Proloog

3.2K 89 69
                                    

Adrenaline verspreidde zich door mijn lichaam en verdrong de steek van misselijkheid in mijn maag. Mijn ogen speurden rond de wazige vlekken voor mijn ogen en zochten een weg door de woonkamer.

Ik reikte met mijn handen naar een tafel toen ik mijn evenwicht voelde verliezen. Al snel verloor ik de controle over mijn ademhaling en kon ik de achtergrondgeluiden niet meer filteren.

Dreunend voelde ik hoe mijn hart tegen mijn borst ramde. Hoe de snelle ademhaling mijn evenwichtsbalans verstoorde en voor een licht gevoel in mijn hoofd zorgde. Ik kromp ineen door een jammerende hoofdpijn en bracht mijn hand er naartoe. Mijn vingers trilden en nieuwsgierige ogen prikten in mijn rug terwijl de luide muziek nadreunde in mijn oren. De witte gordijnen waaiden tegen de leemgroene muren door de tocht die zich door het open raam verspreidde.

Mensen drukten tegen me aan en krioelden langs me heen. Gedesoriënteerd keek ik om me heen, niet meer wetende wat ik moest doen, waar ik was en waar ik heen wilde.

'Hoe... Waarom...', stamelde ik ongelovig, 'Ik... vertrouwde je.'

Een scheut van pijn en verraad schoot door mijn lichaam. Niets was me nog vertrouwd. Niets leek me nog echt. Ik had geen toevlucht meer, ik was alleen.

Ik hapte naar adem en voelde hoe verstikking zich als een schaduw om mijn nek wikkelde en me wurgde. Mijn knieën knikten beverig en haastig greep ik naar iets in mijn handbereik. Mijn hand greep zich vast aan een porseleinen vaas, versierd met verschillende tinten blauw, die op de grond viel en in tientallen stukken uiteen splinterde.

Een scherpe pijn schoot door mijn been toen een scherf mijn vlees doorboorde. Bloed sijpelde langzaam uit de wond. Ik slikte en drukte mijn tanden op elkaar om de pijn weg te werken. De stroom van bloed trok een spoor over mijn been en bevlekte mijn witte sokken. Heel even dacht ik flauw te vallen bij het zien van mijn eigen bloed, maar mijn omgeving trok mijn aandacht.

Tijd leek om me heen te vertragen, stemmen vervaagden tot fluisteringen in de achtergrond. Het was alsof een onzichtbare kracht me tegen de kast duwde en al mijn adem ontnam. Alle geluiden, bewegingen, aanrakingen en geuren drukten mij steeds verder tegen de kast, zo ver dat ik mijn botten kon horen kraken. Ik wilde het uitschreeuwen van de pijn. De verwarring. De emoties die door mijn lichaam bulderen als een op losgeslagen stier.

Toen kwam het moment dat ik mijn laatste beetje balans verloor en het enige wat ik kon horen was hoe ik neerstortte op de grond en hoe mijn hoofd de vloer raakte. Ik kreunde zachtjes toen de lucht uit mijn longen werd gedrukt.

Een vertrouwd figuur boog over me heen en opvallende, intens blauwe ogen staarden in die van mij. Het was Scarlett, haar golvende oranje haar en de sproetjes rond haar neus waren niet te missen. Mijn beste vriendin. Ze was er.

Misschien kwam het toch allemaal goed. Een vlaag van veiligheid overspoelde me en ik slaakte een korte zucht van opluchting. De tijd leek weer terug te draaien en de stemmen werden weer luider en de muziek weerkaatste tegen de muren.

Een luide, diepe stem galmde door de lucht en kwam met enorme snelheid van achteren op ons afgestormd. In een oogwenk veranderde alles.

Het gevoel van veiligheid verdween en mijn ogen werden groot toen Scarlett de lucht in werd geslingerd. Een kreet kwam uit haar mond toen ze met een knal tegen de muur aan werd gesmeten. Mijn hoofd vertelde me om op te staan, om naar haar toe te gaan. Maar ik had geen kracht. Ik had geen energie.

'Scarlett...', mompelde ik met een zachte kreun.

Sterke armen wikkelden zich om mijn zwakke lichaam en tilden me op. Duizeligheid en hoofdpijn kwelden mijn tere hoofd en mijn blik speurde naar Scarlett. Ze lag ineengedoken op de grond, met haar hoofd in een vreemde hoek.

UltravioletWhere stories live. Discover now