28. Achtervolgende hallucinatie

Comenzar desde el principio
                                    

Een korte vlaag van paniek ging over me heen, bang dat dit een domme keuze is. Wat als iemand ons had achtervolgd en de documenten zou stelen als wij weggingen? Wat als ze in de handen kwamen van Axon? Ik huiverde.

Met korte passen stopte ik toch de documenten terug in de holle diepte van de eikenboom. Een laatste keer keek ik naar ze. Moest ik ze niet eerst doorlezen om te kijken wat erin stond?

Achter mij hoorde ik hoe Ryder ongeduldig met zijn voet op de grond tikte, en ik drong die vraag weg. We moesten terug.

Langzaam strompelde ik achter hem aan en baanden we door de wildernis van het kleurrijke bos. Een raar gevoel nam bezit van mij en gaf mij een gevoel dat ik niet verbonden was met de wereld. Ik voelde me compleet losgekoppeld. Alles dat ik zag, aanraakte en voelde, leek niet echt. Zelfs als ik naar mijn eigen handen keek, voelde het alsof ik door een glazen muur heen keek.

We kwamen aan op het open grasveld en meteen schoten de blikken naar ons toe.

Alyssa's ogen leken te sprankelen van opluchting en mijn vader trok argwanend zijn wenkbrauwen op bij het zien van Ryder. En Jax? Hij kwam meteen naar ons toe.

'Waar bleven jullie?', vroeg hij met zijn hoofd getild naar rechts.

'Maeve vroeg of ik haar kon trainen', loog Ryder en ik trok mijn neus op van walging. Dat was helemaal niet zo. En dat zou ik voor geen enkele cent willen.

'Is dat zo, Maeve?', ging Jax door, met een onderzoekende blik over mijn gezicht.

Met een brok ik mijn keel knikte ik. Nog een leugen. Nog dieper dat ik in de problemen kwam.

'We zullen Alyssa en Jasper meteen naar hun safehouse brengen, voordat het... hectisch begint te worden', sprak Adam, met zijn blik op het nog brandende huis. Sirenes loeiden kilometers verderop en Alyssa keek me aan.

'Wat zullen ze denken als we weg zijn?'

Haar vragende blik liep over mij en mijn vader heen en we keken elkaar denkend aan.

'Ik blijf hier', begon vader. 'Ik zal ze vertellen dat jullie moeder een hartaanval heeft gehad tijdens het koken, en dat later het huis in brand is gevlogen. Dan vertel ik ze dat we naar een andere woning verhuizen en dan zal niemand nog vragen stellen.'

Zijn stem klonk vastberaden en zijn blik stond leeg. Het was alsof het laatste beetje leven uit hem was gezogen en het enige dat hem levend hield, ons was.

'Adam, jij blijft bij Jasper. Je hebt de buren gewaarschuwd en komt geloofwaardig over als een voorbijganger die te hulp schoot. Zodra alles verklaard is, breng je hem naar Safehouse 364. Zorg dat niemand je achtervolgt.'

Ryder had zoals gewoonlijk de leiding genomen en vertelde iedereen wat ze moesten doen om dit te laten slagen.

Jax en Prudence zouden Alyssa alvast meenemen naar de safehouse en Ryder en ik bleven achter om de plaats delict op te ruimen, waaronder het gras bevlekt met bloed en tekenen van het gevecht.

Alsof dit zijn dagelijkse routine was, begon hij met dingen op te ruimen en ongedaan te maken. Hij pakte een gieter met water en probeerde het bloed weg te wassen. Ik kreeg de taak om alle losse stukken aarde weg te gooien in het bos en de voetstappen uit te wissen.

'Heb je dit eerder gedaan?', vroeg ik zacht toen Ryder geconcentreerd bezig was.

'Ja', antwoordde hij kortaf, waarna hij meteen weer verder ging.

De stilte die tussen ons hing was benauwend. Dit gaf alle herinneringen de kans om terug te schieten in mijn gedachten en mij na te doen denken over alles dat er was gebeurd.

En ook op dit moment besloten mijn zintuigen huiverend te ontwaken. Het was alsof alle geuren zich op de achtergrond hielden, verschuilend achter de bomen in het bos, en nu besloten om mij aan te vallen. Een grote vlaag van talloze, sterke geuren, variërend van zoet, zweterig, naar rokend en bitter.

Nog een geur kwam bij me binnen, die alles overheerste. De liefelijke walm van mijn moeder, gepaard met de metalige geur van bloed. Mijn ogen sloegen naar de grond, waar ik voor enkele seconde een mes zag liggen.

Het mes waar mijn moeder mee was vermoord.

Met bevende handen reikte ik naar de grond, om het moordwapen te pakken, maar toen ik in handbereik was, verdween hij in het niets.

In plaats daarvan verscheen er een centimeter lange naald. Met een druppeltje bloed aan het uiteinde. Mijn bloed.

En toen...

Zag ik mijn moeders lijk.

Haar glazige ogen. Haar roerloze lichaam en bebloede handen en blouse. Hoe levenloos ze naar de met wolken bedekte hemel keek. Naar de zon die op haar bleke huid scheen.

Geschrokken deinsde ik achteruit en verloor ik mijn balans. Met een klap viel ik achteruit, recht op mijn achterste. Een korte scheut van pijn liep langs mijn ruggengraat en een traan welde op.

Iemand bewoog naast me. Het was Ryder.

'Wat is er?' Zijn vraag klonk verward, wat precies was hoe ik me voelde.

'Zie je het niet?', stamelde ik zachtjes, nog steeds voor me uit starend.

Hij schudde zijn hoofd en zijn ogen volgden mijn blik.

Geschrokken greep ik naar mijn hart toen het hoofd van mijn moeder kantelde en naar mij toe keek. Als ik niet had geknipperd, had ik durven zweren dat zij dat wel deed.

'Er is niks, Adelyn', zei Ryder, maar ik dwong mezelf achteruit te kruipen. Het lijk staarde me aan, haar glazige ogen op de mijne gericht.

Tientallen tranen stroomden over mijn gezicht en mijn hart klopte in mijn keel. Ze... ze keek me aan. Hoe kon ze hier zijn?

Ryders sterke armen grepen mijn schouders beet en hij schudde me door elkaar. Nadat ik enkele keren met mijn ogen knipperden, verdween het onbeweeglijke lichaam van mijn moeder.

'Ik zag haar...', snikte ik, met angst trillend in mijn stem. Ryder wist niet wat hij hier mee aan moest en tilde me overeind. Met zijn rechterhand hield hij mij overeind en hij ging voor me staan.

'Wat je ook hebt gezien, het was niet echt.'

Zijn stem klonk laag, maar was zachter dan normaal. Zijn blauwe ogen gingen over mijn huilende gezicht.

Eén voor één veegde ik mijn tranen weg en verdween de illusie die mijn hoofd kwelde.

'Laten we teruggaan naar het Instituut. Je hebt rust nodig', stelde hij voor. Mijn lichaam was niet in staat om in te stemmen, dus vatte Ryder dat op als een ja.

Dat was het moment dat ik alles in mijn verleden achter me liet. Mijn familie, mijn huis en mijzelf. Alles leek tot de grond toe afgebrand, met als enige resten deze versie van mezelf.

Iemand die ik niet kende.

UltravioletDonde viven las historias. Descúbrelo ahora