56. Een sprong wagen

294 21 9
                                    

Na een aantal tollende, verwarde minuten, draaide de wereld weer op zijn plek en kreeg ik het gevoel in mijn benen weer terug. Een zware druk lastte op mijn hoofd en mijn hartslag kwam langzaam weer terug tot zijn regelmatige ritme. Wat was er gebeurd?

Ik wist het weer.

Levi stond gehurkt naast mij en zijn grijsblauwe ogen pinden zich vast op mijn blik.

'Maeve?'

Langzaam knikte ik en probeerde ik met mijn hand steun te zoeken op de grond. Terwijl ik mijn gestrekte benen boog om ze vervolgens overeind te duwen, merkte ik de rest van de leerlingen op. Joshua leek verrast en probeerde deze verandering op een rijtje te krijgen, terwijl Finn op gepaste afstand toekeek. Zijn blik triomfantelijk, die zei wat ik nu dacht.

Ik had gefaald.

Het gewicht van Levi's arm, die onder de mijne drukte, zorgde ervoor dat ik mijn balans hervond en overeind kon staan. Meteen liet hij me los. Afwachtende blikken van de leerlingen schoten van mij naar de instructeur.

'Je kunt maar beter aan de kant gaan zitten, Maeve', sprak Levi met opgeheven hoofd. De bevelende toon in zijn stem liet mij twijfelen of het een verzoek was, die ik alsnog weigerde.

'Nee, het lukt me wel', antwoordde ik. Iedereen leek mij ongelovig aan te kijken, alsof ik zojuist iets idioots had gezegd. Ik zag in mijn ooghoeken hoe Finn bijna moest lachen om deze opmerking, waardoor een geïrriteerde rilling over mijn ruggengraat trok. Dit maakte mij alleen maar vastberaden om het te doen. Wat Levi en de rest dan ook vond.

Ik verwacht dat je doet wat ik zeg, had hij aan het begin verteld, maar toch besloot ik niet te luisteren. Met angst en aarzeling in mijn lichaam, overwon de koppigheid het toch. Zonder me iets aan te trekken van mijn omgeving, walste ik langs Finn en Oliver, wiens blikken mijn beweging volgden. Met beide voeten zette ik grond op de zwarte, leren matten, die de inslag zouden opvangen als ik van het palenparcours zou vallen. Ook hier hing de geur van bloed. Oud bloed.

'Meneer, haal haar daar weg. Ze redt het toch niet', mompelde Finn, wel degelijk bang dat ik het wél zou kunnen. Maar naar mijn verbazing nam Valor het voor mij op.

'Hou je kop, Finn. Ze wil het zelf, laat haar dan ook', kaatste ze, gevolgd door een lichte knipoog naar mij. Ondanks dat ik haar niet goed kende, waardeerde ik haar gebaar en draaide ik mijn rug om naar de rest. Met volle concentratie op het parcours voor mij, beende ik naar de eerste paal. Mijn inschatting vertelde dat de paal zeker drie tot vier meter lang was, misschien wel langer, wat mij niet bepaald gerust deed stellen.

Achter mij hoorde ik nog steeds het geroesemoes van de anderen, wachtend tot ik zou beginnen, maar ook hoorde ik hoe Levi zachtjes naar adem hapte en vervolgens een paar stappen naar voren deed.

'Ik help je als je dat nodig hebt', sprak hij me toe. De aarzeling in zijn stem vertelde mij dat hij geen vertrouwen had in mijn capaciteiten, waar ik zelf ook aan begon te twijfelen.

'Is niet nodig', mompelde ik, hard genoeg voor hem om te horen.

De eerste paal was in handbereik van mij en meerdere stokken, van afwisselende lengtes, staken uit aan de zijkant. Het niet geschuurde hout deed pijn aan mijn handen, die ik om de beurt om een nieuwe stok plaatste, en mijn voeten vonden steun op één van de stokken daaronder. Oncomfortabel hing mijn rechterarm hoger dan de ander en vond mijn rechterbeen rust op de laagste stok. Zacht kreunend liet ik mijn linkerarm los, die ik langzaam omhoog hees naar een stok daarboven, waardoor ik mijn voeten af moest zetten.

Nog een zet. Nog een geschramde hand die zijn vingers om een stok heen klemden, noodgedwongen gevolgd door mijn linkerbeen. Heel even bevond ik mij in een aardig stabiele, comfortabele positie, totdat ik opnieuw naar boven moest grijpen. Dat verstoorde de balans zodanig dat ik bijna achterover tuimelde, wat leidde tot een korte hap naar adem achter mij.

Ultravioletजहाँ कहानियाँ रहती हैं। अभी खोजें