76. Compleet uit controle

256 19 4
                                    

Overal lag bloed.

Rode druppels vormden een pad door de gang, helemaal tot aan de behandelruimte. Daar werd Ryders vest uitgetrokken en zijn witte, bebloede kapot losgeknipt, om zo bij de schotwond te komen. In alle chaos was het de premiejagers alsnog gelukt om één van de beste vechters van het Instituut te verwonden.

Ik had hem nog nooit zo gezien. Zo kwetsbaar, zo afwezig. Hij hield zijn ogen dichtgeknepen toen Kane het bloed probeerde te stollen. Jax was geen moment van zijde geweken en bleef vastbesloten naast zijn bed staan, paraat om te helpen.

Prudence. Kon Prudence niet helpen?

Nee, bedacht ik me. Ze had vanochtend een bericht gestuurd dat ze op patrouille zou gaan, als hulpverlenend personeel. Net nu we haar zo dringend nodig hadden.

Door de ongebroken aandacht op Ryder, was ik de knarsende hoofdpijn even vergeten, totdat het weer genadeloos naar de voorgrond kwam. Ik kreunde zachtjes en bracht mijn hand naar de pijn op mijn hoofd.

Onthutst staarde ik naar de rode vlek op mijn vingers. Bloed.

'Uh...'

Voetstappen kwamen naar me toe. Het was niet Kane, noch Jax, maar Marton die opmerkte dat er iets niet klopte. Voordat ik het wist stond hij voor me en merkte hij het bloed op.

'Ga zitten', beviel hij me, en alsof ik net wakker was geworden strompelde ik langzaam naar het bed toe. Hij gaf me een zacht duwtje, waardoor ik op mijn rug kwam te liggen en hij kantelde mijn hoofd naar voren, om de wond te kunnen zien.

'Je hebt een aardige klap op je hoofd gekregen, Maeve', merkte hij op, iets dat ik ondertussen wel wist, maar wat de pijn niet minder maakte. Toen hij een lamp in mijn ogen scheen, voelde ik hoe een schok door me heen ging en mijn lichaam begon te trillen.

Als een kou verplaatste de rilling over mijn ledematen, gevolgd door onvrijwillige bewegingen. Mijn tanden klapten op elkaar en ik proefde een metalige smaak op mijn tong.

Het licht die Marton langs mijn ogen liet schenen, werd steeds feller en zijn bezorgde uitroep viel weg in de achtergrond. Mijn lichaam bleef zonder controle, zonder aanvoering doortrillen en schokken en langzaam leek mijn bewustzijn weg te drijven van de realiteit.

Het felle licht werd vervangen door onderscheidend heldere kleuren, variërend van alle kleuren groen en bruin, tot wazige figuren. Het was alsof ik me in een droom bevond, maar ik er zelf geen grip op kon krijgen wat er gaande was. Ik voelde hoe adrenaline zich door mijn lichaam pompte, hoe mijn voeten loskwamen van de grond en plots afremden, precies op het moment dat een oorverdovende kreet de lucht vulde en de stemmen stilden. Enorm veel pijn en afgrijzen kaatste af uit de kreet, die abrupt stopte en niet meer terugkwam.

'Maeve?!'

Op het moment dat het afgrijselijke beeld zich aan mij zou openbaren en ik eindelijk zou kunnen zien wat er gaande was, werd ik als het ware uit mijn droom getrokken en teruggebracht naar de realiteit. Dit was geen rustige manier van wakker worden, waarbij ik slaperig om me heen keek.

Nee, ik schoot volledig in de paniek. Mijn hart pompte als een malle het bloed rond in mijn lichaam en met een snelle, haperende ademhaling schoot ik overeind. Het licht was van mijn gezicht weggedraaid en de lange gestalte van Marton werd langzaam scherper, evenals de rest van mijn omgeving. Mijn ogen schoten heen en weer door de kamer, terwijl ik hijgend mijn adem probeerde te herpakken.

'Rustig aan, Maeve', sprak Marton mij toe, terwijl hij mij met zijn hand dwong om naar achteren te leunen. Zijn aanraking liet een schok door mij heen gaan, waardoor hij zijn hand weg trok.

'Maeve.'

Zijn ogen wachtten af tot ik hem aankeek. En dat deed ik dan ook eindelijk.

'Je bent veilig.'

Dit simpele zinnetje zorgde ervoor dat mijn hartslag langzaam bedaarde en mijn ademhaling zijn constante tempo herpakte. Kane was zich bewust van wat er gaande was, maar bleef zijn blik op zijn patiënt houden.

'Wat is er gebeurd?', vroeg ik, mijn brein als een pudding van verwarring en vergetelheid. De hoofdpijn was alleen maar erger geworden, evenals het lichte, zweverige gevoel in mijn hoofd.

'Je leek een aanval te hebben', begon hij, 'en je ogen kleurden paars, een soort...'

'Violet?'

Hij knikte en vroeg: 'Wat herinner je je?'

Peinzend greep ik naar de pijn in mijn hoofd en beet ik nadenkend op mijn onderlip, in de poging om alles terug te halen. Maar des te langer ik eraan probeerde te denken, des te meer er weg glipte uit mijn gedachten en ik achterbleef in verwarring en angst.

'Ik... ik weet het niet meer.'

Ryders blik vond de mijne. Zijn gezicht was bleek en zijn uitdrukking zwak, maar zijn diepblauwe ogen keken dwars door mij heen. In alle chaos van prikkels, kon ik zijn blik niet lezen.

De geur van bloed en oud stof klampte om me heen, samen met de stekende pijn op mijn hoofd en de rest van mijn ledematen. De behandelruimte was te helder voor mijn ogen en de snelle, gehaaste bewegingen van Kane, die Ryders wond behandelde, was te haastig om te volgen.

Alles ging trager. Mijn bewegingen, mijn gedachtes. Van een enorme snelle paniek, was ik overgegaan tot een fase van vermoeidheid en slappe spieren. Zuchtend gooide ik mijn nek achterover en slaakte ik een kreun van pijn en ongemak.

Marton had ondertussen de wapenriem om mijn heupen verwijderd en mijn vest losgemaakt. Met toestemming van mij onderzocht hij mijn schrammen en wonden, maar er leek niks ernstigs tussen te zitten, behalve de klap op mijn hoofd en de vormende blauwe plek rond mijn nek, waar de arm van een premiejager mijn luchtwegen had geblokkeerd. Ik huiverde bij de gedachte.

'Hoe is het met Audrey?', vroeg ik toen de situatie bij me was ingeslagen.

Kane hoorde de vraag en antwoordde, zonder zijn concentratie op Ryder te verliezen: 'Ze ligt te rusten in een andere kamer. Haar wond heeft haar zwak gemaakt, maar ze komt er bovenop. Dankzij jullie twee.'

'Dankzij, Maeve', bracht Ryder er kreunend aan toe.

Fronsend keek ik naar hem.

'Hoezo ik? Ik heb amper wat toegevoegd aan wat jij en de rest hebben gedaan', antwoordde ik.De pijn was te lezen van zijn gezicht, maar toch kantelde hij zijn hoofd naar mij toe.

'Je kwam me helpen. Zonder jou was het niet goed afgelopen. Dan was de afleiding voor niks geweest, en waren ze achter de anderen aangegaan', legde hij met verzwakte stem uit.

'Daarover gesproken, je krijgt nog iets van me terug', voegde hij eraan toe. Zijn lippen vormden een lichte grijns, die werd onderbroken door een pijnscheut.

'En wat dan?', vroeg ik.

Kane vertelde ons stil te zijn, maar Ryder zei nog een laatste ding.

'Zie je dan wel.'

Verrassingen, daar was ik geen grote fan van. Ik wilde weten wat ik kon verwachten, me voorbereiden op wat komen ging, maar ik moest me er eenmaal bij neerleggen dat mijn nieuwe leven niet zonder verrassingen zou komen. Ik moest het onverwachte verwachten en het zekere gebruiken als wapen. En wat ik wist, is dat Axon niet zomaar zou opgeven. Ze zouden mensen blijven sturen, steeds meer en steeds sterker. En dit keer kon geluk mij niet blijven beschermen.

Dat moest ik zelf doen.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu