XXVIII

202 22 0
                                    

Leora

In zo'n korte tijd was er zoveel gebeurd wat ze nog niet had kunnen verwerken. Het was in haar opgekomen, maar vrijwel direct had ze het weggestopt en waren ze verder gerend.

In de container, minstens vijf meter boven de grond, zaten ze verscholen. Alex had haar beschermend - en sussend - in zijn armen genomen en als een klein, weerloos meisje leunde ze met haar wang op zijn borst dat gehaast op en neer bewoog.

Ze was kapot, fysiek én mentaal, maar dwong haarzelf de tranen binnen te houden. Het laten ontsnappen van een snik konden ze niet riskeren.

De regen kletterde op het metaal en overstemde de stemmen van onder waar ze zich zo hard op probeerde te concentreren.

Het waren er veel. Heel veel. En wie had ze gestuurd? Hij, die ene vader van d'r.

Die man die haar zelfwaardering ten schande had gedaan, die haar lichaam had verminkt en die haar leven kapot had gemaakt. Toen had ze in angst en vernedering moeten leven, nu in angst en haat. Haat jegens haar vader.

Waarom wilde hij haar opzoeken? Waarom moest het in zo'n grote groep? Waarom met zoveel geweld?

'Kijk om je heen, Jackson, we kunnen niet eindeloos door blijven zoeken.'

'Ze kunnen niet ver weg zijn, we blijven zoeken,' beval hij.

'Waarom al die moeite? Wat hebben we er überhaupt aan? We krijgen er geen eten door, geen extra munitie.'

'We blijven nog een kwartier zoeken, daarna vertrekken we.'

Vijftien minuten. Vijftien minuten van zestig seconden.

Het was een lange tijd, een tijd waarin veel kon gebeuren. In die vijftien minuten kon het haar en Alex fataal worden. Als ook maar iemand zijn ogen goed open had, waren ze er geweest.

Dan zou Alex overlijden door haar schuld. Dat kon ze toch niet laten gebeuren?

Heel even overwoog ze het zich uit zijn armen te wringen en haarzelf af te geven. Dan hadden zij wat ze wilden en ging Alex vrijuit.

Maar ze wist dat hij dat niet zou toelaten. Hij zou haar proberen tegen te houden, zo nodig zelfs volgen. Het zou een zelfmoordpoging zijn.

Leora drukte haar rechterarm tegen haar buik en klemde haar hand rond de wond in haar zij.

Haar andere hand lag nog steeds in Alex' hand en voorlopig was ze ook niet van plan deze los te laten.

Was het echt gebeurd?

Alsof het niets was, was ze weggerend met hem, vanwege de schoten die achter hen vandaan klonken.

Alsof de kus er niet geweest was, maar die was er wel degelijk geweest.

Een kort moment van euforie.

Een kort moment dat ze vergat hoe slecht de wereld eraan toe was. Een kort moment waarin ze zich gelukkig voelde.

Zwijgend zaten ze daar. Vijftien minuten lang. Misschien iets korter, misschien iets langer, maar de mensen waren vertrokken.

Ze bleven nog enkele minuten zo zitten, bang dat er toch nog iemand rondstruinde.

Pas toen ze een tijd lang niets meer gehoord hadden, besloot Alex de stilte te doorbreken.

'Hoe voel je je?' vroeg hij.

Ze wilde zich zo verschrikkelijk graag groot houden. Ze wilde laten zien dat ze sterker was dan dat menig mens van haar verwachte, maar ze kon het niet.

Apocalypse: Het Einde Van De WereldUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum