijn voelen, jullie zijn automatisch ook closer dan wie dan ook.' Verteld Ethan, mijn wolf, me. 'Mag... mag ik wa... water?' 'Oh, ja tuurlijk.' Snel schenk ik wat water uit de kan in het glas, die beide naast het bed op het nachtkastje staan. Voorzichtig help ik haar overeind en zet het glas aan haar lippen en kantel het een beetje zodat het water in haar mond komt. Gulzig drinkt ze het water en binnen no time is het glas leeg en zet ik het weer op het nachtkastje. 'Je hebt dezelfde ogen.' Zegt ze concluderend terwijl ze me onderzoekend bekijkt. 'En dezelfde kleur haar en neus.' 'We hadden een tweeling kunnen zijn.' Zeg ik glimlachend. 'Misschien zijn we dat wel.' Zegt ze mysterieus. Lachend ga ik op de rand van haar bed zitten. 'Misschien wel ja.' Plots begint ze te gapen en ze doet duidelijk moeite om haar ogen open te houden. 'Ga maar slapen.' 'Ga je... niet weg?' vraagt ze gapend. 'Nee, ik zal niet weggaan.' Ze knikt en draait zich dan op haar zij maar onderdrukt direct een schreeuw van pijn en ik grijp naar mijn zij. 'Laat eens zien.' Zeg ik haast bevelend terwijl ik de dekens wegtrek zodat ik haar zijn kan zien. Ik til het wijde shirt een stukje op en mijn ogen vergroten zich. In haar zij zit een fors aantal hechtingen waar de huid omheen helemaal rood is. 'DIE VUILE BENWARS!' barst ik uit. 'Seff, rustig. Het is niks.' 'Niks? Niks?! Sophie, kíjk er is naar en zeg dan nog maar een keer niks!' 'Seff, rustig! Kom.' Zegt ze terwijl ze haar armen naar me uitsteekt. Zuchtend laat ik me door haar knuffelen. Ze gaan hier voor boeten, die klootzakken! Zomaar een meisje dat zichzelf níét kan verdedigen aanvallen! Ze vragen er gewoon om de oorlog te hervatten! Mijn zusje heeft me nog steeds niet los gelaten en verbaasd kijk ik op haar neer. Zo lekker knuffel ik nou ook weer niet! Dan pas valt haar rustige ademhaling me op, ze slaapt. Voorzichtig probeer ik me los te maken maar haar greep lijkt alleen maar steviger te worden. Uiteindelijk geef ik het op en ga ik naast haar liggen, wachtend tot ze weer wakker word.

Maaike pov.

Het gesprek bij Calums vader ging verrassend goed. Zijn vader heeft toegezegd dat onze Roedels moeten samenwerken om Sophie tegen die Benwars en ander geboefte te beschermen. 'Gaan we nu terug naar Sophie?' 'Ja, we gaan al terug naar Sophie en Seff. Ik vind het nog steeds raar dat hij haar broer is. En hoe zou hij het eigenlijk weten? Zijn ouders zijn al een hele tijd geleden gestorven. Ik heb zelf de lijken gezien en hij ook.' 'Ik weet het niet, maar loop eens door!' 'Ik loop al! Ik loop al!' Als we (eindelijk) bij de ziekenboeg aankomen, komt dezelfde jongen weer naar ons toegelopen, alleen nu veel rustiger en met een kalme uitdrukking op zijn gezicht. 'Ivo! Eindelijk, ik zie dat je niet meer zo gestresst bent dan zo net?' Zegt Calum vriendschappelijk tegen de jongen terwijl ze elkaar een klap op de rug geven. 'Ja, we krijgen niet elke dag een Rogue en een zwaargewond mens op bezoek. Die Rogue wou de hele tijd persé weten hoe het met dat meisje ging. Hij ligt nu eindelijk te slapen.' Calum begint te lachen. 'Maar ik ga weer naar dat mens.' 'Alweer? Waarom? Het is maar een mens!' 'Zij is haar beste vriendin en ze mag nergens alleen heen want ze is een Omega.' 'Aha.' 'En Seff is daar en die wil ik nog even spreken.' 'Sorry dat ik hem niet kon tegenhouden.' 'Maakt niet uit. Vanaf nu is hij bevoegd om het mens te zien want zij is zijn zusje.' Ivo knikt. 'Ik zal het noteren zodat de anderen het ook weten.' 'Helemaal top. Ik zie je nog wel.' 'Ik jou ook.' Calum begint weer te lopen en snel volg ik hem. Als we voor Sophies deur staan, hoor ik geen gepraat of zoiets, dus of Sophie is nog bewusteloos of Seff is vertrokken. Calum opent de deur en direct schiet ik langs hem heen de kamer in. Als mijn blik land op het bed waar Sophie in ligt, blijf ik versteld staan. Seff ligt bij haar in bed en heeft zijn armen om haar heengeslagen en zij bij hem. 'Krijg nou wat...' mompelt Calum zodra hij naast me staat. 'Het ziet er wel schattig uit.' Zeg ik uiteindelijk terwijl ik maar naar het tweetal blijf staren. 'En toch is het apart want normaal gaat Seff nooit zo om met meisjes.' 'Maar dit is dan ook zijn zusje hè.' '...Klopt.' 'Wacht, slaapt hij nou ook?' 'Hè? Ja. Oké, waarom heb ik het gevoel alsof ik plots iets heel intiems of iets in die richting heb verstoord?' 'Omdat ik datzelfde ongemakkelijke gevoel heb.' 'Laten we dan maar gaan.' 'Ja.' Ongemakkelijk kijken we elkaar aan terwijl we naar buiten schuifelen en zachtjes de deur dichtdoen. 'Dát-' 'was echt-' 'heel erg-' 'ongemakkelijk.' 'Jep.'

Zooo, weer een nieuw hoofdstukje! Hope you like it! En Sophie had wéér gelijk! En Ivo and Seff are back! Jeej! @ElfLunawithoutAlpha en ik hebben op ons duo-account (MoonLunas) ons eerste verhaal geupload genaamd: Twisted Mates! Neem zeker een kijkje ;)

Keep dreaming!
Me.

Continue Reading

You'll Also Like

82.3K 4.7K 35
Ik draai de deur op slot en loop naar huis. Alleen ik loop niet alleen. Ik hoor voetstappen achter me. Automatisch begin ik sneller te lopen. De voet...
209K 6.9K 34
Ik blijf nog steeds geschrokken bij prins Liam staan. Kwaad staat hij op. Al zijn spieren staan gespannen dus ik krijg hier zoveel problemen mee! Hij...
211K 7.3K 71
Untamed Deel 1: Ik loop de school binnen en ze komen gelijk op me af. Ik blijf stokstijf stil staan. 'Dat je hier nog durft te komen, Rogue' zegt hij...
379K 14K 61
Hanna is een onhandig meisje, ze heeft geen verdere familie en probeert te overleven in het bos. Max is een arrogante jongen, hij heeft een grote fa...