The Run And Go - 78

73 12 0
                                    

(Vanaf Mila gezien).

Ik hoor zes stuks voeten door de sneeuw rennen, steeds dichterbij.

Oké, het is óf wachten op mijn dood óf er iets aan doen. Ik kies voor de laatste optie.

Ik spring op en klim in een schijnbeweging op mijn sneeuwscooter. In de verte hoor ik een soort strijdkreet. Dat moet Noa zijn. 

Met een grote glimlach schakel ik de motor aan en begin gas te geven zoals ik dat nog nooit gedaan heb. 

Dan pas merk ik op hoe hard het is begonnen te sneeuwen. Ik zie geen hand voor de ogen. 

Niet wetend waar ik in vredesnaam naartoe ga, maak ik een scherpe bocht en rij de drie bewakers bijna over. 'Shit!' roep ik, terwijl ik ze op een haar na ontwijk. 

Ik hoor ze naschreeuwen, maar door het dempende effect van de sneeuw is dat geluid al snel verdwenen en de bewakers zelf ook.

Overal om me heen is wit. Opeens is het hutje opgezogen in de honderduizenden vlokken en ook de bomen zijn weg. 

Ik rij zachter en begin een akelig claustrofobisch gevoel te krijgen. 

Hoeveel rondjes ik maak weet ik niet maar ik weet wel dat ik ondertussen de tel kwijt raak. Overal is het wit. En dan begint de motor ook nog te pruttelen. 

'No, no, no!' mompel ik, terwijl op het dashboard van de sneeuwscooter het benzineteken rood knippert. Ik sla er tegenaan met mijn vuisten, maar de scooter gaat er alleen maar langzamer van. 

Ik zet de motor uit, ga staan op het zadel en kijk rond. Na een aantal minuten sneeuwt het nog steeds even hard. Misschien wel harder. Ik blaas van kou in mijn zo ongeveer bevroren handen en werp een blik naar mijn sneeuwscooter. Hoeveel minuten zal ik nog kunnen rijden voordat de motor stilstaat?

Van veraf hoor ik opeens geluid. En dan van achter. Plotseling klinkt er links van me ook geluid. Geschrokken kijk ik om me heen. Ik schakel de motor weer aan en dan zie ik vaag drie silhouetten met een rotvaart op me af komen. 

Zo hard als ik kan geef ik gas en de sneeuwscooter schiet naar voren. Een van de bewakers raak ik tegen zijn arm. Met een hoop kabaal valt hij in de sneeuw. Wanneer ik achter me kijk om te zien of hij nog achter me aanzit, zie ik de twee andere bewakers naar me toe rennen. Opnieuw een aantal kogels die door de lucht zoeven.

Ik duik in mijn stuur en maar een bocht naar links. 




Lost at last (part 4)Where stories live. Discover now