87. De tijd tikt...

237 23 4
                                    

Dit spel was geen genadig testje. Het was een manier om mijn uiterste te testen.
     
Mijn ogen waren nog maar net dicht, toen een pijl tegen mijn buik knalde en er een enorme kramp van pijn door mijn bovenlichaam trok. Ik kon niet meer. Ik wilde niet meer.
     
Mijn kracht, mijn zwakte, ze vochten tegen elkaar.
     
'Waarom doet ze haar ogen dicht?'
     
'Hoe dom is dat!', klonk spottend vanaf de andere kant.
     
Ik voelde mijn drift opwakkeren als een steeds sterker wordend vuur. Wat me niet doodde, maakte me sterker. 
     
De grip op mijn saber werd weer strakker. Het ritme van mijn hart vond eindelijk een constant ritme en de beving uit mijn benen verdween. Een golf van energie stroomde door me heen.
      
Een pijl benaderde van achteren, maar zoefde langs me heen toen ik wegdraaide.
      
Gehoorzaam sloeg ik naar bevel twee juiste ballen kapot. De rest ontweek ik. Op dezelfde manier als toen ik geblinddoekt over het veld rende, was ik ook nu niet meer te stoppen.
      
Ik bleef bewegen. Dansend op de ballen van mijn voeten. Springend en bukkend, zwaaiend met het wapen in mijn hand.
      
De autoritaire stem kwam met onverwachte aanwijzingen, om het wat lastiger te maken.
      
'Sla alle ballen in de komende 30 seconden kapot.'
      
Eindelijk. Geen focus op geuren, maar gewoon slaan.
      
Alsof ik hiernaar had zitten snakken, verslapte ik de greep op mijn saber en begon ik hem in een cirkelvormige beweging rond te zwaaien. Sneller en sneller, zodat als ik mijn ogen lichtjes opendeed, ik een cirkel van blauw licht zag. 
      
Tik. Tik. Tik.
      
Doelwit na doelwit sloeg ik weg. Ik miste er geen een.
      
Doe je ogen nou open, zei een stemmetje in mijn hoofd, maar ik wist beter dan dat. De enige manier om mijn concentratie te behouden en mezelf niet over te geven aan alle prikkels, was focus. En daarom moest ik mijn zicht uitschakelen. Tot ik er klaar voor was.
      
Ik voelde een tinteling opkomen in mijn vingertoppen. Een bekend gevoel, die mij vertelde dat ik goed bezig was. Elke keer dat ik me één voelde met mijn Emorische gaven, verscheen die tinteling. Als een soort signaal.
    
Een lichte grijns verscheen op mijn gezicht, zichtbaar voor iedereen.
     
De adrenaline had zich beetje bij beetje opgebouwd, waardoor de pijn zich langzaam, op korte termijn, terugtrok en zich verschuilde in het uiterste hoekje van mijn brein.

Ik stelde me voor hoe trots mijn moeder zou zijn. Hoe verwaand Ryder zou zeggen dat dit "zijn resultaat" was. Hoe ik hem een stomp zou geven, dat ik dit helemaal zelf had gedaan.
     
Dit was mijn uitdaging. Mijn prestatie. Mijn tijd om een deel uit te maken van iets dat te groot leek voor mijn bestaan.
      
Toen de dertig seconden om waren, viel er een complete stilte. De sirenes waren gestopt. De flitsende lichten waren verdwenen. Het was als een hemel voor mijn hersenen.
      
Niet voor lang.
      
Rook. Een sterke geur van rook drong mijn neus binnen, waardoor ik mijn ogen op een kier zette. Onder de deur kwam een gigantische lading rook, die binnen enkele seconden de ruimte vulde. Een kriebeling in mijn keel, veroorzaakte een luide, half stikkende hoestbui.
     
Tien lage, harde geluidsignalen. Tien waarschuwingen. Tien pijlen die na elkaar werden afgeschoten.
     
Er was maar één manier om deze finale te winnen. Om uit te blinken boven de goed uitgevoerde prestaties van Rhea en Marnix. Door risico's te nemen. Of zoals de meeste mensen het zouden noemen: uitsloven.
     
Pijl één kwam precies naar mijn timing, van rechtsachter aangevlogen. Er was een hevige, harde ruk aan mijn geest, die mij smeekte om aan de kant te springen.

Ga daar weg!
     
Nee.
    
De pijl ramde in mijn rug en met gebalde vuisten ving ik de klap op. Elektrische lading schoot door mijn ruggengraat en ebde weg bij mijn onderrug.
    
Een volgende pijl vond zijn tegen mijn zij en schoot zijn schok en bleef als een taser hangen. Ik kreunde binnensmonds en begroef mijn nagels in de huid van mijn palm.
   
Twee pijlen raakten mij bijna synchroon. Eén tegen mijn nek, de ander genadeloos in mijn knieholte. Ik stortte neer op mijn knieën, met mijn nagels zo ver in mijn huid geboord, dat ik bloed rook. De pijn was ondraaglijk en ik verborg mijn gezicht door mijn hoofd naar beneden te laten hangen.
    
Wat doe je nou?!, schreeuwde een stem in mijn hoofd.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu