Hoofdstuk 2

484 24 2
                                    

Langs alle kanten keken mensen,onze klas aan. Ik was helemaal verstijfd. In mijn ooghoeken zag ik hoe ook mijn vrienden helemaal bevroren voor hun uit staarden. Luciana gebaarde dat we naar voren moesten komen. 'Kom dan, maar maar!' Riep ze door de microfoon. Langzaam kwam onze klas in beweging, de eersten die naar voren gingen waren Alexander, Elena en Luke (natuurlijk, ze vinden zichzelf super stoer!). We liepen de trappen op en gingen voor de micro staan. Om de beurt moesten we vlug onze naam zeggen en naar achter gaan. Ik deed een stap naar voren, 'en, wat is jouw naam meisje?' Vroeg Luciana. 'Gwen, Gwendolyn.' Antwoordde ik bibberend. Ik zag van af hier mijn ouders en mijn broertje staan, Thom keek me bang aan, ocharme! Ik had hem beloofd dat alles goed ging komen...

Nadat iedereen zijn naam gezegd had, begeleiden enkele bewakers ons naar binnen, in het grote gebouw achter, ik heb nooit echt begrepen wat ze daar doen, iedereen moest even in een aparte, kleine kamer gaan zitten, daar werd nog afscheid genomen van je ouders.

Mijn mama kwam hysterisch binnen gelopen en begon ontzettend hard te huilen, terwijl mijn vader tamelijk rustig bleef, maar erg stil, ik zag in zijn ogen hoe verdrietig hij was. Tom kwam naar me toe gelopen en gaf mee en dikke knuffel. 'Het spijt me zo...' Zei papa, en gaf me ook een knuffel.

Ik liep naar mama. 'Luister, mama, we hebben niet veel tijd, ik wil niet dat je gaat verdrinken in verdriet, oke? Ik hou zoveel van jullie, en er is weinig kans dat ik dat nog eens zal kunnen vertellen, maar alsjeblieft, we wisten allemaal dat dit kon gebeuren!' Zei ik om ze een beetje gerust te stellen.

Mama keek me aan met haar ogen vol tranen. 'Ik hou ook van jou liefje, zoveel!'

Er kwam een bewaker binnen die zei dat ze weg moesten gaan, en nam mijn moeder bij de arm en trok ze de deur uit. 'Probeer te winnen Gwendolyn, misschien kun je het! Je bent slim!' Hoorde ik Tom nog zeggen, en toen viel de deur dicht. Ik kan het gewoon niet geloven, ik moet mee doen aan De Klasspelen, en als ik het wil overleven zal ik mijn eigen vrienden moeten doden! Ik zakte helemaal in elkaar en wou net gaan huilen toen de deur open ging. Het waren de ouders van Dakota, die gelijk de mijnen net super hard gehuild hadden. 'Gwendolyn, liefje, het spijt me zo!' De moeder van Dakota liep naar me toe en gaf me een medaillon, ze hing het rond mijn nek. Ik deed het open en zag een foto van mij, Dakota en David. 'Ik wil je er aan herinneren dat jullie ervoor vrienden waren...' Zei ze met een zucht.

Opnieuw kwam er een bewaker binnen die haar bij de arm pakte en haar de deur uit trok. 'Je zult wel begrijpen wat bedoel!' Riep ze nog uit. De foto was niet zo lang geleden getrokken, op de twaalfde verjaardag van Dakota. Ik had ze toen geld gegeven omdat ze aan het sparen was voor een Ipod. Ze had hem twee weken geleden gekocht, niet zo erg de moeite waard meer...

Om naar de hoofdstad te gaan van Garennes, Centraal, werden vier treinen gebruik voor gemaakt, dat betekent dat in elke trein vijf kinderen van onze klas zaten. Bij mij in de trein zat - gelukkig! - Dakota, Luke, Alicia en Jason. Hoe het bij de anderen was, daar had ik geen idee van, nadat de moeder van Dakota bij me langs was gekomen om me dat medaillon te geven hadden de bewakers me begeleid tot de trein. Om gelijk te zijn, hebben ze besloten om in elke klas evenveel jongens als meisjes te zetten, wij hebben dus tien jongens en tien meisjes in de klas. We kregen elk een kleine slaapkamer, met een badkamer langs en toilet, in de kast hingen enkele kleren op mijn maat, die ze waarschijnlijk net er in gehangen hadden. Het liefst had ik mijn kleren van thuis aangehouden, maar in een kleedje voel ik me echt niet goed. Dus trok ik vlug een blauwe t-shirt aan een warme sweater en een jeans, het medaillon hield ik natuurlijk aan. Aan mijn voeten deed ik vlug schoenen met vacht in aan, die waren lekker warm. De spelden die mijn moeder in mijn haar had gestopt trok ik er uit en maakte vlug een slordige vlecht met mijn donkerblonde haren.

Toen ik mijn kamer uitging, zag ik Jason in het salon achter de glazen deur zitten. Hij was aan het praatten met een jongen van ongeveer 26 jaar. Toen ik de klink naar omlaag deed, keken ze op.

Ik glimlachte naar Jason en ging naast hem zitten, hij had zich ook al omgekleed,en net gelijk ik vlug wat eenvoudige kleren aangetrokken. Ik keek hem aan, zijn ogen waren ongelooflijk donkerblauw, hij heeft lichtbruine haren, waarvan hij soms een lok uit zijn gezocht moest halen. Ik had nog nooit Jason zo bestudeerd als nu, maar hij deed juist hetzelfde bij mij.

'En, hoe gaat het? Het al een beetje verwerkt?' Vroeg hij.

'Valt wel mee, maar als ik nu onbekenden moest vermoorden van mijn leeftijd, voelde ik me al een stukje beter! Jij?' Antwoordde ik. 'Bij mij hetzelfde...' Zei Jason terwijl hij naar beneden keek.

'En dit moet ik dus elk jaar doen.' Zei de jongen(man) die tegenover Jason zat, ik had hem ervoor gewoonweg genegeerd en afgevraagd wat hij hier deed, maar nu kwam tot me door dat hij onze mentor moest zijn. 'Ik ben Willem, jullie mentor, van de vijf kinderen in deze trein.' Zei hij. 'Ah, aangenaam, ik ben Gwendolyn.' Zei ik. In elke trein is er een mentor, iemand die al eerder in De Klasspelen heeft moeten meedoen en dan gewonnen is, zij moeten dan elk jaar meekomen om de nieuwe te begeleiden. Lijkt me ook niet zo een leuke taak...

'Ik was net Jason advies aan het geven hoe je zou kunnen overleven.'

De Klasspelen (a Hunger Games fanfic)Where stories live. Discover now