47. Huiverende aanraking

282 18 1
                                    

Ik was niet de enige die de wanhopige kreet hoorde. De rennende voetstappen van Mace, Prudence en mij dreunden over de grond.
    
'Ga weg', bromde de stem van Yuna.

Een woedend gevoel kroop bij me omhoog, die het vuur in mij langzaam aanwakkerde.
    
Met een knal gooide ik de deur open.

Voor mij zag ik hoe Yuna tegen de muur aan stond gedrukt, met een lange, brede jongen voor haar. Zijn grijperige vingers gleden over haar lichaam, die ze paniekerig weg probeerde te slaan. Haar ogen werden groot toen ze ons zag.
     
Voor ik kon ingrijpen, was Mace mij al voor.

Bulderend van woede stormde hij naar voren en beukte hij in op de jongen. De tegels van de doucheruimte kraakten toen de jongen tegen de muur aan werd gedrukt. Haastig rende ik naar Yuna toe. Haar haar was nat en haar lichaam was omwikkeld met een handdoek.
    
De angst in haar ogen brak mij en ik snelde naar haar toe, om haar een omhelzing te geven.

Ik trok haar zo ver mogelijk weg van de jongen, die een scheve grijns op zijn gezicht had. Hij donkerblond, stijl haar en liet opnieuw zijn ogen over Yuna's lichaam glijden, wat hem een keiharde stomp van Mace opleverde.
    
'Trace, jij vieze zak', grauwde Mace, terwijl hij hem bij zijn kraag vastgreep.

Trace lachte.
    
'Ze vroeg er om, Mace. Ze keek me zo wanhopig en lustig aan. Ze wilde dat ik kwam', vertelde hij nonchalant.

De woede in mijn lichaam was zo ver opgerezen, dat ik naar zijn nek wilde grijpen, maar Prudence hield mij tegen.
   
'Laat het aan Mace over', fluisterde ze, waardoor ik gedwongen was mezelf in te houden.

Yuna begon te huilen en ik trok haar opnieuw in een omhelzing. Arme, arme meid.
   
'Ben je doof', gromde Mace, bijna in zijn gezicht spugend, 'je hoorde haar toch "Ga weg" zeggen? Omdat je niet tegen een afwijzing kan, ga je haar dan maar tegen haar zin aanraken? Ben je helemaal goed bij je hoofd?'

Ik had nog nooit zoveel woede in iemands stem gehoord. Trace zei niks meer, maar zijn gezicht straalde arrogantie uit.
    
'Geen zorgen, Yuna, hij komt hier niet mee weg', stelde Mace haar gerust, terwijl ze snikkend in mijn armen lag.

Haar hele lichaam beefde en het deed mij zoveel pijn, dat ik een traan in mijn ogen voelde opkomen. Prudence voegde zich bij de knuffel en samen beschermden we Yuna.
    
'Kom we gaan', sprak ik tegen Yuna.

Toen ik naar Mace keek, gaf hij me een knik die zei: 'Ik regel dit wel.'
    
Vertrouwend dat hij dit aankon, pakte ik Yuna's kleren van het rek.

Ik vroeg of ze wilde omkleden en ze vertelde mij: 'Alleen als één van jullie bij me blijft.'
    
Ik bood aan om buiten te wachten, voor als Trace probeerde om iets te doen, en Prudence ging met haar mee het omkleedhokje in. Haar sussend toen ze opnieuw begon te huilen. Met een rilling aan de gedachte wat er zou zijn gebeurd als Mace ons niet had bereikt.

We hadden niks geweten. Niks gemerkt. Totdat het fout was gegaan.
    
Ik wilde dat ik haar plek kon innemen. Dat ik zoals Prudence haar pijn weg kon nemen, maar dat kon ik niet. Het enige dat ik kon doen was haar helpen en ervoor zorgen dat Trace zijn verdiende loon kreeg.
   
Mijn gehoor ving het geluid op van een enorme stomp, gevolgd door het proesten van een man.

Het was afkomstig van Trace. Glunderend hoorde ik aan hoe hij nog een keer werd geslagen. Ik kon vanaf hier de geur van zijn bloed ruiken.

Goed zo.
    
Met een stevige greep hield Mace de arrogante, gluiperige klootzak vast en sleurde hij hem mee door de gang. Mijn ogen volgden hun bewegingen en ik vroeg me af wat hij met hem ging doen.
    
Prudence en Yuna kwamen uit het kleedhokje. Yuna had haar kleren weer aan en trok ze stevig tegen zich aan, haar handen nog steeds trillend. Ze gaf me een zachte, maar geforceerde glimlach.
    
'Mace brengt hem waarschijnlijk naar Vince', legde Prudence uit. Vragend kantelde ik mijn hoofd.
   
'Hij is één van de trainers, die Emonen traint om anderen les te geven. Hij is net zo oud als Elysian en leert de jongens een lesje als ze zich niet gedragen. Hij krijgt een waarschuwing, maar ik hoorde dat hij er eerder al één had gehad. Nog één en hij gaat in isolement, met de kans dat hij verbannen wordt, overgelaten aan de buitenwereld en ook onze vijand, Axon.'
   
Ik knikte en voelde een licht gevoel van triomf branden in mijn binnenste. Hij zou zijn verdiende loon krijgen.

'Hij zal je hoe dan ook niet meer lastig kunnen vallen, Yuna', stelde Prudence haar gerust, terwijl ze een arm om haar heen sloeg en haar tenderde lichaam tegen haar aan trok.
    
Met langzame, voorzichtige passen verlieten we de ruimte en bevonden we ons in de gangen van het grote gebouw. Mijn blik viel op Yuna.
   
'Je moet eigenlijk Mace bedanken, Yuna. Hij maakte zich zorgen om je en kwam naar ons toe', vertelde ik en ze keek me met grote ogen aan.
   
'Echt waar?', vroeg ze zachtjes. Prudence knikte.
   
'Ik weet zeker dat hij je leuk vindt. Hoe bezorgd hij was en hoe boos hij werd op Trace. Ik kan namens ons beide zeggen dat hij goedgekeurd is', nam Prudence het gesprek en ik grinnikte toen Yuna een blos op haar gezicht kreeg.
   
Yuna had tijd nodig om dit op een plek te zetten en het zou zwaar zijn, maar ik wist nu: Mace was haar medicijn.

En ik zou hun twee helpen om elkaar te vinden en samen een manier te vinden om deze gebeurtenis te vergeten.
   
'Vanaf nu, als je wilt douchen: vertel het ons, dan gaan wij ook. Ik kan sowieso wel een lekkere, warme douche gebruiken', suggereerde ik en Yuna gaf me een dankbare glimlach.
    
'Dank je, maar voor nu heb ik rust nodig. Is het goed als ik even alleen kan zijn?', zei ze, haar stem zacht en gebroken.

Prudence en ik keken elkaar aan. Een blik die alles zei.

Dat we bezorgd waren. Dat we verdriet hadden dat zij hier doorheen moest gaan. Dat ze hier alleen doorheen wilde, maar we respecteerde haar keuze en knikten.
   
'We zetten je af bij je kamer en komen later weer bij je kijken, oké?', sprak ik en Yuna knikte dat het goed was.

We namen een andere route als voorheen, die korter bleek te zijn naar haar slaapkamer. Voordat ze in haar kamer verdween, gaf ze ons een korte knuffel. Haar lichaam was nooit wezen stoppen met trillen. En de vrolijke straling in haar ogen, was compleet verdwenen.

Haar ogen traanden en als ik goed keek, kon ik zien op welke plekken hij haar had aangeraakt.

Ook ik trilde nu. Het moment waarop wij haar vonden, speelden zich opnieuw en opnieuw af in mijn hoofd, laat staan wat het deed in de hare.
    
Met verzet in onze lichamen, draaiden we ons om en liepen we weg. Er viel een kille, lege stilte tussen ons in. We waren beide verstomd.
    
'De pijn die ze heeft... Ik voelde het zonder haar aan te raken', mompelde Prudence en haar blik was terneergeslagen. Een piepend geluidje verliet mijn mond.
    
'Trace kan hier niet alleen met een waarschuwing vanaf komen. Dat... mag niet. Hij heeft dit al eerder gedaan en mag dit niet een derde keer doen', zei ik.

Prudence leek het met mij eens en maakte mijn gedachten af.
    
'Hij moet weten dat hij niet zomaar alles kan doen met meiden. Dat meiden terug kunnen vechten. Dat wij hem aan kunnen pakken als wij dat wilden', sprak ze met een toonloze stem.
   
'En dat is precies wat we gaan doen', ging ik verder.
    
Prudence stopte met lopen en keek mij aan.
    
'Wat is je plan?' 

UltravioletWhere stories live. Discover now