94. Dag na dag

Depuis le début
                                    

We sloegen een opslagruimte in, toen er twee bewakers de hoek omsloegen. Ryder drukte mij tegen de kast en gaf mij een blik, die zei: 'Verroer je niet.'

​Na een paar minuten waren ze ver genoeg om uit de opslagruimte tevoorschijn te komen. We vervolgden onze weg, naar wat Ryder uitlegde als een "geheime uitgang".

'Op welke manier zou mij opsluiten het beste zijn? Is een schild niet genoeg opsluiting?', ging ik koppig verder.

Ik had twee weken met vragen gezeten. Zonder echt contact met vrienden, behalve dat ik ze af en toe zag bij mijn dagelijkse wandeling, onder begeleiding, waarbij ik ze alleen maar kon zien, een zwaai kon geven, of een knik kon geven.

Elke keer stond Prudence klaar, precies om zeven uur, en elke keer zag ik een traan opwellen in haar ogen. Het gemis stroomde van haar af, net als bij mij. ​

Ik miste onze late-avond gesprekken. Ons gelach als één van ons 's nachts wakker werd en een gekke droom uitlegde. Onze badkamer routine, waarbij de één zingend ging douchen en de ander dansend zijn tanden ging poetsen.

Het samen studeren op elkaars bed. Het roddelen over irritante Emonen of arrogante Emory's.

Ik miste hoe haar energie zich zo perfect aansloeg bij de mijne. Hoe zij mijn woede kalmeerde en ik haar enthousiasme gaf en leerde om meer te durven, zoals ik had gedaan door Scarlett.

'Opletten, Adelyn. Je moet hierdoorheen kruipen', sprak Ryder me toe.

We waren in het uiterste hoekje van het gebouw geland, waar geen mens te bekennen was. Voor ons hing een hoog, grijze luik. Ryder was lang genoeg om de schroefjes los te draaien en het luik op de grond te laten kletteren.

'Daar kom ik niet bij', mopperde ik, jaloers op zijn lange benen.

Hij rolde zijn ogen, niet van woede, maar amusement, gokte ik. Voor ik het doorhad, boog hij zich naar voren, greep hij mijn benen vast en tilde hij me op.

Het luik kwam tot ooghoogte en ik greep de binnenkant vast om mezelf op te hijsen. Dit was een oppeppertje voor mijn conditie.

'Lukt het?', riep Ryder ongeduldig, terwijl ik nog met twee benen uit het luik bungelde.

Ik kroop op handen en knieën door de smalle, stikhete schacht en mopperde: 'Ja hoor.'

Toen ik mij er helemaal ingewurmd had, hees Ryder zich soepel in het luik. Alsof, je zou het maar raden, hij dit vaker deed.

'Links, links, rechts, dan een kleine sprong en we zijn eruit', legde hij me uit. Genoteerd.

Klauterend schaafde ik mijn nog onbeschadigde knieën over de ijzeren platen, die zo luid weergalmden, dat iedereen het zou kunnen horen. Al snel zette zweetdruppels zich op mijn voorhoofd, net toen het licht van buiten zich opdoemde. Ik ving stemmen op, ver en dof.

De geur van het bos was sterk en fris, zeker nu de zomer was aangebroken.

'Gewoon rammen', zei Ryder, net voordat ik mijn vuist tegen het luik knalde en hij met een zachte plof in een container terecht kwam, die na een paar zakken met vuile was, leeg was.

Verafschuwd van de versterkte stank, kneep ik mijn neus dicht en liet ik mij genadig naar beneden vallen. Mijn schouder schampte de zijkant van de container en een kleine pijnscheut schoot door me heen.

Snel schoof ik opzij om Ryder de ruimte te geven. Hij sprong charmanter dan mij en maakte halverwege een draai, waardoor hij niet zoals mij, klungelig op de kop terecht kwam, maar rechtop.

Hij keek over de rand heen, waarna hij uit de container sprong en een hand naar me uitstak.

Ik weigerde die, ergens nog steeds boos om zijn negerende gedrag die ertoe had geleid dat ik vastzat, en klom er zelfstandig uit met een sprong aan het einde.

'Hier is een andere uitgang in het schild, die niemand behalve de Elite weet, en eigenlijk ook niet gebruikt mag worden. Ik heb een vriend een gunst in laten lossen en gevraagd de meldingen te hacken, zodat ze niet zien dat we het schild uit gaan. We hebben niet alle tijd, dus we moeten nu gaan', legde hij me uit.

Ik knikte, nog steeds onwetend over wat we gingen doen.

Na een korte sprint bereikten we een plek, bedekt met schaduwen en afgesloten door een gammel hek. Hij toetste wat in op het schild, die geactiveerd werd, en een doorgang verscheen.

Het bos was donkerder en dichter bebost aan deze kant van het terrein. ​

'Wel heel leuk dat ik nu uit die cel ben, maar wat doen we hier? En krijgen we niet enorm veel gezeik met Elysian?', vroeg ik.

UltravioletOù les histoires vivent. Découvrez maintenant