Hoofdstuk 8: 2 vreemden

14 2 1
                                    

Het was net ochtend. Burito zat met zijn plakkerige tong mij wakker te likken.
"Ik weet niet waarom jij mij zo graag mag, maar ik vind het leuk." zei ik hardop tegen Burito.
Ik stond op en pakte mijn spullen weer bij elkaar. Ik checkte mijzelf eventjes snel op beten, maar het leek erop dat ik nergens een beet had. Alle tassen hing ik aan Burito en we liepen samen de grot uit. Aan het natte gras kon je zien dat het had geregend. We liepen het bergje af richting de rivier. Vroeger bij een van mijn eerste lessen over overleving in de bunker Had ik geleerd dat als je de weg niet weet of je bent verdwaald, dan moest je de rivier volgen en met de stroming mee gaan. Dus dat is wat ik deed. Samen met Burito liepen we uren langs de rivier. Natuurlijk was het hier best rustig aangezien we best afgelegen waren. Nou ja, dat leek zo, totdat we een dier zagen. Het had hetzelfde postuur als een hond alleen net iets groter. ook had het een mond alsof het een tijger was. Je kon duidelijk zien dat de hond was aangetast door de straling. Hij stond klaar om ons aan te vallen. Hij begon te grommen en ik pakte snel mijn geweer uit mijn tas. Ik laadde het pistool terwijl de hond op me af begon te rennen. Elke seconde kwam hij dichterbij. Het geweer was geladen en ik richtte op de hond. PAM! Ik schoot de hond neer zonder ook maar enige gedachte eraan te geven. Je hoorde de hond nog even piepen voordat hij volledig dood was. Burito keek mij ongeïnteresseerd aan zoals altijd. Net alsof ik net niet naar een ander dier geschoten had. Hij kreeg nu in ieder geval geen ander beeld van me. Ik liep terug naar de hond en begon hem te bestuderen. Ik pakte mijn moeders notitie boekje erbij om te kijken of er iets over in stond.
"pagina 2... 3... 3... Ahah! pagina 4". De teef.
Gevaarlijk. 50 tot 150 cm. Dat was alle gegeven informatie. De drie zinnen stonden rechts bovenin onder elkaar geschreven, maar er stond geen plaatje ofzo bij, dus besloot ik die er zelf bij te tekenen.

Na een uurtje getekend te hebben besloot ik dat de tekening goed genoeg was en dat ik wou doorgaan. We liepen een stukje door en kwamen aan bij een bos. In dat bos hoorde ik 2 stemmen. Ik hoorde niet wat ze zeiden, maar ik hoorde wel dat het 2 personen waren. Ik bond Burito vast aan een boom, zodat ik de omgeving kon doorzoeken.
"Ik ben zo weer terug. Blijf hier." zei ik terwijl ik de knoop aantrok.
Ik liep weg van Burito en had mijn hand in de buurt van mijn zakmes die aan mijn broek zat. Elke boom probeerde ik te checken terwijl ik richting het geluid liep. Tot het geluid ineens stopte. Ik stopte ook met lopen en keek om mij heen. Ik dacht dat ik iets zag bewegen in de verte toen ik ineens achter op mijn hoofd werd geslagen door iets hards. Mijn zicht begon wazig te worden en ik viel op de grond. Het ging zo snel dat ik niet kon zien wie het deed voordat ik buiten bewustzijn was.

"Maar je kent haar niet we kunnen geen risico's nemen." zei een meisjesstem.
"Nee dat snap ik, maar we kunnen haar ook niet zo achter laten. Wat als ze hoofdletsel heeft en super langzaam en pijnlijk dood gaat. We moeten haar eerst beter maken." Antwoordde een jongensstem.
"Tuurlijk niet ben je dom. Je kunt niet zomaar elke meid die je pijn doet weer beter maken. Het is juist de bedoeling dat ze ons niet ziet en niet achter ons aan kan." Legde het meisje uit.
"Maar toch wil ik haar niet zo achter laten." zei de jongen.
"Oke dan moeten we haar doden!" Stelde het meisje voor.
Ik kwam met een schok overeind zitten en zei:
"Nee dood me niet ik zal jullie achtervolgen.". Het floepte zomaar uit mijn mond.
"Euh *kuch* ik bedoel niet. niet achtervolgen hehe." zei ik met rode wangen terwijl ik mijn nek krabde. "Shit! Sorry." zei ik snel.
Ze keken mij aan en daarna elkaar aan.
"Ik denk dat ze toch wat hoofdletsel heeft inderdaad." zei het meisje fluisterend naar de jongen.
"Je ziet er niet gemeen uit. Ben je gemeen?" zei het meisje.
De jongen gaf een elleboogje in de buik van het meisje
"auw!" zei ze.
"Ik ben niet gemeen. Behalve als je mij een reden geeft om gemeen te zijn." het meisje rolde met haar ogen.
"Oke luister. Ben jij op weg naar een van de kolonies?" vroeg de jongen.
"Nee niet perse. Als ik er een vind ga ik wel even naar binnen, maar ik ben niet op weg naar een bepaalde kolonie. Ik kom net van een van de kolonies." zei ik.
"Wacht! kom jij van een kolonie?" zei het meisje verbaasd.
"Wat doe jij dan hierbuiten." zei ze.
"Hoezo wat doe ik hierbuiten. Waarom zou ik niet buiten zijn?" vroeg ik.
"Daar heb je eten, drinken, veiligheid en zo veel meer. Waarom zou je weg gaan?" vroeg de jongen.
Ik bleef stil een keek naar de grond. Ik stond op en zei
"Oke genoeg gekletst ik moet weer verder."
De jongen en het meisje bleven mij achtervolgen en begonnen meer vragen te stellen.
"Waarom ben je weggegaan?" "Waar ga je heen?" "Ben je met meerdere mensen?" vroegen ze hysterisch.
"Ik ga op zoek naar andere mensen en nee ik ben alleen." antwoordde ik.
"Je zegt dat je op zoek bent naar andere mensen, maar je hebt toch ons zojuist gevonden." zei de jongen.
"Nou ja ik neem liever mensen mee op mijn reis die mij niet net op mijn hoofd hebben geslagen." zei ik.
"Oke sorry we beginnen wel opnieuw. Ik ben Seppe." zei Seppe.
Ik rolde met mijn ogen.
"Oke best. Ik ben Avelié, maar noem mij maar Ave." antwoordde ik.
Seppe stak zijn hand uit en ik schudde hem.
Louna stond met haar armen over elkaar gekruisd terwijl Seppe haar met puppy ogen aankeek. Ze rolde met haar ogen en zei.
"Louna."
"Wat een enthousiasme." zei Seppe.
We liepen met zijn drieën richting Burito.

"Wow! heb jij een vachthoorn getemd?" zei Seppe enthousiast.
Zelfs Louna keek geïnteresseerd.
"Ja hoezo? Is dat zo moeilijk dan?" vroeg ik.
"Normaal gaan ze met niemand mee. Alleen als ze weten dat het de juiste persoon is." zei Seppe.
"Oh cool. Burito begon mij gewoon te likken en sinds dien lopen we samen. Dat was gister trouwens." zei ik.
"coole naam." zei Louna.
Ik glimlachte.
"bedankt." antwoordde ik.
Ik maakte Burito los en we liepen met zijn drieën verder.
"Dus hoelang ben je uit je kolonie." vroeg louna.
"Net een dag." antwoordde ik.
"Het verbaasd me dat je nog leeft dan." zei ze.
Seppe keek louna boos aan.
"Ik ben nog niet veel gevaarlijks tegengekomen en bovendien heb ik deze schatjes." zei ik terwijl ik 2 grote geweren uit mijn tas haalde.
"Seppe Pakte er een uit mijn Hand.
"Woww! maar euh... Hoe werken ze?" vroeg Louna terwijl ze het wapen begon te bestuderen.
"Weet je niet hoe een geweer werkt?" vroeg ik verbaasd.
"Tuurlijk weet ik dat niet Sherlock. Ik ben nog nooit ergens anders geweest dan hierbuiten met iets anders dan een mes of pijl en boog enzo. Ik ben niet zo verwend als jullie." zei Louna.
"Weet ik toch niet. Jeez meid." zei ik.
"Geef dat ding maar aan mij." zei Seppe en hij pakte het geweer van Louna af

PAM! PAM! PAM! PAM! Seppe Liet het geweer een paar keer afgaan en gooide hem op de grond. "Shit man dat ding is luid." zei Seppe.
"Wat the fack heb je gedaan! Elk dier monster wat dan ook binnen een straal van 5 kilometer heeft ons gehoord! nou moeten we verstoppen." riep Louna.
"Sorry, dat ding zat niet op kinderslot" legde Seppe in een haast uit.
Ik pakte mijn geweer van de grond en we renden met zijn allen naar een verstop plek.
"Volg ons." Riep Louna terwijl ze voorop ging rennen.
Natuurlijk volgde ik hun want ja, ik wil niet dood en ik weet niet waar ik anders tegen moest gaan vechten. Het was lastig om hun bij te houden met Burito, maar na een stuk van 50 meter begon Burito eindelijk mee te rennen. We kwamen aan bij een rivier waar de rivier in een afgrond van 3 meter lag. Er lagen wat stenen die we konden gebruiken om eronder te komen. In een deukje van de afgrond zette ik Burito neer. Louna, Seppe en ik rende een stukje de rand ik naar een plek waar een deurtje zat. Seppe hield de deur open voor Louna en mij en kwam er daarna zelf achter aan. Hij sloot de deur achter zich dicht en we waren aangekomen in een soort mini huisje.

Finding others (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu