I

1.3K 93 27
                                    

A/N In de media zien we onze geweldige Leora. Ik vind haar zelf een beetje dunnig maar goed, het is ook een model.

Anyway, enjoy!

Leora

Uitgeput was ze. 

Uitgehongerd. 

Haar lichaam bezat niet de kracht die het moest hebben om in deze omstandigheden te kunnen overleven. Het was geen verrassing geweest. Haar lichaam was altijd al fragiel geweest. Met gym zat ze altijd op de rand van een voldoende en een onvoldoende.

Ze was niet sterk. Fysiek niet, maar mentaal evenmin. Ze had haarzelf altijd al een zwakkeling igevonden. Haar zelfbeeld was nooit goed geweest. Maar ze was hier wel. Ondanks alle pijn die haar was bezorgd de afgelopen dagen, was ze hier nog steeds. En ze wilde niet opgeven. 

Hoe groot haar angst ook was, hoe verleidelijk de dood op sommige momenten ook leek: ze kon het niet. Ze moest doorgaan. 

Strompelend en wankelend liep ze naar de afgebrokkelde muur van een gebouw dat ooit een warenhuis had moeten voorstellen. De naam van het bedrijf stond nog op de muur, al was het grauw en aangetast. 

Hema.

Een winkel dat in elk centrum wel te vinden was, was nu niets meer dan een uitgestorven plek dat paste bij de situatie die gaande was. 

Eenmaal aangekomen bij het gat in de muur, leunde ze tegen de afgebrokkelde muur. Haar ademhaling was gejaagd en ongecontroleerd. Alles deed pijn en alles ging met moeite. 

De wond die ze had opgedaan in haar zij toen de ramp plaatsvond, slokte nog meer energie van haar op dan dat ze kon veroorloven. Ze had geluk gehad dat ze nog een EHBO-kist had kunnen vinden dat haar wond kon bedekken, anders had ze nog veel verder van huis gezeten. 

De ruimte voor haar was zacht gezegd triest. Stukken plafond waren neergevallen op de schappen. Gewilde producten lagen in stukken gebroken op de grond. 

Een golf van misselijkheid trok door haar heen toen ze onder de brokstukken plafond een hand vandaan zag komen. 

Het was een gewone dag geweest, een dag waarin iedereen bezig was met zijn of haar dagelijkse bestedingen. Maar nog nooit was een dag zo tragisch verlopen als die ene dag. 

Leora pakte alle moed bij elkaar, ademde diep in en vervolgde haar tocht de winkel in. De omgeving draaide, haar maag rommelde en haar zij brandde van de pijn. Ze moest nodig wat voeding binnen krijgen, anders zou zij de volgende dag misschien ook niet redden. 

Hema was niet een bedrijf dat veel eten bezat, maar alle grote supermarkten waren al geplunderd. Ze wist dat Hema wel eten verkocht en ze gokte erop dat het nog verkrijgbaar was. De kans bestond dat het eten was besmet met straling, maar Leora moest dat risico wel nemen. Haar schrale voorraad aan voedsel was op en ze hield het niet lang meer vol op deze manier. Dan was het beter om toch zo’n kans te grijpen met het gevaar op besmetting. Dan rekte ze het einde toch nog iets uit. 

Vermoeid knielde ze neer tussen twee – verbazingwekkend genoeg – overeind staande schappen die gevuld waren met eten. Eten dat nog niet gestolen was en dat nog wel in haar beschikking lag. 

Ze pakte drie pakken met koeken die er nog goed uitzagen en die ook redelijk wat voeding leken te bieden. Zo pakte ze nog enkele andere producten die niet te veel wogen en die haar wel voor enige tijd zouden kunnen voorzien, tot haar tas vol zat.

Ze haalde één stroopkoek uit de verpakking en nam die tussen haar tanden terwijl ze de verpakking wegstopte in haar rugtas. Met kleine hapjes genoot ze van de smaak die het eten haar bood. Het was heerlijk om… 

Haar ogen sperden zich wijd open toen ze het gekreun hoorde van het gebouw waar ze zich in bevond. Eén blik omhoog was genoeg om haar te vertellen wat er aan de hand was: dit gebouw hield het niet lang meer vol.

Alex

Met zijn hand over zijn arm geslagen strompelde hij het plein op. 

Hij had dagen gelopen om op zijn minst in de buurt te komen van zijn oude woonplaats. Hier herkende hij niets, hij wist niet welke wegen hij moest volgen om thuis te komen. Het spreekwoord alle wegen leiden naar Rome, leek hier van geen enkel nut. Natuurlijk woonde hij niet in Rome; maar zijn ouders gebruikten het altijd wanneer ze hun eigen huis bedoelden. 

Zo ironisch was het allemaal. Hij had geen flauw benul waar hij was, hoe hij het kon overleven en waaróm hij het had overleefd, waar zijn ouders en zijn broer waren, zijn tantes en zijn ooms, zijn neven en nichten. Hij wist niet meer wat hij in die gang aan het doen was en zijn ogen hadden nog steeds moeite om scherp te stellen. Hij besefte dat hij wel erg duizelig moest zijn, door wat er ook gebeurd was. 

Hij had nooit een heel goed geheugen gehad als het om de korte termijn ging, maar dit was erg. Hij wist niet meer waar hij zich bevond. 

Hij hurkte neer tussen een stapel puin en ging op een betonblok zitten, zijn hoofd tussen de knieën en probeerde de onrust in zijn hoofd te herstellen. Het was hardnekkig. 

Een tijdlang zat hij daar, met zijn rug die met elke ademhaling opbolde en neerzakte. Zijn hoofd voelde aan alsof iemand er zojuist een metalen bol in had gestopt die naar de kant rolde waar hij zijn hoofd naar draaide. Hij kneep zijn ogen dicht en wreef met zijn handpalm langs zijn gezicht. De herinnering kwam als een blikseminslag.

Hij was aan het werk in een energiecentrale, om Utrecht en de gehele provincie van stroom te voorzien. De grond schudde al enige tijd, dus niemand was er bang voor. Ze dachten allemaal hetzelfde: waarschijnlijk heeft de regering bouwvakkers opdracht gegeven nieuwe huizen te bouwen omdat er al jaren woningnood speelde.

Knopjes, bediende hij, duizenden knopjes en hij wist de werking er nog van. Maar toen hij probeerde die knopjes voor zich te halen, werd alles wazig en zag hij ronddansende lichtjes.  

Toen merkte hij dat zijn ademhaling juist gebrekkiger was geworden, en zijn keel was droog. Zijn tong voelde aan als schuurpapier en dat kon slechts één ding betekenen: water, vocht. hij had vocht nodig. 

Hij liet zijn linkerhand op zijn knie rusten en trok aan het velletje op zijn knokkel. De huid trok niet terug, of in elk geval niet zo snel als hij dat wilde, en dat betekende dat hij uitgedroogd moest zijn. Veel sneller dan zijn lichaam dat toeliet, sprong hij op. 

De gevolgen daarvan kwamen al spoedig naar boven in zijn slokdarm. Hij braakte al de weinige maagvulling die hij had tussen het beton uit en keek er enkele seconden naar. De volgende poging om op te staan lukte, maar hij bleef nog wel even over zijn benen geklapt staan om op ademhaling te komen.

Hoe moest hij in godsnaam verder, een stad vinden die nog enigszins overeind stond, als hij niet eens puf had om te lopen, überhaupt niet eens om te staan?

Hij tilde zijn hoofd op en bekeek de wereld rondom hem. De zon stond fel op hem en daardoor prikte zijn wond, die hij losgelaten had. Donkerrood bloed staarde hem aan en hij wendde snel zijn hoofd er van af. De wereld rondom hem was verder grijs. Hij zag geen gras en vroeg zich af wanneer hij voor het laatst gras had gezien.

De stoep was gescheurd en het asfalt op de weg lag opstaand tegen rotsen, waarvan hij niet eens wist dat die er ooit waren. Er reden geen auto's, geen vrachtwagens en geen bussen, wat alleen kon betekenen dat er echt iets aan de hand was, wat niet veel goeds kon betekenen voor de samenleving.

Apocalypse: Het Einde Van De WereldWhere stories live. Discover now