Hoofdstuk 18

125 9 1
                                    

Hadden de spelmakers dit misschien voor expres gedaan? Om een tribuut zijn reactie te zien?
Geen idee, maar ik moest te weten zien te komen wat hier gaande was. Ik snapte er totaal niets meer van en begon stil aan te paniekeren. Ik zette al een paar stappen naar achter, wat meer verwijderd van de onthoofde man. Goed. De man moest dus een belangrijke persoon zijn geweest in een...strijd. Ik had nog geen idee welke, of met wie of weet-ik-veel-waarom, maar daar moest ik achter zien te komen. Misschien was het zelfs een waarschuwing van de spelmakers om me te verbergen, of zo iets.
Ik raapte het briefje terug op van de grond, die ik van verbazing had laten vallen. Het dik, lichtbruin stuk papier was al helemaal nat door op de grond te hebben gelegen. Gelukkig waren de woorden nog leesbaar.
Ik las het nog eens een paar keer door om alles goed te onthouden.

Zorg dat u heel blijft, ik wil uw hoofd alleen niet terugvinden. We zien u om vier uur op de plaats waar je de maan twee keer ziet.

Von Manstein

Von Mantstein, klonk niet precies als een Nederlandse of Vlaamse naam.
Ik onderzocht het lichaam nog even, om te zien of er niets anders was. Even denken aan mijn geschiedenis lessen, die meestal alleen gingen over de Grote Oorlog die zo'n 100 jaar geleden plaatsvond. Toen waren er ook soldaten, wat hadden zei nog belangrijks? Ik kon er niet op komen. De laatste weken zat ik met andere zorgen aan mijn hoofd en ik had jammer genoeg nooit de kans gekregen om het proefwerk erover mee te maken... Ondertussen begon het donker te worden en ik moest een boom vinden om in te slapen (en deze keer niet letterlijk in, maar op te takken). Dakota en Benjamin moesten dus wachten tot morgen.
Het stuk perkament stak ik in een zijzakje van mijn rugzak terwijl ik naar het bos terugliep, zo ver mogelijk verwijdert van de vieze geur, en terug naar de natuurlijke geur van de dennenbomen. Uiteindelijk koos ik een treurwilg aan de rand van het meer, door de lange, hangende bladeren en takken was ik moeilijk zichtbaar. En dat was precies wat ik wilde zijn.
Mijn etenslust was sowieso al verdwenen. Dus ik sliep - tot mijn verbazing - langzaam in met een lege maag, en een hoofd vol met gedachten.

Ik droomde. Over oorlogen en tanks. Over geweren en messen. Over weduwen en kinderen zonder ouders. Over dieren die hulpeloos rond slenterden op zoek naar wat voedsel. En toen droomde ik over mijn broertje, Tom. Hij rende histerisch rond en riep mijn naam. "Gwendolyn! Gwen! Gwenny waar ben je!" Ik zag hem, maar kon niet naar hem toe lopen. Ik hoorde hem, maar kon niet naar hem roepen "Het komt goed". Net zoals ik tegen hem had gefluisterd voordat ik naar voren moest komen bij de Trekking. Komt alles wel goed? Zal mijn belofte bewaard worden? Wat maak ik mezelf wijs, en Tom trouwens ook. Ik overleef dit nooit. Ik zou dit nooit winnen. Niemand zal dit ooit winnen. Overleven misschien, maar tegen Centraal winnen, is ver boven mijn grootste dromen, ver boven vele burgers hun grootste dromen.
Het leek of ik half aan het slapen was, en met de andere helft flink aan het denken was. Maar dat was onmogelijk. Want toen kwam Jason. Hij stond recht voor me en keek me aan met zijn donkerblauwe ogen. Hij had overal blauwe plekken en het leek alsof hij al urenlang niets had geslapen. Maar toch bleef zijn schoonheid mij opvallen. Hij bleef daar maar staan. In de kleding van de Spelen. En toen liep hij weg. Hij liep naar Tom. Jason pakte mijn broertje op, gaf hem een knuffel en fluisterde iets in zijn oor. Tom stopte met huilen, en verdween in de armen van Jason uit mijn ogen.

