Hoofdstuk 26: verassing

10 1 0
                                    

De ochtend was aangebroken. Ik rekte snel uit en ging rechtop zitten. Mijn humeur werd al snel super goed toen ik aan gisteravond dacht. Ik stond op en liep uit de aanhangwagen. Seppe en Louna waren al begonnen met ochtend eten. Er stond een extra kommetje op de grond. Ik wees naar het kommetje en vroeg:
"Is die voor mij?"
"Yep." Antwoordde Louna.
Ik pakte mijn kommetje en ging naast Seppe zitten.
"Goedemorgen schat." Zei Seppe. "Wat zit er op je arm?"
Ik keek naar mijn arm. Je kon een klein randje zwart zien onder mijn mouw. Ik trok mijn mouw omhoog en liet Seppe mijn nieuwe tattoo zien.
"Hoe kom je aan een tattoo?" vroeg Seppe op een soort beschermende manier.
"Die heeft Louna gister op mijn arm gezet. Had je hem gister avond niet gezien?"
"Nee, het was te donker." Zei Seppe sip. "Hij is wel heel mooi."
Ik rolde mijn mouw weer naar beneden en ging verder eten.

Zodra iedereen het eten op had pakte we alles in. Iedereen droeg een tas met belangrijke spullen erin. We hadden geen auto meer en we konden ook niks meer aan het zadel van Burito hangen. We vonden Tarami nog te jong om zulke dingen te doen. Vandaar dat we zelf rugtassen om hadden. Het was wat moeilijker, vooral als er een dier langskwam, maar het lukte. We gingen weer op zoek naar ons doel. Een kolonie vinden.

Het is nu een maand later. Ik heb al een tijdje niet meer geschreven, maar dat kwam omdat we veel gemuteerde dieren tegenkwamen en vooral aan het vluchten waren. Er is niet veel gebeurd de afgelopen vier weken. We zijn nog steeds met zijn drieën. Onderweg zijn we soms wat mensen tegengekomen, maar vaak waren ze binnen twee dagen al weer weg. Wel hebben we een kaart gevonden met een paar stippen voor kolonies. Een daarvan is mijn oude, maar er zijn er ook twee die ik niet ken. Een van de stippen lag in Limburg, dus dat is wel een beetje ver. De andere stip lag in Noord-Holland. We zijn nu ongeveer honderd kilometer van ons  doel af. Dat is ongeveer acht uur lopen. Natuurlijk hebben we vast wel wat tegenslag en moeten we nog gaan slapen, maar we verwachten morgen aan te komen.

Het was middag. Ik dacht rond 15.00, want de zon was vel, maar net niet vel genoeg voor het begin van de middag. We waren net van de snelweg afgegaan en via het bos gaan lopen. Onze benen waren moe, maar onze hoop zorgde ervoor dat we door bleven gaan. Ons eten was voor groot en deels op en we hadden vandaag maar een kleine maaltijd op. Een blikje mais hebben we met zijn allen gedeeld. Gelukkig hadden we nog genoeg water om ons nog energie te geven voor het lopen.
Seppe liep voorop met de kaart en Louna en ik liepen daarachteraan. We zaten wat te klieren en te kletsen samen. Seppe die zei steeds dat we zachter moesten doen, maar we negeerde hem een beetje. Seppe deed de laatste dagen wat afstandelijker. Ik dacht dat de meeste koppels na seks enzo juist closer werden. Blijkbaar niet dus.
we vonden een perfect plekje om even rust te nemen. Er was een grote boom met takken van onderin tot bovenin die de boom bedekte. Het eerste waar Louna en ik aan dachten was natuurlijk klimmen. We keken naar elkaar, naar de boom en weer naar elkaar. Het was alsof we gedachtes konden lezen. Ik zette mijn voet op de eerste tak en duwde wat om te kijken of hij stevig genoeg was. Hij brak niet af! Tak voor tak klommen we steeds hoger de boom in.
"Kijken jullie uit! Jullie gaan straks naar beneden donderen. Let maar op!" riep Seppe.
"Gelukkig ben jij onze prins op het witte paard en kun je ons opvangen!" Schreeuwde ik terug.
Louna moest lachen om mijn reactie. We waren ongeveer drie meter de lucht in toen ik mij duizelig begon te voelen. Er kwamen allemaal zwarte puntjes in mijn zicht. Ik pakte de tak naast mij vast alsof ik hem een knuffel gaf en probeerde mijn evenwicht te behouden. Louna merkte het op en kwam op de tak naast mij zitten.
"Kom maar hier zitten dat is veiliger. Ik help wel." Probeerde ze te zeggen.
Ik snapte gelukkig wat ze zei en probeerde op de tak naast haar te komen. Ik ging tussen Louna en de boom inzitten totdat ik mij weer helemaal goed voelde. Mijn zicht werd weer wat duidelijker en ik werd langzaam weer de oude.
"Wat gebeurde er?" vroeg Louna bezorgd.
"Gaat het?" Hoorde ik ook Seppe van beneden roepen.
"Het gaat!" Riep ik naar beneden. "sorry mijn zicht werd even helemaal wazig."
"Ja ik dacht al dat er zoiets was ja. Je werd helemaal wit. Ik dacht even dat je ging flauwvallen." Vertelde Louna met een wat sneller tempo.
"Ja dat dacht ik ook even." Mompelde ik. "Laten we maar naar beneden gaan."
"Goed idee" stemde Louna in.

