11. Aangewakkerd vuur

505 30 18
                                    

Ik was terug in het heden en voor mij stond een onbekende man, die een naald in mijn arm had geprikt.

Nee. Nee. Geen naalden. Niet weer. Nee.De volgende gedachtenkreet kwam uit mijn mond.

'Nee!', riep ik fel.

Ik probeerde mezelf los te rukken van alle draadjes, maar werd tegen het bed aangedrukt, zodat ik me niet kon bewegen.

Realisatie overviel me dat ik niet meer verlamd was, maar dat deed er niet toe.
       
Ik wilde weg.
      
'Maeve, rustig aan', zei dezelfde man, dit keer een tikkeltje onrustig.
      
'Hoe weet je mijn naam', bromde ik zachtjes.

Door alle spontane bewegingen werd ik overvallen door een duizelig en licht gevoel.
      
De man beantwoordde mijn vraag met een blik, naar iets dat naast mij bevond.
      
Mijn ogen volgden de blik en vielen op een jongen. Zijn lichtbruine lokken, zijn doordringende blik en strakke wenkbrauwen. Dezelfde jongen die ik had gezien voor ik de laatste keer weg was gevallen.
      
Ryder.
      
Een gevoel van woede, verraad en paniek sloeg over me heen. Scarlett. Herinneringen van haar schoten bij me terug, wat ervoor zorgde dat er een traan langs mijn wang in mijn nek rolde.
       
'Haal hem hier weg', siste ik. 
       
Nu pas zag ik een man naast mij zitten. Een lange, elegante man met een verstandige blik.
       
'Dat kan geregeld worden, als je dat heel graag wilt', zei hij zacht. Eindelijk iemand die naar me luisterde.
        
Een slangetje liep vanuit zijn arm naar... de mijne. Een rode vloeistof vloeide naar de andere kant en het sloeg bij me in. Een bloedtransfusie?
        
'Mijn naam is Elysian', stelde hij zich voor toen ik mijn ogen nog steeds op hem gevestigd had. Hij gaf me een flauwe glimlach.
        
Elysian gaf een korte blik naar een andere man in witte dokterskleding.
       
'Marton', sprak hij hem toe, 'zou je Ryder naar een andere ruimte willen verplaatsen? Maeve heeft rust nodig.'
       
Hij knikte en liep naar Ryder toe. Ryder gaf me een verbaasde en lichtelijk geïrriteerde blik.
       
Het gebeurde zo snel dat ik het niet kon bijhouden. Het ene moment werd de deur geopend, het andere moment werd hij dichtgesmeten, gevolgd door een lange stilte waarin Elysian en de nog onbekende man me aankeken.
       
'Dit is Kane. Hij heeft je verzorgd en jou in leven gehouden', zei Elysian met een blik op de man.
      
'Het spijt me dat ik je zo liet schrikken', antwoordde Kane zacht.
      
'W... wat is er gebeurd?', vroeg ik stamelend. Elysian nam het woord weer over.
     
'Je was in shock geraakt doordat je zoveel bloed had verloren. Vandaar de bloedtransfusie', antwoordde hij.

Mijn blik viel opnieuw op het slangetje gevuld met bloed.
     
Heel even neigde ik om te vragen wat er met Ryder was gebeurd, maar ik realiseerde me dat het me niks kon schelen.
     
'Waar ben ik?', was mijn volgende vraag.

Elysian lachte zacht.
    
'Dat vertellen we je later. Ga nu maar rusten', antwoordde Kane.

Vermoeid gaf ik toe en liet ik mijn spieren ontspannen.
     
Langzaam vervaagde de witte muren tot een zwarte vlek en sloot ik mijn ogen weer. De aanwezigheid van Elysian gaf me op een rare manier een veilig gevoel. Evenals de ketting om mijn nek. Terwijl ik mijn ogen sloot, omklemde ik de ketting met mijn vingers.
     
Ik leef nog, papa, fluisterde ik zachtjes, in de hoop dat mijn vader het op een manier zou ontvangen.

————————————————————————

Een klop op de deur zorgde ervoor dat ik wakker werd. Met een krakend geluid werd de deur voorzichtig geopend en verscheen het gezicht van Elysian.
    
'Je bent wakker', zei hij.

Kreunend hees ik mezelf overeind in het bed en keek ik hem aan. Hij had een glas water in zijn handen en kwam naar me toegelopen.
   
'Hier', zei hij terwijl hij mij het glas toe reikte. Ik nam het aan en nam een kleine slok.

UltravioletWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu