Hoofdstuk 13

205 20 5
                                    

De eerste seconden nadat de gong was gegaan bleeff ik verstijfd kijken hoe iedereen naar de Hoorn liep. Ik kon me amper concentreren. Pak een rugzak en loop weg, nu Gwen. Ik sprong van mijn bord af en liep naar een bruine rugzak. Wanneer ik er was en hem op mijn rug had gegooid probeerde ik richting het bos naast de bergen te lopen. Maar mijn oog viel op een boog aan de hoorn. Nee, niet doen. Terwijl  ik even keek - maar één seconde - merkte ik dat Elena me al had gezien. Oh jee, nu moest ik lopen. Ze gooide een mes naar me en gelukkig kon ik hem opvangen met mijn rugzak! Ik keek weer naar Elena en zag dat achter haar Nathan met een lang raar, half ronden dolk op haar af kwam lopen. Ik stapte een aantal stapjes achteruit en struikel op de grond. Elena had het snel genoeg door en gooide ook een mes naar hem, maar jammer genoeg kon Nathan hem niet opvangen met een rugzak, het mes kwam neer in zijn hart en hij viel op de grond. Even wou ik zo graag zijn naam roepen en naar hem toe lopen om hem te helpen, maar dat kon niet. Ik stond weer op om me om te draaien en weg te lopen, maar ik botste tegen Arnoud op. 'Gwen.' Hij hief zijn dolk naar omhoog en ik gaf hem zo'n felle stomp in zijn buik met mijn elleboog dat hij achteruit wankeld en kokhalst. Ik keek om me heen en zag  Vici weglopen met de pijl en boog. Rondom haar was niemand te zien. Ze mankte en ik zag dat ze een wonde aan haar been had. Dit was mijn kans. Ik rende zo hard ik kon naar haar toe en moest met veel pijn in mijn hart haar duwen zodat ze op de grond viel. Met mijn vlugge handen pakte ik de boog en pijlenkoker - die ze nog niet rond haar had gedaan - af en liep richting de plaats waar ik naartoe wou.                             Ik wist niet hoelang ik zo de bossen in liep, maar toen ik helemaal kapot  was, zag ik Nick en Phoebe samen lopen. Ik ademde eens diep in en begon weer hijgend te lopen totdat ik dacht dat het wel goed was en ging op een zacht stukje mos zitten. Even bekwam ik van mijn kilometers lange looptocht. UIteindelijk pakte ik mijn rugzak en opende hem op te zien wat er in zat. Het eerste wat ik eruit haalde was een fles. Ik schudde er eens mee en merkte dat er jammer genoeg niets in zat. Daarna haalde ik er ook nog een slaapzak uit, een grote rol touw, een doosje met crackers, twee appels, een pakje met pleisters, een aantal elastieken, een groot luciferdoosje en wat ijzerdraad. Daar moest ik mee beginnen. Ik hing het mes vast aan mijn rugzak op een plaats waar het mijzelf niet zou bezeren met een elastiek vast. Toen deed ik trots de pijlenkoker rond mijn nek en pakte de boog vast. Hij voelde glad en koud aan. De boog had een bronskleurige kleur net zoals de pijlenkoker met de pijlen erin. Ik besloot om verder te gaan en te zoeken naar water, ik had het namelijk heel erg warm en had veel dorst. Net toen ik wou opstaan hoorde ik de eerste kanon afgaan. Even verschoot ik ervan, omdat het op tv toch veel minder luid klonk. Elk kanon bestond voor één doodde. Ik begon ze te tellen 1,2,3, 4, 5, 6, 7. Al zeven kinderen van mijn klas waren dood. Wie? Van Nathan wist ik het zeker, maar wie nog? Misschien Vici, als zij dood zou zijn zou dat zeker mijn fout geweest zijn. Ik voelde me opeens verschrikkelijk schuldig.                                                      Ik stond op en voelde eens goed aan het mos waar ik op zat, want volgens mij was mij achterwerk vochtig, en ik had gelijk, het mos voelde nogal nat aan. Dat betekent misschien dat er water in de beurt is! Ik begon het mos te volgen totdat het stopte op een grote boom en daar verder groeide. Ik ging met een teleurgestelde blik en lichaam tegen de boom  leunen. Ik probeerde heel stil te zijn om te horen wat het bos voor geluiden had. Het enige wat ik hoorde waren de vogels die een rustig deuntje floten. Wat had ik dorst! Ik probeerde mijn gedacht op iets anders te zetten. Misschien is het tijd om te jagen. Ik pakte mijn boog en wandelde stilletjes naar de vogels. Ik richtte mijn boog op de meest rechtse, bleef zo even staan kijken, uiteindelijk schoot ik. Ik had wel niet de rechtse geraakt, maar die erlangs. Ach ja, dat is ook een vogel! Ik pakte het dode wezentje en haalde de pijl uit zijn zij. Ik had eigenlijk nooit eerder een dier zijn vacht of veren moeten uittrekken, maar het moest wel! De veren die ik eruit trok verstopte ik tussen bladeren, zodat het niet te veel opviel dat ik hier geweest was. Ik maakte vlug een vuurtje met mijn luciferstokje en braadde hem erboven, ik probeerde het vuur zo snel mogelijk weer weg te doen voordat Alexander en de rest zouden merken dat ik hier was. Nadat ik een vleugeltje gegeten had en de rest in mijn rugzak had gestopt, ging ik verder met mijn tocht. Ik begon de bergop al te voelen! Het moest niet ver meer zijn of ik had misschien al een riviertje gevonden. Maar dat gebeurde niet. Het begon al te schemeren en het werd donker, en ik was zo dorstig! Toen het donker was, en ik het gevoel kreeg dat de doden zo meteen misschien in de lucht geprojecteerd konden worden, besloot ik om een boom uit te kiezen om in te gaan slapen. Na vijf minuten had ik een mooie wilg gevonden. Hij was dik en mooi en ik kon er gemakkelijk in klimmen met al die takken. En het was moeilijk om me te zien omdat de dikke laag groene bladeren me bedekte. Ik klom met bevende handen de boom in, dit had ik natuurlijk nog al gedaan, maar niet om een hele nacht in door te brengen!  Het was eventjes zoeken om een stevige en dikke tak te vinden maar toen ik er een gevonden had kon ik me er met gemak aan vast binden met het touw, voor het geval ik er misschien uit zou vallen, want ik zat namelijk wel bijna zes meter hoog. Ik legde de slaapzak over me heen en at vlug een twee crackers om mijn maag toch nog een beetje te vullen. De crackers waren erg hard om op te bijten en je moest het zeker al van tien meter afstand horen dat ik er een hap in nam.  Ze waten best wel lekker voor eten dat je in een rugzak vond. Toen ik aan de tweede begon, hoorde ik het volkslied van Garennes al spelen. Gelukkig, nu hoorde je tenminste niet meer dat ik hier nog aan het eten was. Ik keek in de lucht en zag welke kinderen er nu al dood waren: Nathan, ja dat wist ik al! Lukas, Alicia, Jane, Arnaud, Lisa en Vici.                                                                                                                       Al die mensen zijn er nu niet meer. Wat me wel opviel was dat er na het begin (ook wel Het Bloedbad genoemd) er niemand meer was vermoord. Kwam dat omdat er zoveel kinderen bondgenoten zijn? Of omdat de arena gewoon heel groot is? Ik weet het niet. Vici. Vici is ook dood. Opeens voelde ik een heel pijnlijke steek in mijn hart. Het was mijn schuld. Mijn schuld. Je kon het ook bekijken als de eerste persoon die ik vermoord had...

Hyeeee,                                                               

Sorry voor het lange wachten! EINDELIJK zijn ze begonnen he! Hoe vinden jullie het? Het kan zijn dat sommige dingen ook in tegenwoordige tijd staan, dat komt omdat mijn andere boeken die ik schrijf in tegenwoordige tijd zijn geschreven. Sorry daarvoor!

De Klasspelen (a Hunger Games fanfic)Where stories live. Discover now