We klommen weer terug naar beneden. Het ging alweer goed, maar Seppe eiste dat ik ging zitten en rusten. Waarschijnlijk had ik gewoon iets te weinig gegeten.
Louna pakte haar pijl en boog en zei:
"Ik ga even kijken voor wat avond eten."
"Ik ga wel mee. Het is gevaarlijk de laatste dagen." Zei Seppe terwijl hij zijn tas naast mij neer legde. "Ave, let jij even op de spullen?"
Ik knikte ja, maar ik was eigenlijk best teleurgesteld. Ik hoopte dat hij zou zeggen dat hij mij gezelschap zou houden. Nou ja. Soms moet je niet te veel verwachten van iemand.

Het begon al een klein beetje te schemeren toen ik Seppe en Louna terug zag komen. Ze hadden een eekhoorn aan hun tas hangen. Ik had in de tussentijd een kampvuurtje klaargemaakt, wat nu al helemaal goed van pas kwam. Ze namen plaats rond het kampvuur. Louna begon al meteen met het afsnijden van de huid. Louna legde al het huid naast haar op de stam neer.
"Wat ben je van plan met het huid te doen?" vroeg ik.
"Ik ga ze gebruiken als shampoo." Zei ze terwijl ze het oppakte en deed alsof ze zichzelf ermee waste.
"Gatver! Dat verklaard in ieder geval wel je geur." Plaagde ik terug.
Louna gooide het stukje huid naar mij toe, maar ik wist het te ontwijken. We moesten kei hard lachen, maar volgens mij vond Seppe het niet zo grappig. Hij zat licht geïrriteerd stenen op elkaar te beuken.
"is er iets?" Vroeg ik aan hem.
"Nee. Ga maar gewoon verder." Antwoordde hij licht geïrriteerd.
ik besloot er niet op in te gaan.

De volgende ochtend werd ik wakker door mijn maag die heel overstuur was. Ik was kotsmisselijk geworden. Ik ben normaal nooit snel ziek, dus ik vond het apart dat ik nu ineens wel ziek was. Ik voelde dat ik moest overgeven en rende een stukje van ons kamp af. Al het eten van de vorige avond kwam eruit. Ik voelde mij al iets beter, maar had wel extra veel honger. Waarschijnlijk had ik gewoon iets verkeerds gegeten.

Ik liep terug naar ons kamp waar ik Louna rechtop zag zitten. Ze keek omzich heen, maar stopte toen ze mij zag.
"Oh daar ben je!" riep ze. "Waar was je heen?"
"Ik voelde mij niet zo lekker. Ik heb overgegeven, maar nu voel ik mij al eenstuk beter."
Louna keek mij denkend aan.
"Ik denk dat de eekhoorn van gister niet zo goed was." Vertelde ik.
"Nee. Dat kan het niet zijn. Dan zouden we ons allemaal niet lekker voelen."
Ze keek denken naar de grond, maar opeens werden haar ogen groot en keek zenaar mij met een beetje angst en vroeg:
"Wanneer moet je ongesteld worden?"
"Euhm...oh god! Ik ben meer dan een week over tijd."
Louna keek mij aan, dan Seppe en dan weer mij.
"Misschien ben je zwanger."Fluisterde ze.

Finding others (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu