Nervous - 34

216 20 9
                                        

Previously:

Weer lopen we uren. Steeds langzamer. Steeds vermoeider. Hoe hoger we komen, hoe sneller de sneeuw valt.

'Blijf bij me.' zegt Nova.

-

Mijn ogen sperren open zodra ik het geluid van stromend water hoor.

Mijn hart begint als een razende te kloppen.

Verse sporen in de sneeuw bij de rivier.

Dan begin ik te rennen.

---

(Vanaf Mila gezien).

Vijf dagen. Er zijn alweer vijf dagen voorbij, bedenk ik me zodra mijn ogen open gaan. Ik kijk recht in het gezicht van Nova.

Nova's ogen zijn gesloten. Op zijn wimpers zitten kleine ijskristallen en op zijn zwarte haar een klein laagje sneeuw. Hij slaapt nog.

Vreemd, meestal is hij als eerste op.

De laatste paar dagen zijn we steeds hoger gekomen en komen we steeds minder naaldbomen tegen. We hebben een grote voorraad bessen mee en het is ons gelukt een vis te vangen, die zich in Nova's rugzak bevindt.

Het blijft alsmaar kouder worden en dat is de reden dat we nu elke avond dicht tegen elkaar aan slapen zodat we de warmte van elkaar blijven houden.

Ik sta op en schudt het laagje sneeuw dat zich heeft gevormd over mijn kleding eraf. We slapen elke nacht onder grote naaldbomen, en gelukkig laat de boom minder sneeuw door.

Gapend rek ik mijn pijnlijke armen uit en loop naar het riviertje, dat we nog steeds volgen, om mezelf op te frissen.

Ik kijk naar de lucht terwijl ik de wond op mijn arm schoonmaak, en zie dat het is gestopt met sneeuwen. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Nog nooit ben ik zo blij geweest om geen sneeuw of regen te zien vallen uit de lucht. Een jaar geleden zou ik het uit hebben gegild van blijheid als het in Nederland sneeuwde. Ik ben bang dat ik voor altijd een trauma aan sneeuw zal hebben vanaf nu.

Ik loop met snelle passen terug naar Nova om hem wakker te maken en hem het goeie nieuws te vertellen.

Ik kniel naast hem neer en geef hem een klein duwtje. 'Nova.' fluister ik.

'Wake up.'

Zijn ogen blijven dicht.

'Het is al ochtend, hè?'

Geen antwoord.

'Wordt maar wakker.'

Stilte.

'Het is gestopt met sneeuwen.'

'Nova!'

'Hé, wordt eens wakker!'

Nova verroert zich niet. Zijn ogen blijven dicht.

Ik bijt nerveus op mijn lip en kijk wanhopig om me heen. Iemand moet me helpen. Natuurlijk is er hier niemand om me te helpen.

Ik duw harder tegen zijn zij. 'Wordt wakker!'

De paniek begint toe te slaan. Elke seconde die voorbij tikt begin ik zenuwachtiger te worden.

'Nova, je bent niet dood, nee, je bent niet dood, toch?' zeg ik en wil hem nog een keer duwen, maar op dat moment beginnen Nova's wimpers te trillen en opent hij zijn ogen.

Ik slaak een opgeluchte zucht en laat me tegen de boom aan vallen. 'Gosh, Nova, ik dacht dat je... dat j-je d...' dan begint mijn onderlip te trillen en rolt er een koude traan naar beneden.

Nova tilt zijn hoofd langzaam naar me op en er verschijnt een bezorgde blik op zijn gezicht. Moeizaam komt hij overeind en pakt me vast.

'Hé, het is goed. Ik ben er nog.' zegt hij met trillende stem van kou en neemt me in een omhelzing. 'Ik laat je niet zomaar alleen.' fluistert hij.

Half in shock van de gedachte dat hij dood was en half in shock van het feit dat hij me knuffelt, blijf ik bewegingloos rechtop staan.

Na een korte tijd laat hij me los.

'Voel je je echt zeker weten goed?' vraag ik voorzichtig aan hem.

Even lijkt zijn blik te verharden, maar als snel verzachten zijn ogen. 'Het gaat prima.' mompelt hij kortaf. 'Laten we ontbijten met bessen en dan vertrekken. We zijn nu bijna op het hoogste punt waar we uitzicht hebben. We kijken waar we naartoe moeten en dan jagen we nog wat.'

'Jagen?' vraag ik met een vragende blik.

'Jagen.' zegt Nova, 'ik ben het zat om op bessen en een enkel visje te leven, we gaan vlees eten.'

Een misselijk gevoel borrelt op.

(Vanaf Noa gezien).

Vijf dagen. Vijf dagen. Vijf dagen. Nog steeds geen uitweg.

Ik pak mijn mobiel vast, druk hem aan en zie dat het batterijpercentage al over de helft is. Er is niet eens meer een kwart over.

Vlug bel ik David op.

'Goodmorning.' fluistert  David. Ik druk het mobieltje zo dicht mogelijk tegen mijn oor aan om zijn stem het best te horen.

'Good morning David.' zeg ik. 'Ik zie net dat er nog zo'n vijfentwintig procent over is. M'n mobiel gaat dus bijna op.'

'Oh lord,' mompelt David, 'we gaan een extra lang schema maken, zodat als de Nokia uitvalt, je nog voor dagen lang een schema hebt waaraan je je kunt houden.'

Ik knik met een zenuwachtig gevoel.

We maken al bellend een enorm schema van wat me voor de komende dagen staat te doen. Dan moeten we weer stoppen met bellen.

'Ik kom zo snel mogelijk naar je toe.' zegt David.

Ik moet lachen. 'Nee joh, gek, dat is hetzelfde als zelfmoord. Daarbij, je weet niet eens waar ik ben.'

David negeert het. 'I love you.' zegt hij en maakt een kus geluid. Ik moet lachen.

'I love you too.'

'Maak wat van deze dag. Je kunt het.'

'Ik beloof mijn best te doen.' zeg ik met een kleine glimlach.

David hangt op en ik begin gelijk mijn dag.

Maar het idee dat ik straks helemaal alleen zal zijn, zonder telefoon, zonder iemand anders om me heen, maakt me nerveus, ontzettend nerveus.

~~~~~~~~~~

Heeey!!! Goed nieuws:
Vandaag had ik de presentaties voor mijn profielwerkstuk en ik heb (samen met m'n vriendin) gewoon gewonnen! En dat terwijl ik altijd zo zenuwachtig ben en shit, maar t ging zo goed en onze wordt ook ingestuurd en doet dan misschien landelijk mee 😁😁😁
Aaaaah ik ben zo blij!!!!

Maarrrrgoed,

Stem, comment, read :)x

Love yaa

Lost at last (part 4)Where stories live. Discover now