Hoofdstuk 3.3: Het overvolle bureau.

1.3K 32 0
                                    

“Hey,” zei hij en stond snel op om zijn hand naar mij uit te steken. “Je was zonet zo snel weg, ik had niet eens de kans om me voor te stellen. Ik ben Brandon, we hebben vandaag die afspraak over mijn boek.”

Nog steeds verbaasd staarde ik voor een paar seconden naar zijn hand, pakte hem uiteindelijk vast en schudde die kort. “Emily.”

Hij stapte opzij zodat ik plaats kon nemen op mijn bureaustoel. George sprong op en toverde uit het niets een stoel tevoorschijn zodat Brandon naast me kon gaan zitten. Hij glimlachte even dankbaar naar George, die ter plekke leek te bezwijken onder de charmes van Brandon. Ik wierp George onmerkbaar een waarschuwende blik toe en keek weer glimlachend naar Brandon, die niets leek op te merken en alleen maar naar zijn boek keek, wat hij in zijn handen hield. Ik schraapte even mijn keel en stak mijn hand uit naar het boek.

“Mag ik het even bekijken?” vroeg ik op een zo neutraal mogelijke toon.

Brandon keek op en glimlachte opnieuw. God, die glimlach. Als het kon, dan was ik hier ter plekke weggesmolten. Ik pakte zonder zijn handen aan te raken voorzichtig het boek van hem aan en bekeek de voorkant. Er stond een boom op de voorkant. Niet veel meer dan een boom. Ik beet even op mijn lip en wierp een blik op de titel.

“De boom,” las ik voor en keek met een opgetrokken wenkbrauw Brandon weer aan. “De boom?”

Brandon knikte even en griste het boek weer uit mijn handen. Hij sloeg het open op de eerste pagina en drukte het boek zo weer in mijn handen.

“Daar staat een uitleg,” zei hij en wees even met zijn vinger naar het stukje tekst op de eerste pagina. “De titel klinkt simpel, ik weet het, maar er zit eigenlijk een diepzinnige betekenis achter.”

“Aha,” mompelde ik en keek weer naar het boek. “Ik zal het even lezen.”

Ik begon het korte stukje tekst te lezen, maar na een paar regels was ik de draad al kwijt. Ik was behoorlijk wat diepzinnige verhalen gewend, maar dit overtrof toch wel alles. Waar ging dit in godsnaam over? Waarom zou de maagd Maria iets te maken hebben met een boom? Was dat Eva niet, met die verboden vrucht? Ik deed alsof ik heel geïnteresseerd het stukje tekst zat te lezen en lachte even kort op momenten dat er iets stond wat grappig over moest komen. Brandon mocht dan wel een ontzettend leuke man zijn, ik snapte helemaal niets van zijn boek. Misschien kwam het wel omdat ik afgeleid werd door zijn onweerstaanbare verschijning. Dat zou het vast zijn.

“En?” vroeg Brandon na een paar minuten. “Wat denk je ervan?”

Ik schraapte even mijn keel en zette mijn professionele blik op. Mijn professionele blik was altijd een wijze blik. Mijn mond in een neutrale stand, niet glimlachend maar ook niet teleurgesteld. Mijn ogen straalden wijsheid uit. Tenminste, dat vond ik. George dacht dat ik mijn best deed om een scheet in te houden toen ik hem mijn professionele blik liet zien. Nadat ik die blik nog een paar keer voor de spiegel had geoefend kwam ik inderdaad tot de conclusie dat het niet echt professioneel oogde. Maar ik had mezelf de blik al aangeleerd, zoiets deed ik dus automatisch. Hopelijk knapte Brandon daar niet op af.

“Ik zal toch echt het boek eerst helemaal moeten lezen,” zei ik en glimlachte vriendelijk. “Dan pas kunnen we verder praten.”

Brandon knikte even en schoof zijn stoel naar achteren zodat hij kon opstaan. “Dus dit was het? Ik hoor later van je als je het boek uithebt?”

Ik stond ook snel op en gooide daarbij een enorme stapel papieren van mijn bureau, die met een hels kabaal op de grond terecht kwamen. Volgens mij zat daar wel meer dan alleen papier tussen, ik kon me niet herinneren dat papier het geluid van een kettingzaag produceerde. Ik lachte even ongemakkelijk en legde toen het boek neer op mijn bureau zonder verdere schade aan te richten. Brandon wierp een blik op mijn bureau en stapte toen mijn hokje uit. Ik liep achter hem aan en wierp ondertussen een blik op George, die wild zat te gebaren dat ik met hem mee moest lopen.

