Hoofdstuk 13.2: De schrale troost.

932 22 3
                                    

“Mag ik zeggen dat je er verschrikkelijk uit ziet?”

Ik zuchtte diep en streek een pluk haar uit mijn gezicht zodat ik George aan kon kijken, die me met opgetrokken wenkbrauwen zat aan te staren. Ik haalde mijn schouders op en nam een grote slok van mijn koffie. Daarna ging mijn blik van George naar de straat en de mensen die langs kwamen lopen. Ik had niet eens de energie om hun kleding te beoordelen en ze cijfers te geven, terwijl George juist om de paar seconden zijn vingers opstak en me zo af en toe met een grijns aankeek. Zelfs George zijn grijns kon er niet voor zorgen dat ik me fijner voelde, terwijl dat normaal altijd wel het geval was.

“Kom op, Emily,” zuchtte George overdreven en gaf me een por in mijn zij. “Je bent er nu toch wel overheen? Hoe lang is het geleden dat het gebeurd is?”

Ik beet op mijn onderlip en keek hem weer aan. “Ik denk nu zo’n vier weken.”

Vier weken geleden, maar het leek nog maar net gebeurd te zijn. Alsof we gisteren die ruzie hadden gehad en gisteren die pudding op plekken was gekomen waar je liever geen pudding wilde hebben op je lichaam. Een vreselijke ondergang was het.

“En je ziet er nog steeds verschrikkelijk uit,” zei George hoofdschuddend en slurpte luid van zijn koffie terwijl hij vijf vingers in de lucht stak voor de vrouw die net langs kwam lopen. “Wordt het niet eens tijd dat je weer van het leven gaat genieten? Je hebt Brandon, je hebt mij… en je maakt wel weer nieuwe vriendinnen. Misschien kun je eens proberen te praten met Rebecca van het kantoor.”

Ik trok een moeilijk gezicht toen ik zijn voorstel hoorde. Praten met Rebecca? Ik vond Rebecca echt vreselijk, ook al had ik nog nooit een echt gesprek met haar gehad. Volgens mij was zij categorie hysterisch. Zo eentje die heel hard begon te gillen en springen als ze haar vriendin zag, die ze twee uur daarvoor voor het laatst had gezien. Rebecca was niet echt mijn type, moest ik zeggen. De enige overeenkomst die we hadden was dat we beiden van schrijven hielden en dat was denk ik niet genoeg om een vriendschap op te bouwen.

“Laat me nou maar gewoon, George,” mompelde ik en nam weer een slokje van mijn inmiddels lauw geworden koffie. “Ik red me op deze manier ook wel.”

Er klonk een schamper lachje uit George zijn mond. Snel wierp ik hem een boze blik toe en dronk de rest van mijn koffie op. Daarna gooide ik de beker richting de overvolle prullenbak die naast het bankje stond en miste daarbij – zoals altijd – op een meter na.

“Je redt je op deze manier ook wel?” vroeg George nog een beetje lacherig. “Emily, je komt alleen buiten de deur als het nodig is, maar voor de rest lig je het liefst in bed of in Brandon’s armen. Je maakt geen plezier meer en je wilt niet eens met me mee gaan als ik wil shoppen. Weet je wel hoe erg dat voor mij is dat ik geen shopmaatje meer heb? Heb je daar ooit wel eens over nagedacht?”

Ik keek George met een kwade blik aan. “Stel je niet zo aan, George. Ik zeg toch dat ik me zo wel red. Als het zo nodig moet, ga ik wel met je mee shoppen. Ben je nu blij?”

Ik sloeg boos mijn armen over elkaar en keek strak voor me uit. Nou werd hij helemaal mooi zeg. Ik deed mijn best om er weer bovenop te komen en het verlies van mijn twee beste vriendinnen te verwerken en dan ging George zitten klagen over dat hij alleen moest winkelen. Als  hij zo nodig gezelschap wilde hebben tijdens het shoppen, kon hij ook wel aanpappen met Rebecca. Die stond vast – letterlijk – te springen om mee te gaan om met George te winkelen.

Ik griste mijn sandwich die ik bovenop mijn tas had gelegd er van af en nam gelijk een grote hap. Boos bleef ik voor me uit kijken terwijl ik begon te kauwen. George klakte even geïrriteerd met zijn tong en begon toen weer van zijn koffie te slurpen. Na een halve minuut hield ik het boos zijn niet meer vol en keek voorzichtig vanuit mijn ooghoeken naar George.

De Perfecte Tien.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu