"O nee," zegt mam snel. "Ik hoef er niet bij te zijn. Ik wacht hier tot het afgelopen is. Je kunt dit wel alleen af, hè lieverd?"

Alsof het iets uitmaakt wat ik nu zeg. Als zij niet in beeld wil komen dan komt ze dat niet. Ik knik dus maar wat. "Komt helemaal goed."

"Mooi zo," vindt de directeur. "Kom maar met mij mee."

Nerveus betreed ik achter hem de aula. Zo zenuwachtig was ik zelfs niet toen ik mijn boeken op kwam halen voor de brugklas. Dit voelt gewoon niet meer als school. Het is veel serieuzer met al die oudere mensen en die camera's.

De directeur loopt recht op een stoel in het midden van de voorste rij af. "Deze hebben we voor jou gereserveerd. Ga vlug zitten dan kan ik de rest van de gasten ontvangen."

Gehoorzaam laat ik me op de stoel zakken. Dezelfde stoelen waar ik elke pauze op doorbreng. En nu dus een persconferentie.

Langzaam stroomt de zaal vol. Enkele tientallen mannen en vrouwen, met camera's en notitieblokken, nemen plaats op de rijen achter me. De voorste rij is volledig gereserveerd. Ik vraag me af voor wie, maar dat wordt duidelijk als er een enorme gestalte naast me plaatsneemt.

"Dus jij bent Alexa?"

Ik kijk in de donkerbruine ogen van Paul Donkers. "Ja, dat klopt."

"Dan ben ik jou geloof ik een bedankje verschuldigd. Ik heb het nog nooit zo fijn gevonden dat een meisje me tegen de grond sloeg."

Mijn handen klemmen zich nog steviger om de stangen van de stoel. Wat is dit voor vieze, rare man? Als mijn moeder dat had gehoord, had ze vast gedreigd om hem bij de politie aan te geven wegens het maken van schunnige opmerkingen (en nee, ik maak geen grapje, dat zou ze echt doen). Misschien had ik die gast met dat pistool beter kunnen laten schieten. Het is niet zo dat iemand me dan iets had kunnen verwijten. Als ik die verdomde hersenafwijking niet had, had ik de schutter tenslotte ook nooit gezien.

Paul schenkt me nog een vies, eng glimlachje voordat hij zich omdraait naar degene die zich aan zijn andere kant heeft gesetteld. Oh, het is Kinderfietsje. Nou ja, dat is vast een veel interessanter gesprekspartner dan een meisje van zestien dat zich afvraagt wat ze hier eigenlijk doet.

Het lijkt een eeuwigheid te duren voordat de directeur zijn plek voor de zaal inneemt. Met een serieus gezicht bekijkt hij de aanwezigen. "Goedenavond dames en heren. Wij zijn hier vanavond bij elkaar om duidelijkheid te verschaffen over enkele zaken rondom een incident dat vanmiddag op het terrein van deze school heeft plaatsgevonden. Hierbij werd er een kogel afgevuurd op NNV-leider Paul Donkers. Ik wil Paul graag naar voren roepen om persoonlijk te vertellen wat er is gebeurd."

De politicus naast me richt zich op uit zijn stoel. Gelukkig maar. Rare vent. Met een zekere tred begeeft hij zich richting de verhoging voorin de aula, ongeveer twee meter van de eerste rij, die gebruikt wordt als een soort podium. Hij ziet er minder nerveus uit dan de directeur, maar hij is dan ook wel gewend om te spreken waar de media bij is.

"Goedenavond allemaal," begint hij. "Het was de bedoeling dat ik hier vanmiddag een college zou komen geven aan een aantal vierdeklassers. Vlak voordat het zou beginnen, liep ik even naar buiten om rustig te kunnen bellen. Middenin het telefoongesprek werd ik ineens op de grond gegooid. Net op tijd, want een kogel ging door de ruit van de aula. Een kogel die voor mij bedoeld was.

De schutter is er meteen vandoor gegaan. Jammer eigenlijk. Als hij gebleven was, had hij namelijk kunnen zien dat ik het hier niet bij laat zitten. Nee, ik ga niet ergens bang in een hoekje zitten omdat er mensen zijn die een aanslag op mijn leven willen plegen. Ik ga door. Want dat is waar het NNV voor staat: doorzettingsvermogen, kracht en eenheid. Niemand krijgt ons kapot, nog met geen honderd kogels."

Geflits klinkt van alle kanten uit de zaal. De foto van de gepassioneerde politicus met zijn wilde armgebaren zal morgen alle kranten sieren. Ik ben blij dat wij thuis geen krant krijgen.

Ik had verwacht dat Paul nu wel klaar zou zijn en de directeur weer het woord zou nemen, maar hij blijft gewoon staan. Nadat zelfs de laatste flits is weggestorven, praat hij verder. "Maar ik kan hier vanavond natuurlijk niet weggaan zonder degene die me gered heeft officieel te bedanken. Alexa de Bruin, zou je even hierheen kunnen komen?"

Elke cel in mijn lichaam verstijft bij het horen van mijn naam. Dit stond niet in mijn script. Ik zou gewoon hier blijven zitten en luisteren, misschien een foto van me laten maken, maar dat was het. Niemand heeft iets gezegd over voor het publiek verschijnen.

Een paar meter verderop kijkt Paul me verwachtingsvol aan. "Alexa?"

"Ja, hier ben ik." Zonder goed en wel te beseffen wat ik doe, duw ik mezelf uit de stoel omhoog en loop op het podium af.

Glimlachend kijkt de politicus me aan. "Fijn dat je erbij bent vanavond. En fijn dat je er vanmorgen was. Zonder jou had ik hier nu niet gestaan. En daarom wil ik je iets geven."

Op zijn teken komt er een vrouw van een jaar of dertig met blond haar in een strak knotje en een mantelpakje aan de aula in gelopen. In haar handen houdt ze een levensgrote check zoals je die op televisie ook altijd ziet. Mijn ogen schieten over de letters. En nog een keer. En nog eens.

"Een studiebeurs ter waarde van tienduizend euro!," verkondigt Paul trots. Hij gebaart zijn assistente dat ze me de cheque moet overhandigen. "Namens mij en namens alle leden van het NNV: bedankt."

Ongemakkelijk neem ik het grote ding in ontvangst. Dit wil ik helemaal niet. Oké, ik geef toe, tienduizend euro voor mijn studie is heel fijn, maar moet dat per sé namens een politieke partij waar ik een hekel aan heb? Ik overweeg net hoe onbeleefd het zou zijn om te weigeren als er vanuit de zaal verzocht wordt of ik even kan poseren voor de foto. In een reflex zet ik mijn meest onschuldige glimlach op. Tot ik besef wat ik ook alweer in mijn handen heb. "Eh trouwens, ik kan dit helemaal niet aannemen. Alsjeblieft." Ik duw het ding in Pauls handen. "Heel aardig, hoor. Maar ik hoef het niet. Ik betaal mijn eigen studie wel."

Vanuit mijn ooghoek zie ik hoe de directeur me een vermanende blik toewerpt, maar het kan me niks schelen. Dit is de waarheid. Van mijn moeder heb ik altijd geleerd om eerlijk te zijn. Voor één keer kan ze trots op me zijn.

"Ik begrijp niet zo goed waar dit vandaan komt," reageert Paul geschokt. "Het zal vast de schrik nog wel-"

"Zal ik eens uitleggen waar dit vandaan komt?" Volgens mij sta ik ondertussen bijna te schreeuwen. "Zonder die partij van u had ik dit geld niet nodig gehad. Dan had mijn moeder gewoon mijn studie kunnen betalen. Maar nee, u en uw zielige volgelingen maken studeren iets voor de rijken. Arme mensen kunnen opflikkeren, ook al hebben ze de hersens voor de moeilijkste opleidingen. Dat is wat ik ervan vind. Ik lig nog liever de rest van mijn leven krom bij een slecht betaald baantje dan dat ik mijn studie laat betalen door een partij die het studeren juist onmogelijk maakt." Dat laatste zou wel een stuk makkelijker zijn. Laatst ben ik nog afgewezen toen ik een sollicitatieformulier naar de supermarkt in onze wijk stuurde. Er is gewoon geen werk voor meisjes zoals ik. Maar dan nog gun ik hem het plezier niet.

In de zaal is inmiddels iedereen stilgevallen. Ze kijken allemaal ademloos naar mij. Allemaal behalve één. Helemaal achterin in het hoekje staat een jongen. Ik kan hem niet goed zien omdat het aan die kant nogal donker is, maar het is duidelijk dat hij staat te lachen. Hij amuseert zich kostelijk zo te zien.

Mijn ogen schieten vuur zijn richting uit. "Is het grappig?"

Alle aanwezigen draaien zich om zodat ze de lacher kunnen zien. Alleen lijken ze het niet te begrijpen. Fronsende gezichten keren zich weer naar het podium. Op de voorhoofden van de meesten staat duidelijk de vraag te lezen of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd ben.

"Goed, Alexa." De directeur betreedt het podium weer en geeft me heel subtiel een duwtje richting mijn stoel. "Ik denk dat het beter is als je even rustig gaat zitten. We zijn allemaal nogal geschrokken van wat er vandaag gebeurd is. Laten we verder gaan met het vragengedeelte."

Ik draai me om. "Prima. Maar doe dat maar zonder mij." Dan been ik de zaal uit.

- - -

A/N Wat vinden jullie er tot nu toe van?

Visioenen van een gavenmeesterUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum