Hoofdstuk 27: Een belangrijke test.

7 1 0
                                    

Ik hoorde Seppe omdraaien in zijn slaapzak.
"Laten we hier later verder over praten. Ik wil niet dat Seppe dit hoort oké?" fluisterde ik wat gestrest.
"Ja is goed." Fluisterde ze terug.
Seppe kwam langzaam overeind.
"Goedemorgen slaapkopje." Zei ik.
Ik liep naar hem toe, gaf hem een kus op zijn wang en liep weer verder. Ik ging naar Louna's pijl en boog die naast mijn rugtas lag toe. De pijl en boog haalde ik van mijn tas af en zei:
"Ik ga even kijken voor wat eten."
"Ik kom wel mee." Zei Louna snel.
Ze rende naar haar messen en liep achter mij aan.
"Komen jullie wel snel weer terug, dan kunnen we naar de kolonie." Riep Seppe nog snel achter ons aan.
"Ja komt goed!" riep Louna terug.
Louna en ik liepen wat verder het bos in. We zochten een goede plek uit om ons te verstoppen. We namen plaats in een klein bosje naast een boom. Het was naast een klein meertje, dus er was een grootte kans voor ons om dieren te spotten. Geen van ons zei wat tegen elkaar. Voor het eerst in een lange tijd was het ongemakkelijk stil tussen ons. Louna besloot de stilte te verbreken en vroeg:
"Hebben jullie het niet veilig gedaan?"
Ik keek Louna fronsend aan.
"Waar denk jij dat ik condooms vandaan haal?" vroeg ik.
"Weet ik niet, maar je kunt het niet zomaar doen zonder bescherming."
"Nee dat snap ik zelf ook wel, maar op dat moment ging het gewoon automatisch. Ik had er niet eens over nagedacht." Legde ik uit.
"Nou ja. We kijken straks onderweg wel of we nog langs een apotheek ofzo komen." Stelde Louna voor.
Net voordat ik kon antwoorden voelde we de vloer licht trillen. Louna stak haar vinger op als teken dat ze probeerde te luisteren en ik dus stil moest zijn. De trillingen van de vloer begonnen nu ook geluiden te maken. Je hoorde wat gebonk alsof er een paard aan kwam rennen. Louna vloog overeind en fluisterde:
"Ren."
Ik vloog overeind, legde mijn boog op mijn rug en begon achter Louna aan te rennen. We kwamen aan bij Seppe en seinde meteen naar hem dat hij zijn spullen moest pakken en moest gaan rennen. Iedereen pakte zijn eigen tas en rende verder.
"Hier naar rechts daar is de snelweg." Riep Louna tussen het rennen door.
Seppe en ik volgde Louna naar de snelweg toe. Er waren van die ijzeren palen die als een brug over de snelweg heen stonden. Er waren van die borden aan opgehangen over welke stad je inging als je die weg volgde.
"Daar bovenop!" riep ik.
Louna rende vooruit en stond klaar om iedereen een zetje te geven. Eerst ging Seppe naar boven, daarna ik en daarna trokken Seppe en ik Louna omhoog aan haar armen. We zaten bovenop het matrixbord. De kudde bergduivels rende onder ons langs. Gelukkig zijn ze blind, dus zagen ze ons niet. Vroeger waren bergduivels kleine onschuldige dieren, maar tegenwoordig zijn het net een groep rotsen die je komen pletten. Ze zijn ongeveer anderhalve meter groot, maar ze zijn niet normaal zwaar. Gelukkig kunnen ze niet zien en zijn we dus op een wat hogere plek veilig.

Nadat de horde niet meer in beeld was, vonden we het veilig genoeg om verder te gaan. Op de matrixborden stond dat er bij de eerstvolgende afslag er een stad was. Aan de zijkant van de snelweg was een heuvel waar we over een paadje heen konden lopen. Net voor de afslag was een grote bioscoop die half in de heuvel was gebouwd. Aan de kant van de snelweg kon je de plaatjes zien van de films die draaiden. Helaas waren de doeken van de films kapot en vervaagd, dus we konden niet zien wat erop stond.
We liepen over de heuvel heen zodat we aan de voorkant van de bioscoop uitkwamen. Aan de overkant van de weg was een klein winkelstraatje.
Seppe ging bij de eerste winkel naar binnen wat een supermarkt was. Louna en ik gingen nog even verder kijken.
"Volgens mij ben ik hier eerder geweest." Zei Louna.
"Oh ja? Weet je of ze een apotheek hebben? Iets anders met zo'n 'test' is ook goed." Vroeg ik.
"Als het goed is..." Louna stopte met praten en rende de hoek om.
Ik rende achter haar aan.
"Ik wist het. Hier is het" zei Louna trots.
Het glas van de deuren was al gebroken. Aan de ene kant was dat een goed teken aangezien we dus makkelijk naar binnen konden, maar aan de andere kant betekende dit dat er waarschijnlijk al veel gekaapt is.
Louna ging voorop naar binnen. Binnen was het donker en begroeid. Het was te klein om echt gevaarlijke dieren in te hebben. Toch hield ik mijn pistool in mijn hand. Je weet maar nooit hoe giftig kleine beestjes kunnen zijn. Achter de balie zag ik nog een paar doosjes met medicijnen enzo staan. Ik klom over de balie heen en begon alle doosjes te bekijken. De meeste belangrijke medicijnen waren al meegenomen, maar alles waarvan we dachten dat het bruikbaar was namen we mee.
"Hier!" hoorde ik Louna roepen vanaf de andere kant.
Ik maakte mijn weg naar Louna toe om het doosje aan te pakken. Ze had twee zwangerschapstesten in haar hand.
"Doe het achter in een van de kantoortjes. Als Seppe komt leid ik hem wel af.
"Oké dankje." Bedankte ik haar. "Hoe moet het?"
"Lees de instructie maar." Antwoordde ze.
Met mijn zwangerschapstesten liep ik naar een van de kantoortjes die achter waren. Ik klopte op de deur voordat ik naar binnen ging, zodat niks mij kon laten schrikken. Na wat stilte besloot ik dat het veilig was en ging ik naar binnen. Ik voelde mijn hart in mijn maag kloppen. Ik opende het doosje en las de instructies. Ik volgde alle instructies op en legde de zwangerschapstest op een van de bureaus in het kantoor. De spanning werd steeds groter en er kwamen allemaal gedachtes door mij heen.
'Je bent veel te jong om zwanger te zijn.'
'Seppe deed zo afstandelijk de laatste tijd. Wil je wel een kind met hem?'
'Wil je überhaupt wel een kind?'
'Hoe zou ik in vredesnaam een kind moeten opvoeden?'
'Je stelt je aan. Je bent sowieso niet zwanger.'
Ik werd overspoeld met gedachtes. Ik had geen flauw idee of ik het wel wil.
Louna kwam de hoek om lopen.
"Weet je het al?" vroeg ze.
"Nee. Ik hoor nu te gaan kijken." Antwoordde ik. "Kun jij niet voor mij kijken? Ik durf het echt niet."
"Tuurlijk." Zei Louna terwijl ze de test oppakte.
Terwijl Louna aan het kijken was begon ik van de stress te ijsberen. Het voelde alsof ze jaren naar dat ding aan het kijken was.
"Weet je het al?" vroeg ik.
Louna draaide haar hoofd. Ze zag er bezorgd uit. Ik kon aan haar blik zien wat het antwoord was. Ademen voelde ineens als een hele zware taak. Mijn lichaam begon te trillen en mijn ademhaling versnelde. Ik voelde de tranen in mijn ogen komen. Louna schoot te hulp en gaf mij een knuffel.
"Het komt goed. We gaan het allemaal goed uitzoeken oké. Je staat er niet alleen voor." Probeerde ze mij gerust te stellen.
De knuffel ging weer uit elkaar. En ik vroeg of ik de test mocht zien. Louna overhandigde en ik keek naar de uitslag. Het plusje op de test maakte het realiteit. Ik was zwanger.

Finding others (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu