Hoofdstuk 26

921 57 9
                                    

Eva pov

In stilte stap ik bij Frank in bed. Gelijk slaat hij zijn arm om mijn middel. 'Wil je me masseren?' vraag ik. 'Tuurlijk, draai maar op je buik.' Ik trek mijn shirt over mijn hoofd en doe wat hij zegt. Hij masseert zachtjes mijn schouders en rug, waardoor ik wat ontspan. Zijn handen leggen ook een weg af naar mijn billen. 'Frank,' zucht ik. 'Maar ik heb zo'n zin,' fluistert hij in mijn oor. Ik draai me om. 'Oke,' zeg ik toch. Hij heeft het lang zonder me moeten doen, dus voor deze keer stem ik toe. Al snel heeft hij mijn kleren en zijn kleren uitgetrokken en het duurt dan ook niet lang voordat hij helemaal in zijn element zit. Telkens probeer ik weer te genieten, maar het lukt gewoon niet echt. Het doet me te veel denken aan mijn vader. Ik hoor Frank hijgen en kreunen, maar zelf voel ik nauwelijks iets. Behalve dat hij in me komt. Op het moment dat hij een keer wat dieper in me komt, flitst weer Wolfs door m'n hoofd. Het is toch niet normaal dat ik tijdens de seks met Frank aan Wolfs denk? 'Frank, ik wil niet meer,' zeg ik bijna onhoorbaar. Hij hoort het niet en gaat door. Nu is hij zo ruw bezig dat er pijnscheuten door mijn lichaam schieten. 'Frank,' piep ik. Met mijn benen duw ik hem van me af en wurm ik me onder hem vandaan. Snel gris ik mijn onderbroek en hemdje van de grond en doe ik mijn badjas aan om naar beneden te vertrekken. Als ik aan de keukentafel zit verberg ik snikkend mijn gezicht in mijn handen. Die stomme coma ook, nu ben ik veel gevoeliger. Snel droog ik mijn wangen en loop ik naar de koelkast om een flesje water te pakken. Schuifelend loop ik naar de bank en laat me erop neer ploffen. Ik hoor een vlieg om mijn hoofd zoemen. Ik pak een krant van de stapel en sla om me heen, net zolang totdat het stil is. De vlieg is dood. Eigen schuld. Als je om iemands oren heen gaat brommen, vraag je erom.
Ik heb nergens om gevraagd. Mijn leven is zoals het is. Mijn vader vond het nodig om me dagelijks te verkrachten en mijn moeder is weggegaan zonder aan mij of m'n broertje te denken. En dan ook nog die coma en alles rondom mijn werk. Ik zucht. Het is niet dat ik mezelf zielig vind, maar toch heb ik een behoorlijk lastig leven. Met mijn kiezen bijt ik op de binnenkant van mijn wang. Ik moet het beste van mijn leven maken. Ik sta op en loop naar het kastje waar de sleutels van de kamers liggen. De eerste de beste die ik zie pak ik en loop naar boven om de bijbehorende kamer te vinden. Al snel vind ik die aan het eind van de gang en open de deur. Het lijkt sprekend op onze kamer, bijna niet te onderscheiden. Ik loop naar het bed en sla de dekens om me heen. Ik draai me om en nestel me in de lakens. Het duurt dan ook niet lang voordat alles om me heen steeds verder weg gaat.

Gewist - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now