Hoofdstuk 11

269 14 1
                                    

Met heel veel gejuich wandelde ik het podium op richting Henry. Hij begon te lachen en toen het het publiek stiller was vroeg hij: 'Oh Gwendolyn, je ziet er mooi uit! Vind je niet mensen?' Het publiek begon weer hard te klappen en te roepen. Ik lachte en bedankte hem. 'En wat heb je een mooi medaillon aan! Vanwaar heb je die?' Oh, ik had inderdaad mijn medaillon aan! 'Ik heb hem van thuis meegenomen, uit Patencia.' Antwoordt ik. Henry trok zijn wenkbrauwen op. 'Oh, en van wie heb je hem gekregen?'

Ik slikte en gaf zachtjes antwoord: 'Van de moeder van mijn beste vriendin, Henry.'

Hij lachte. 'Dan moet ik haar bedanken dat Gwendolyn zo iets moois draagt!' Ik glimlachte naar hem. 'En Gwendolyn, wat ga je het meeste missen als je in de Spelen bent?'

'Wel, euhm...' Mijn stem stierf weg. Ja? Wat ging ik het meeste missen? Mijn familie? Mijn dierbaren? Ik denk het niet eigenlijk....

'Euhm, mijn dierbaren.' Net toen Henry iets wou antwoordden zei ik: ' En Patencia zelf, de bossen en de dieren.'

Ik slik langzaam en kijk de mensen aan. 'Weet je, vroeger ging ik altijd naar het bos om eens rustig te kunnen genieten van de natuur. Soms ging ik met mijn vrienden, maar meestal alleen.' Het publiek was een tijdje stil. 'Henry, ik vind dat jullie, de mensen van Centraal, ook eens zo iets moois mogen zien! Ik vind het erg voor jullie dat jullie zo weinig natuur hebben!' Zei ik op een luide toon.

Henry pakt mijn hand vast. 'Gwendolyn, zo aardig van je dat je met ons meeleeft. Wij zouden dan inderdaad graag eens zien! Maar, je zei ook je dierbaren. Zijn er ook dierbaren die mee doen de de Klasspelen?'

Ik keek hem ongelovig aan. 'Tuurlijk! Het zijn mijn klasgenoten!' Antwoordde ik. 'En, wie vind je dan het allerbelangrijkst?' Vroeg Henry.

Ik keek ergens in een punt net naast de schouder van Henry. 'Dakota, en David, en..' Begon ik.

'En?' Drong hij aan. 'Jason.' Ik slik en kijk hem aan. Waarom vroeg hij dat nu? Wou hij me er weer aan herinneren dat ik ze zal moeten vermoordden? Erg hoor.

'Leuk dat je dat allemaal met ons meedeelt Gwendolyn. En wij hopen voor je dat je het niet al te moeilijk krijgt. Mensen, de mensen uit Centraal konden reageren, hoorde ik - wij allemaal - een raar, geluid. Het kwam van erg dicht bij me. Het hielp niets toen ik rond me heen keek, niks leek er naar te wijzen waar het geroffel vandaan kwam.

Maar toen ik naar beneden, naar mijn kleed keek. Zag ik dat het langzaam begon te transformeren. Nee, niet transformeren, ik had nog altijd dezelfde jurk aan. Overal op mijn lichaam begonnen er bladeren te komen. Na een halve minuut was ik uiteindelijk helemaal omhuld door blaadjes in groende, oranje, rode en zelfs bruine kleuren.

Ik zag hoe iedereen vol verwondering naar mijn lichaam keek. Ik vond het niet raar, Collin had zelfs mij verbaast.

'Gwend', voordat Henry zijn zin kon uitspreken begonnen er blaadjes van mijn lichaam te vallen. Ik word toch niet helemaal blootgesteld - letterlijk dan - hè? Langzaamaan begonnen de bladeren allemaal af te vallen totdat de laatste op de grond viel en ze allemaal opeens opbrandden. Iedereen keek er met open mond aan. Mijzelf meegeteld!

Naar mijngrote opluchting had ik nog altijd mijn kleed aan die Collin me had aangedaan voor dat de interviews begonnen.

Het publiek begon te juichen en ik zag een paar rozen het podium opvliegen. 'Mensen, geef me een daverend applaus voor Gwendolyn Fox!' Ik lachte naar het publiek en liep met een oorverdovend applaus het podium af. Waar Fleur me stond op te wachtten. 'Geweldig gedaan liefje!' Zei ze tegen mij.

Toen we naar de lift liepen, zag ik David en Dakota naar me toe lopen. Ik merkte dat ze bij ons in de lift wilden, waar Fleur zo de zien geen bezwaar tegen had, want ze gingen rustig naast me staan. 'Hoi', zei Dakota. 'We', haar stem sterft weg. 'We wilden nog een laatste keer samen zijn voor we de arena ingingen.' Floepte ze er nog vlug uit.

Ik knikte. 'G goed idee. ' David pakte mijn arm vast, het was een zachte en warme greep. Ik draaide mijn hoofd naar hem en deed mijn best om niet te huilen.

Hij knikte zachtjes en keek me recht in de ogen, wat volgens mij "het komt wel goed, het is oké" betekende.

Ik glimlachte zacht en keek terug recht voor me, voordat de tranen zouden komen.

'Gwenny, we blijven voor altijd beste vriendinnen.', zei Dakota op een lieve toon vol medeleven. Zij moet het ook moeilijk hebben, net gelijk iedereen.

'Wij blijven allemaal voor altijd vrienden', antwoordde ik terwijl ik de hele lift rondkeek.

Meteen kreeg ik een zwaar gevoel toen ik het geluidje "ping" hoorde dat aangaf dat de lift zijn verdieping had bereikt. Heel uitgebreid liepen Dakota en David de lift uit, Dakota gaf me nog een knuffel en voordat ik nog iets kon doen vlogen de deuren dicht en ging de lift weer verder naar omhoog.

Na het eten ging ik met een volle maag naar mijn kamer. Toen ik uiteindelijk in bed lag was het nog maar negen uur, maar Willem had gezegd dat ze me morgen vroeg zouden wekken dus ging ik maar vroeg naar bed om genoeg slaap te hebben gehad voor de eerste dagen van de Spelen. Tenminste als ik er meer als één dag in bleef....

Met een raar gegrom dat uit mijn mond kwam draaide ik me voor de honderdste keer om. Ik kon níet slapen. Ik zat de hele tijd de piekeren over morgen, waar ik dus zo te zien niet mee kon stoppen. Na nog een half uur te blijven liggen, stond ik toch op en liep naar de grote woonkamer. De muur rechts van de tv hing een heel groot raam. Zo had je uitzicht over de hele stad. De mensen uit Centraal ware, nu nog volop aan het feesten.

Hoera! Morgen beginnen de Klasspelen! Ik hoop maar dat ik juist gewed heb op de tributen!

Ik word er gewoon misselijk van. Hoe konden ze nou zo egoïstisch en dom zijn dat ze niet beseffen dat we elkaar doden, elkaar het leven afnemen en waarschijnlijk nooit meer verder kunnen leven?

Het liefst schoot ik hen allemaal neer in die stomme arena. Ik keek geschrokken op toen ik voetstappen in de hal hoorde, Jason. 'Hoi', zei hij. 'Hey', antwoordde ik met een schrille stem. 'Waarom kunnen we juist nu slapen, net als morgen de spelen beginnen, ik ben daarnet extra vroeg gaan slapen om genoeg wakker te zijn morgen ochtend', legde hij uit. ik knikte en zei dat dat bij mij juist hetzelfde was.

Er bleef een heel lang moment stilte. Uiteindelijk kon ik er niet meer tegen en zei: 'Weet je al wat je gaat doen in de Spelen? Als ze beginnen?' mijn stem klonk wanhopiger dan ik in gedachten had. Jason keek me een tijdje aan in de ogen en dacht na over mijn vraag, die bij hem dus erg moeilijk overkwam. Precies of hij een moeilijke rekensom moest berekenen.

'Voor het grootste deel heb ik er nog niet over nagedacht, maar, ik ben wel niet van plan of mijn beste vrienden te doden.'

Zijn antwoord klonk me niet vreemd in de oren. Net gelijk ik. 'Ben je dan van plan om niemand te vermoorden?', vroeg ik. 'Nee hoor, dat doe ik zeker wel, als het echt nodig komt.' Jason trok zijn wenkbrauwen op 'Ik vind het gewoon niet heerlijk. Ik denk niet dat Centraal het leuk zou vinden als zij erin worden gestopt en hun dierbaren zouden moeten vermoorden, of zelf sterven. Terwijl wij dan entousiast op de schermen zitten te kijken en als onze favoriet het overleeft dolgelukkig beginnen te juichen.'

Jason's woorden waren mooi en juist. Meer kon ik er niet echt over vertellen. Hij had gelijk. Wat als we nu eens wisselen van rollen? Dat zou president White niet zo leuk vinden! Ik begon duidelijk te knikken, zodat hij het zeker zach in het donker. Ik merkte dat Jason zenuwachtig slikte. ik wist niet precies waarom, maar er waren wel redenen genoeg.

'Jij?', vroeg hij. Met een zucht haalde ik mijn schouders op. 'Waarschijnlijk hetzelfde. Maar ik ga proberen het me niet al te moeilijk te maken.'

Misschien vroeg hij zich af wat ik bedoelde met het mij niet te moeilijk te maken. 'Niet dat ik zo snel mogelijk wil sterven ofzo he, ik wil gewoon voorkomen om jullie te moeten vermoorden' zei ik er nog vlug bij, om hem niet in de war te brengen. Hij lacht en zei dat hij me begrepen had. Daarna overmeesterde de stilte de ruimte. Met alleen nog het rumoer op de achtergrond van de mensen uit Centraal. Niemand van ons beide was nog in staat om die stilte te verbreken. na enkele lange rustige minuten stond ik langzaam recht. 'Ik ga maar eens proberen te slapen.' Jason keek op van het raam en zei: 'Slaapwel, en tot morgen.' Toen ik terug wou antwoordden merkte ik dat Jason opstond en op me af liep. Met zijn zachte armen omhelsde hij me opeens. 'Dat moest ik echt even doen' zei hij. 'Geen probleem. ik ook, dankje.' Mijn glimlach viel volgens mij te fel op toen ik naar mijn kamer wandelde. Waarom deed hij dat? niet dat ik het erg vind...

Ik kroop de dikke lakens in en sloot mijn ogen. Met de gedachte dat ik morgen misschien dood werd.

De Klasspelen (a Hunger Games fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu