'We moeten een slaapplek zoeken,' zei Alex, die de schemerende lucht in de gaten begon te krijgen. Leora was het met hem eens. Om de nachten onbeveiligd door te brengen, was in deze omstandigheden niet bepaald ideaal.

Ze zouden zich toch enigszins moeten beveiligen. Aan de andere kant: alle gebouwen stonden op instorten, was het wel zo verstandig om er dan midden in te zitten? Ze zouden altijd nog in één van de onbeschadigde auto's kunnen slapen.

'Ja,' stemde Leora met hem in, 'maar zullen we alleen nog bij het station kijken? We zijn er bijna en misschien is er in de kiosk nog wat eten te vinden.'

Het zou niet veel zijn, waarschijnlijk. Ook totaal niet voedend, vermoedelijk, maar het was het proberen waard. Beter iets, dan helemaal niets.

'Goed plan.' Alex toonde haar een typische Alexglimlach die ze in de afgelopen paar uren al meerdere keren had gezien.

Het voelde alsof ze deze hele ramp met hem had doorgebracht, maar in werkelijkheid waren ze nog geen dag bij elkaar. Althans, als haar tijdsbesef enigszins klopte.

Het station zag er nog erger uit dan verwacht. Treinen waren ontspoord en ingereden op gebouwen. Sommige sporen zelf staken gevaarlijk omhoog, alsof het iemand had willen neersteken.

De overdekte loopruimte, waar mensen van spoor naar spoor konden lopen, was als een zoutzak in elkaar gestort. Een rilling trok over Leora's rug. Ze ademde diep in en wilde niet nog eens wachten tot Alex haar zou moeten aansporen om verder te gaan.

Op zulk soort momenten voelde ze zich meer een blok aan zijn been, dan dat ze iets aan elkaar hadden. Ze liepen tussen de treinen door, om aan de andere kant van het station te komen. Daar waren alle to go's te vinden.

Het was een enorme zigzaggende route en Leora vroeg zich af of ze niet beter een andere route hadden kunnen nemen.

En toen hoorde ze het: een zachte stem die vroeg om hulp.

Alex

Het was al een hele opgave zijn oren af te sluiten voor alle omgevingsgeluiden, maar deze ramde er gewoon keihard in.

Nog een keer was er die stem, die zo zachtjes was dat niemand het gehoord zou hebben als het niet zo griezelig stil was op het station.

Eigenlijk had dit helemaal niks met de Messias uithangen te maken, of de betekenis van zijn naam. Hij werd er gewoon gek van dat de wereld in elkaar was gestort en hij er niets aan kon doen.

Hij wild iedereen helpen, maar hij wist niet hoe.

Wat hij dus dacht, kwam neer op het feit dat hij diegene moest helpen, door in elk geval naar hem of haar toe te gaan. Maar omdat de persoon in kwestie niet meer om hulp vroeg, wist hij niet waar hij of zij lag.

'Waar ben je?' vroeg hij en hij draaide rond zijn as.

'Hier,' zei een zwakke stem, gevolgd door een pijngeluid.

Leora had het meisje als eerste door. Ze ging erop af en knielde bij haar neer.

Het was een meisje van rond de 15 jaar oud. Als ze niet zo onder het puin en roet had gezeten, zou ze best knap zijn geweest. Ze droeg een zwarte jumpsuit die was gescheurd bij haar bovenbenen en slap naar beneden bungelde.

Ze had korte, hazelnootkleurige haren en donkere ogen die bijna helemaal verborgen waren door haar halfdichte oogleden. Ze had volle wenkbrauwen en gesprongen lippen van de dorst. Haar huid was verder heel bleek.

Ook Alex knielde bij haar neer, en samen met Leora begon hij het puin dat op haar lag weg te graven.

Hij hoorde het kraken, dat wat er over was van het dak, en wat nog geheel op de rechterhelft van haar lichaam lag. Een wond op haar linkerbovenbeen gaapte Alex aan.

Apocalypse: Het Einde Van De WereldWhere stories live. Discover now