12

201 11 0
                                    

Er gaat een week voorbij zonder veel bijzondere dingen. De koningin heeft ons laten zien hoe we kunnen helpen en het aantal stemmen heeft zich zo ongeveer verdubbelt. In Mermadia zijn we veel met Yentl, Daan en Shane opgetrokken. Ze zijn heel aardig en ik ben blij dat we vrienden met ze zijn. 

Sander heeft me verder met rust gelaten. Meneer Vermeer heeft het opgegeven met ons en we mogen het project nu apart doen. Sander was het daar natuurlijk niet mee eens. Hij wil zoveel mogelijk achterhalen over onze voorbereidingen voor de oorlog. Ik probeer er maar geen aandacht aan te besteden. Ik ben er wel echter gekomen dat alle stemmen in mijn hoofd ook in zijn hoofd zitten.

Nu is het woensdag middag en ik zit op mijn kamer. De weet-ik-veel misschien wel 20 stemmen zijn druk aan het praten en ik kan me zoals gewoonlijk weer niet concentreren. Eerst begonnen ze zachtjes maar nu gaan ze steeds harder en ik heb het gevoel dat ze straks gaan schreeuwen. Ik kan Joy nauwelijks meer onderscheiden van de rest. Ze praten allemaal door elkaar en ik versta er niks meer van. Ik mis de stilte. Ik word gek van alle stemmen.

Ik klap mijn boek dicht en gooi hem op de grond. Sommige stemmen merken het en ze beginnen erover te praten, andere gaan gewoon verder met hun gesprek. Ik heb er zo genoeg van. Ik weet niet hoeveel langer ik nog kan. Ik schuif alle boeken van mijn bureau af en ze vallen een voor een op de grond. Zelfs dat klinkt nog stiller dan het lawaai in mijn hoofd. Ik gooi al mijn boeken een voor een vanuit de kast op de grond. Daarna smijt ik alle kussens door de kamer heen. Ik trek alle laatjes open en gooi de inhoud op de grond. Ik denk niet eens meer na bij wat ik aan het doen ben. Het enige wat ik wil is stilte. Ik kieper de inhoud van mij etui op de grond. Alle potloden en pennen vallen eruit. Het kan me allemaal niks meer schelen. Ik merk pas dat ik aan het huilen ben als er een traan op mijn lip valt. Ik trap keihard tegen mijn schooltas aan en daarna tegen mijn bed. Beneden hoor ik de stofzuiger. Ik trap tegen de kast aan en daarna rol ik me als een balletje op en ga ik in de hoek van mijn kamer zitten terwijl er stille tranen over mijn wangen rollen.

Beneden hoor ik de bel gaan. Niet veel later hoor ik voetstappen op de trap. Er word geklopt op mijn deur en hij gaat open. Jayden komt binnen en hij zegt: "ik kwam dit even ter..." Hij maakt zijn zin niet af en kijkt de kamer rond. Ik lig nog steeds huilend op de grond. "Oh Diana" zegt hij en hij loopt naar me toe. Hij sluit me in zijn armen en ik laat alles van de afgelopen week los. Jayden wrijft geruststellend over mijn rug.

Als ik helemaal uitgehuild ben, neemt hij mijn hoofd in zijn handen en hij veegt met zijn duimen de tranen weg. Hij kijkt me aan. "Vertel" zegt hij. Ik kijk van hem weg. "Ik kan gewoon niet meer" zeg ik zachtjes, bijna fluisterend. "Je bent het sterkste meisje dat ik ken. Ik geloof dat je dit kunt" zegt hij, precies wetend dat ik het over de stemmen heb.

We zitten nog steeds op de grond. Hij zit in kleermakerszit en ik zit bovenop hem. Zijn armen zijn om mijn middel geslagen. De stemmen zijn zo verrast door mijn actie dat ze helemaal zijn stilgevallen. Alleen door hun zachte ademhaling weet ik dat ze er nog zijn.  "Als het je weer te veel word beloof je dan dat je naar me toe komt?" vraagt Jayden. Ik denk na. Ik wil hem niet lastigvallen met mijn problemen. Hij heeft ook dingen waar hij zich zorgen om moet maken. Bijvoorbeeld over de oorlog tussen Mermadia en het Duister.

"Diana?" Hij kijkt naar me. Ik sla mijn ogen neer. "Ik wil je niet lastigvallen" vertel ik. Hij tilt mijn hoofd op zodat ik hem wel móét aankijken. "Denk dat alsjeblieft nooit meer. Je valt me niet lastig. Ik ben er altijd voor je. Wil je het me beloven, Diana?" Ik knik voorzichtig. "Beloofd" zeg ik maar net hard genoeg zodat hij het kan horen.

Jayden staat op en hij steekt zijn hand naar me uit. Ik pak hem aan en hij trekt me overeind. We zitten samen op mijn bed en mijn hoofd ligt op zijn schouder. "Je hebt wallen van hier tot Tokyo" zegt hij na een tijdje. Ik til mijn hoofd op en geef hem lachend een duw. "Probeer jij maar is te slapen met een hele fanfare in je hoofd" lach ik. Meteen word hij weer serieus. "Is het zo erg?" Ik knik en leg mijn hoofd weer op zijn schouder.

"Ik wou dat ik het kon stoppen" zegt hij na een tijdje. "Ik ook" ben ik het met hem eens. "gelukkig is het vrijdag al vakantie" vertel Jayden. Ik knik en glimlach. Dan kunnen we vaker naar Mermadia. En misschien beginnen ze dan wel de oorlog. Niet dat ik me daar op verheug, maar daarna  is iedereen en alles in mijn hoofd weg. Misschien duurt het ook nog wel 2 jaar voordat de oorlog begint. En ik denk niet dat ik dat volhoud. Jayden en ik zijn allebei stil, maar het is geen ongemakkelijke stilte.

Na een tijdje kijk ik op mijn horloge. "Het is al half 7" zeg ik tegen Jayden. Hij staat op en loopt naar de deur. "Je belt me als er iets is hè" zegt hij. "Jahaa." We lopen naar beneden en ik zwaai hem uit. Daarna ga ik aan tafel zitten waar mijn moeder net het eten op zet. Na een tijdje zegt ze: "ik wil in de vakantie met Marieke naar Portugal, als je dat goed vind." Marieke is mama's zus, mijn tante. Ik vind het niet erg om 2 weken alleen thuis te zijn. "Ja, ga maar" vertel ik aan haar. Ze knikt dankbaar. "Bel me als er iets is" zegt ze en ze is daarmee niet de enige. Ik knik en geef haar een kus. Daarna loop ik naar mijn kamer.

This Is Us (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu