Hoofdstuk 37: Nieuwe poging

12 2 0
                                    

Tijdens het praten loopt er een man binnen.
"Wil je het hier doen of wil je naar een privé kamer?" vraagt hij.
"Hier is goed." Antwoord Yinthe.
Ik ga weer terug op mijn eigen bed zitten en kijk wat ze gaan doen. Yinthe duwt de deken van haar af en trekt haar linker broekpijp omhoog. Ik kijk met grote ogen toe.
"Gebeurd toen er een hyena binnen was geglipt. Hij had zo diep gebeten dat het geamputeerd moest worden."
De man doet verband om de stomp heen en pakt van de gang een prothese been.
"Na een half jaar wachten hebben we eindelijk een voor jou." Zegt de man terwijl hij de prothese aan haar been vastzet.
"Er was een lange wachtrij." Glimlacht ze naar mij.
De man tikt op het been en zegt:
"Klaar."
hij steekt zijn hand uit als hulp en Yinthe probeert voorzichtig op te staan. Eerst viel ze bijna om, maar daarna lukte het haar om rechtop te staan.
"Voelt hij fijn? Plekken waar hij irriteert?"
Yinthe wijst naar een plek onderop de koker en zegt:
"Hier voelt het wat losjes."
ze probeert een klein stukje te lopen terwijl ze de rand van het bed vast houdt aan een kant en de man aan de andere kant. Elke keer wanneer ze een stap zet zie je de prothese eerst buigen en wanneer ze haar been optilt springt de onderkant weer terug onder de bovenkant. Dit is de eerste keer dat ik iemand met een prothesebeen zie.
"Hoe komen jullie aan het materiaal voor zo'n been?" vraag ik aan de man.
"Een paar kilometer verderop zit een oude orthopedietechniek centrum. Ze maakte daar protheses en wij maken daar nu soms gebruik van."
Ik realiseer mij nu pas hoe goed ze het wel niet moeten hebben. Ze redden vreemden van de straat, hebben allemaal materialen en ze hebben zelfs een heel ziekenhuis.
Yinthe gaat weer terug op het bed zitten en de man haalt de beenprothese weer los.
"Ik zal hem even bijwerken en dan breng ik hem morgen naar je huis. Sorry dat je zolang hier moest wachten, maar er was een grote groep gewonden binnen gekomen. Alle hulp die we hadden moest helpen."
"Het is oké. Ik heb een nieuw iemand ontmoet, dus het was mijn tijd waard." Zegt ze terwijl ze mij een glimlach geeft.
Ik glimlach terug naar haar. De man loopt weg samen met de prothese.
"Dus... Jij wilde graag kapitein haak zijn met zijn houten been." Grap ik.
Yinthe moet lachen.
"Ja, ik wilde altijd al een houten been."
Zelf gniffel ik ook.
"Wanneer mag je hier weg?" vraagt ze aan mij terwijl ze haar spullen terug in haar tas stopt.
"Ik weet het niet. Ik werd vanochtend wakker hier. Ik weet niet eens hoe ik hier eigenlijk gekomen ben." Leg ik uit.
"Ik moet nu eigenlijk naar huis toe, want mijn ouders wachten op mij. Morgen kom ik wel weer langs."
Een verpleger komt de kamer binnen en helpt Yinthe in haar rolstoel.
"Tot morgen!" roept ze terwijl ze wordt weggeduwd.
"Tot morgen!" roep ik haar nog achterna.

Ik ben blij dat ik haar heb ontmoet. Ze is super aardig en ze is benieuwd naar mijn verhalen. Ik had niet verwacht dat ik nog iemand zou ontmoeten die mij zo kan opfleuren. Ik pak Ave's journal en houdt hem tegen mijn borst aan.
"Misschien komt het toch nog goed." Fluister ik.

Yinthe had een bolletje wol en een haak achtergelaten voor mij, zodat ik wat te doen had. Na een uurtje werd er eten naar mijn kamer toegebracht. Ik kreeg een bord sperziebonen met aardappelen en een glas water. Tijdens het eten kwam Nova ook weer binnenlopen. Eerst kijk ik even op, maar ga daarna weer verder met eten.
"Hoe voel je je?" vraagt Nova die plaats neemt op Yinthes bed.
"Goed."
"Ik zie dat je kamergenoot alweer weg is."
"Jep."
De laatste hap stop ik in mijn mond en ik duw het eettafeltje weer aan de kant.
"Voordat ik begin wil ik even zeggen, al deze vragen moeten gevraagd worden voor procedure. Zo bepalen we een beetje of je een gevaar bent voor ons of dat je misschien onze gemeenschap kunt aanvullen." Verteld Nova.
"Tuurlijk."
"Je bent een stuk opgeknapt sinds vanmorgen." Merkt ze op.
"Ik voel mij ook wel een stuk beter." Informeer ik haar.
Nova kijkt naar de muts op mijn bed die half afgemaakt is.
"Was Yinthe je kamergenoot?" vraagt ze.
Yinthe is dus best bekend met haar haakwerken.
"Ja." Antwoord ik.
"Vandaar dat je zo bent opgefleurd." Verklaart ze.
Yinthes vrolijkheid is ook best aanstekelijk.
"Ik wil wel graag nog weten, wat was er gebeurd?"
Yinthe had gezegd dat het goed was om mijn verhaal te delen. Misschien moet ik dat maar gewoon doen.
"Mijn..."
Ik verzamelde heel even mijn moed en ging verder.
"Mijn beste vriendin is vorige week vermoord."
Zeg ik dit echt? Het voelt nu zo echt. Een brok in mijn keel ontstaan, maar ik praat verder.
"Ik wist niet meer wat ik moest doen. Voor mij was het meer dan alleen een vriendin en de manier hoe ze is vermoord is gewoon, gewoon wreed! Het voelde alsof ik er nooit overheen zou komen. Alles wat ik had bereikt viel uit elkaar."
Mijn zicht begint een beetje wazig te worden en ik probeer mijn tranen in te houden.
"Ach, meid. Gecondoleerd. Maar het klinkt alsof je in verleden tijd praat?"
"Ik heb vandaag weer een beetje hoop terug gekregen." Een kleine glimlach zet ik op mijn gezicht.
"Heb je veel dieren of mutaties gedood?" vraagt ze.
"Alleen als ze bedreigend waren of als ik honger leed."
"En mensen?"
Het blijft even stil, maar ik verbreek de stilte zodra ik zeg:
"Een iemand." Antwoord ik.
"Kun je er wat meer over vertellen?"
"Het meisje waar ik het net over had heet Avelié, maar iedereen noemde haar Ave. Ze was ontvoerd bij wat mensen en we probeerden haar met een groepje te bevrijden. Ik ging voorop toen we naar binnen gingen. We slopen ongemerkt binnen. toen we haar hadden gevonden en weer weg rende moesten we een paar mensen in het been schieten, zodat we ze niet doodden, maar dat ze ons niet konden pakken. Een iemand schoot ik verkeerd en het kwam in zijn hoofd." Ik verlaag mijn hoofd en hoop dat Nova mijn tranen niet ziet.
Ik hoor Nova naast mij zuchtten.
"Ik merk dat je erover in zit. Dat is alleen maar goed. Je hoeft je er niet voor te schamen. Je probeerde een vriendin te redden." Troost ze mij.
Ik wil weer opkijken, maar voor ik het weet geeft Nova mij een knuffel. Het voelde eigenlijk wel fijn. Ik knuffel Nova terug.
Zodra de knuffel weer uit elkaar gaat zegt Nova weer wat.
"Je mag hier in ieder geval voor een proeftijd blijven. In die tijd willen we je nog tussen door een gesprek met je houden, zodat we je wat beter leren kennen. Na de proeftijd wordt je een lid van onze gemeenschap. Je proeftijd begint zodra we een plek voor je hebben gevonden. De meeste plekken zijn vol, dus het kan nog even duren voordat we een plek voor je hebben. Tot die tijd kun je hier blijven."
"Echt?!" roep ik blij.
Nova glimlacht en knikt.
"Mag je hier blijven?" Hoor ik een meisjesstem zeggen.
Yinthe komt blij binnenrijden.
"Wat doe jij hier?" Vraagt Nova. "Jij mocht toch al naar huis?"
"Van mijn ouders mocht ik na het avond eten nog even terug. Ik had ze verteld over Louna." Legt ze uit.
"Haar proeftijd gaat in zodra we een plek voor haar hebben." Verteld Nova.
"Ze mag wel bij mij verblijven." Stelt ze uit het niets voor.
"Yin-"
"Wij hebben een kamer over. Dat mag vast wel van mijn ouders! Ze willen altijd mensen helpen en nu kan dat!" ratelt ze enthousiast.
"Ja we kunnen het overleggen. Wil jij dat ook Louna?"
"Ja! Graag!" zeg ik snel en enthousiast.
"Oké dan kunnen we dat wel overleggen." Zegt Nova.
Yinthe rijdt naar mij toe en geeft mij een knuffel.
"Oeh! Oeh! Ik ga snel naar mijn ouders toe!" zegt ze terwijl ze weer uit de knuffel gaat.
"Ik ga wel mee." Hoor ik Nova zeggen. "Vanavond kom ik terug en laat ik weten wat hun mening was."
Met een glimlach op mijn gezicht knik ik.
Ik hoop zo erg dat ze mij toelaten. Ze kennen mij alleen niet. Hopen dat Nova een goed woordje voor mij neerlegt. Voor mijn idee is het hier veilig. Ik denk dat het wel goed zou zijn voor mij als ik hier kan blijven. Nou maar afwachten tot Nova en Yinthe terugkomen.

Finding others (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu