Hoofdstuk 19

904 60 14
                                    

Wolfs pov

Wanneer ik me uitrek, heb ik stiekem nog de hoop dat alles van de vorige dag een droom was, maar als ik Eva niet naast me zie liggen, verdwijnt die hoop in een klap. Ik zal alles onder ogen moeten komen. Vermoeid stap ik uit bed en doe ik mijn dagelijkse routine


Eén week later...

Elke dag ga ik naar mijn werk, behalve 's zondags natuurlijk. Vaak maak ik halve dagen omdat ik ook graag bij Eva wil zijn. Soms had ik zelfs een stapeltje dossiers meegenomen en bij haar gemaakt. Ik vertelde wat ik aan het doen was, dus zo was het toch niet helemaal stil. Recherchewerk mag ik niet alleen doen, dus is saar bureauwek de enige oplossing. Frank is ook elke dag bij Eva geweest, en eigenlijk maak ik er nu niet meer zo;n punt van. Ook als ik geen verhouding met Eva had gehad, zou ik graag bij haar willen zijn, dus ik begrijp hem ook wel. Het gaat trouwens goed met Eva. Ze ligt nog altijd in coma, maar ze reageert goed op prikkels. Ze verwachten dan ook dat ze binnen een week wakker wordt. Voor ons, mij en Frank, is het alleen nog maar afwachten wanneer dat is. Gisteren, en 2 keer eerder, heb ik in het ziekenhuis geslapen, gewoon op zo'n stoeltje in de wachtkamer. Het is niet de beste slaapplaats, maar omdat ik zo snel bij Eva kan zijn heb ik het er graag voor over. Frank is ook een keer blijven slapen, maar hij vond het niet zo'n succes, geloof ik.

Vandaag heeft Frank chinees gehaald om Eva er toch een soort van bij te hebben. En ik moet teogeven, het had wel wat. Nu loop ik met een glaasje whisky door De Ponti. Precies op het moment dat ik wil gaan zitten, gaat de deurbel. Ik loop er naartoe en open de deur voor Fleur die me, zoals altijd, vrolijk begroet. 'Heb je misschien zin om mee naar Eva te gaan? Ik ben er nog maar 1 keer geweest,' zegt ze. Even denk ik na. 'Ja, dat vind ik eigenlijk wel een goed plan.' Ik geef een teken dat Fleur even moet wachten en ik loop naar boven. 'Frank, ik ga met Fleur naar Eva, en ik blijf daar ook slapen.' 'Oh, wacht even. Dan ga ik ook mee,' hoor ik hem aan de andere kant van de deur zeggen. Ik zucht. Had ik nou maar niks verteld. Maar het is nu eenmaal niet anders.


Met z'n drieën lopen we het ziekenhuis binnen. Eerst gaan ik en Fleur bij Eva kijken, daarna is Frank aan de beurt. De tijd is echt om gevlogen en het bezoekuur is bijna voorbij. Ik druk mijn lippen nog voor een oppervlakkige, maar lange kus op die van Eva en sluit dan de deur. 'Pap, ik ga weer. Succes met slapen,' lacht ze terwijl ze me een speelse tik tegen mijn buik geeft. 'Nou, zo kan die wel weer hoor.' Ik druk nog snel een kus op haar wang en zwaai haar uit, waarna ik me op 1 van de stoeltjes in de wachtkamer laat zakken. 'Moet ik voor jou ook een glaasje water halen?' stelt Frank voor. 'Ja, graag.' Eigenlijk is mijn keel best droog, ik heb dan ook een hele tijd niks meer gedronken. Frank loopt we en komt niet veel later terug met twee plastic bekertjes, waarvan hij er één aan mij geeft. Hij gaat zitten op een stoeltje en met zijn rug leunt hij tegen de muur en zijn benen rusten op de soteltjes in het verlende van die rij. Ik sla het bekertje water in één keer achterover. Ik zet het lege bekertje onder de stoel en sluit mijn ogen, in de hoop dat ik kan slapen.


Wonder boven wonder ben ik in slaap gevallen en heb ik best lekker geslapen. Wel moet ik mijn benen even strekken omdat ze in een benarde positie hebben gezeten. 'Ah, meneer! U bent wakker,' komt Bas, de dokter die Eva verzorgt, naar me toe. Ik knik. 'Ik heb goed nieuws voor u. Eva is wakker.' Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Hij gaat verder. 'Maar, er is natuurlijk altijd een maar, ze lijdt aan geheugenverlies. Het is belangrijk dat u niks tegen haar zegt over dat geheugenverlies. Als u dat wel doet kan ze in haar geheugen gaan graven en dat kan blijvende schade opleveren. Als het goed is komen die herinneringen vanzelf terug. Ik weet niet tot wanneer ze zich iets kan herinneren, hooguit een maand, schat ik. Dat kunt u, of haar vriend, beter zeggen.' Haar vriend? Ik ben toch haar vriend? 'Kan ik naar haar toe?' vraag ik. 'Straks, ze is nu met haar vriend.' 'Haar vriend?' vraag ik deze keer wel. 'Ja, Frank, geloof ik.' Langzaam valt alles op zijn plek.

Gewist - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now