“Ik eh, loop wel even mee tot de lift,” zei ik vriendelijk en wierp Brandon mijn liefste glimlach toe.

Hij glimlachte even terug en begon toen te lopen. Ik holde snel achter hem aan zodat ik hem bij kon houden en probeerde tegelijkertijd niet over uitstekende tassen of benen te struikelen. Mensen kregen nog wel eens de neiging om even hun benen te strekken buiten hun hokje. Ik had het nu al vaak genoeg meegemaakt dat ik gestruikeld was en daardoor gestrekt op de grond terecht kwam. Mijn moeder was al vaak genoeg enorm geschrokken doordat ik met blauwe plekken op mijn knieën bij haar en mijn vader langskwam. Iets wat ik nu dus niet wou meemaken, ik had me nu al wel weer genoeg voorschut gezet en pijn kon ik ook niet gebruiken. Na een tijdje kwamen we veilig aan bij de lift. Brandon drukte op het knopje en draaide zich weer naar me toe. Opnieuw die verrukkelijke glimlach op zijn gezicht. Ik lachte even zacht, al klonk het meer alsof ik me ergens in verslikte. Plotseling klonk het deuntje van de lift en gingen de deuren open.

“Nou, bedankt hè,” zei Brandon en stak zijn hand opnieuw uit. “Ik ben erg benieuwd of je het iets vindt.”

“Geen probleem,” zei ik terwijl ik zijn hand weer beetpakte en mijn best deed om hem niet naar me toe te sleuren en hem vol op zijn mond te pakken. “Ik ga het snel lezen. Ik spreek je later nog wel.”

Brandon liet mijn hand weer los en stapte de lift in. Ik zette een stap opzij zodat ik de lift in kon kijken. Hij drukte op het knopje en glimlachte nogmaals.

“Tot ziens, Emma,” zei hij nog voor de deuren dichtgingen en stak nog even zijn hand op.

“Emily!” verbeterde ik hem, maar de deuren waren al gesloten. “Shit.”

Ik bleef nog even naar de dichte liftdeuren staren en draaide me toen om. Op een slakkentempo sjokte ik weer terug naar mijn werkplek en plofte op mijn bureaustoel. Met enige tegenzin begon ik de papieren die van mijn bureau waren gevallen op te ruimen. Vanuit mijn ooghoeken zag ik George naar me kijken.

“En, zei hij nog wat?” vroeg George nieuwsgierig. “Hij heeft je toch op zijn minst bedankt, hè?”

Ik zuchtte even en gooide de papieren op mijn bureau. Daarna wierp ik George een valse blik toe en richtte me weer op mijn laptop, die nog steeds openstond op één van mijn artikelen. George schraapte even zijn keel in de hoop dat ik hem weer aan zou kijken.

“Emily?” vroeg hij ongeduldig.

Ik rolde met mijn ogen en keek hem weer aan. “Hij noemde me Emma.”

George trok even verbaasd zijn wenkbrauwen op, maar barstte toen in lachen uit. Hij sloeg snel zijn handen voor zijn mond om zo het geluid te dempen. Ik gromde iets onverstaanbaars en richtte me weer op mijn laptop. Het was dat ik hier geen harde voorwerpen had liggen, anders had hij die naar zijn hoofd gekregen. Emma!? Ik heette helemaal geen Emma. Ik had toch echt duidelijk mijn naam genoemd, of hij moest wel een heel slecht gehoor hebben.

“Nou ja, je mag tenminste een recensie over zijn boek schrijven,” grinnikte George na een tijdje.

“Hou je mond, George,” bromde ik terug zonder hem aan te kijken. “Ga werken of ik ga vanmiddag niet meer met je shoppen.”

Direct hield het grinniken op. Er verscheen een grijns op mijn gezicht en ik deed mijn best om niet naar George te kijken, die waarschijnlijk met een grafhoofd naar zijn laptop zat te kijken. Dat was iets waar je hem altijd mee de mond kon snoeren, door te dreigen met het opzeggen van een shopuitje. George’s leven draaide zo ongeveer om shoppen, hij moest minstens twee keer per week shoppen of hij zou niet overleven. Ik zuchtte even en zette mijn vingers weer op de toetsen van mijn laptop. Niet dat ik een shopuitje ooit zou afzeggen, nu al helemaal niet. De dag was amper begonnen en het leek nu al verschrikkelijk te gaan. Ik was nu wel verplicht om mezelf te troosten met een nieuw kledingstuk, anders zou ik vanavond huilend in bed liggen.

De Perfecte Tien.Where stories live. Discover now