Ik werd die ochtend nog wakker voor dat de zon aan de hemel stond. Het enige wat het bos verlichtte was de oranje gloed, een teken dat de zon straks uitkwam. Ik had genoeg geslapen om verder te gaan - beter gezegt terug te gaan - dus klom ik uit de wilg, viel bijna in het meer en belandde daarna gelukkige veilig terug tussen de naaldbomen en de heerlijke geur.
Ik stapte in de richting waar ik in het begin vandaan kwam. Ik liep voorbij de bron, waar een paar kikkers angstig het water in sprongen. Deze keer verschrok ik me niet zo erg als gisteren. Ik probeerde zo zacht mogelijk over de takken te wandelen, en spitste mijn oren heel te tijd. Maar het enige wat ik hoorde waren een aantal vogels die fluitend over het meer vlogen en het beekje dat vredig voorbij stroomde toen ik erover sprong. Toch had ik het gevoel dat ik goed op mijn hoede moest zijn, zeker nadat ik gisteren die lijken had gevonden.
Toen ik vervolgens aankwam op het stuk waar ik juist het meer had gevonden, dacht ik even na. Misschien gewoon rechtdoor lopen, ooit zal ik sowieso uitkomen aan de andere kant van de berg, ik vind ze wel terug, ik vind ze wel terug, dacht ik bij mezelf.
Voordat ik voorts ging, moest ik nog één ding doen. Hetgene waarvoor ik eigenlijk weg was gegaan. Ik deed mijn rugzak uit en haalde er de drinkbussen uit, vulde hen goed vol met water en hoopte voor mezelf dat dat niet te zwaar ging worden om nu verder mee te lopen. Ik at ook nog vlug de laatste besjes op en stak alles terug netjes in mijn rugzak. En met een zwaardere rugzak wandelde ik verder, meer en meer verwijderd van het meer. Meer en meer weg van de enge doden mensen aan het moeras met het kapotte loopbruggetje. Wees er maar zeker van dat ik toen blij was! Ik liep voor zover ik kon zo rechtdoor mogelijk, en kwam voorbij de grote braamstruiken, waar ik nog wat dikke bessen plukte. Het was vandaag veel warmer dan de dagen ervoor, en ongeveer een half uur later had ik mijn jasje uit gedaan. Meteen daarna haalde ik mijn haren uit de knoop die een dot had voorgesteld. Ik kamde het voorzichtig met mijn vingers terwijl ik verder wandelde en opstakels vermeidde. De vlugge schuine vlecht die ik had gemaakt was niet zo mooi, maar hij kon er mee door. Toen ik een paar tiental minuten later was, struikelde ik plots. Ik had even niet opgelet op de weg voor me. Ik krabbelde overeinde en staarde naar de omgevallen stam die me had toen tuimelen, en realiseerde me dat ik die op de heenweg ook was tegengekomen. Ik voelde me even heel kalm. Opgelucht bij de gedachte dat ik strakt hopelijk niet alleen meer zou zijn, maar dan in het positieve, terug bij Dakota. En ik zal nog opgeluchter zijn als ik daar eindelijk aankwam.

Je kan nu ook media teovoegen, gelijk foto's en illustraties! Dat wou ik jullie vragen. Het leek me heel tof om een cast toe te voegen van bekende mensen die dan de personages in het verhaal spelen te maken. Hebben jullie ideeën voor acteurs?????? Zeg het me dan alsjeblieft, stuur het me dan nu meteen!! Ik hoor graag jullie meningen, en hoe je elk personage in gedachten hebt :)

Dankje! Marie

PS: moesten jullie meer willen weten over me, volg me dan op instagram! Mijn gebruikersnaam is @mariemeertens . Het kan goed zijn dat ik privé sta, maar ik accepteer iedereen. Ik volg je terug!

De Klasspelen (a Hunger Games fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu