[H30: Communicatie]

7 0 0
                                    

Het duurt niet lang of ik hoor tweemaal een bons op de deur van Bloemen.

'Wie durft mij te storen?' buldert er door de deur heen en ik laat mijn wenkbrauwen rijzen.

'Neem ons niet kwalijk, Generaal, we zijn Luitenant Raaf en Luitenant Smidt. Onze excuses, maar het is belangrijk.'

Er staat ergens een donderwolk op uitbarsten, maar het blijft even stil. 'Jullie hebben een minuut.'

Een deur piept. Het gekraak wordt even zo erg, dat ik mijn oortje af moet doen. 'Officier Raaf en ik hebben vroeger veel contact gehad met Noorman en diens bataljon' begint Alex met zijn enigszins hese stem. 'Raaf en ik denken dat we daar gebruik van kunnen maken. Misschien kan een aantal ons voordoen als overlopers...'

'Ho!' zegt Bloemen geïrriteerd. 'Is dit waar jullie mij voor hebben gestoord? Een plannetje van twee luitenants die te veel films hebben gekeken?'

Ik slik, maar moet ergens ook bijna lachen. Bijna.

'Alstublieft, ik zal u laten zien dat het de moeite waard is' zegt Alex dan. Ik kan maar net horen dat hij toneelspeelt. Hopelijk Bloemen niet.

'Jullie hebben nog een halve minuut.' Ik voel de temperatuur bijna dalen bij de strakke laagte van zijn stem.

'Noorman en Wagenmaker zullen intel willen over wat er hier gebeurt nu Pieterszoon niks meer van zich laat horen. Stel dat wij doen alsof we ondergronds gegaan zijn tijdens de aanval.'

Er valt een korte stilte in de vergaderzaal van de Troon. Sander neemt het snel over.

'Officier Houten zou dan kunnen werken als katalysator voor de geloofwaardigheid, zodat we op het juiste moment het wapendepot kunnen laten bombarderen. Richard Visser, of een comspeccer van hier, kan alles aftappen zonder dat ze het weten. Een feit blijft dat hun communicatie platligt. Noorman en de rest zullen het wel aan moeten nemen.' 

Ik ken hem niet goed, maar zijn enthousiasme klinkt oprecht. Het valt alleen in de bodemloze stilte van Bloemen. Sander hoest twee keer ongemakkelijk onder de stilte. Het verbaast me als Bloemen niet degene is die de stilte doorbreekt.

'En wullie wenken dwat Nwoorman dwaar intwapt?' klinkt de vervormde - gekneusde of geknevelde - stem van Pieterszoon. 'Zwijn dwit je bweste luitenants, Twuintje?'

Bloemen zucht zacht en er klinkt een ferme klap van vuist tegen hoofd. Ik betwijfel dat hij dat zelf doet, overigens. 'Fouilleer ze' zegt hij dan tegen het spook van een Majoor Feenstra waar Sander me over verteld heeft.

Zonder protest klappen er wat handen tegen stof, tevergeefs. Het beledigt me voor een seconde.

'Waar is je telefoon, Smidt?' vraagt een relatief hoge stem - van Feenstra? Nog wat klopjes op iemands uniform, waarop diegene ongemakkelijk zijn keel schraapt bij een valse herinnering. 'De noordoost viel in elkaar en hij viel uit mijn handen. Ik...Ik zat op mijn telefoon onder diensttijd. Excuses' voegt hij er zachter aan toe, alsof dat nog uitmaakt nu er totale anarchie dreigt te heersen. Ik stel me voor hoe Bloemen zijn vingers naar zijn voorhoofd brengt en de rimpels in zijn gezicht masseert.

'Het spijt ons vanuit de kern van ons hart dat we uw tijd en energie hebben verspild, Generaal-Majoor' zegt Sander dan met een treurig duidelijke articulatie. 'Hebben we uw permissie...?' Iets kapt zijn zin af en ze sluiten geruisloos de deur weer achter zich. Klik. Ze laten Pieterszoon vastgebonden achter, misschien zit hij wel in een van de rijkversierde, eikenhouten stoelen die de kamer rijk zijn.

'Generaal-Majoor, als ik zo vrij mag zijn?'

'Heb jij ook een briljant plan, Feenstra?!'

'...' aarzelt Feenstra. 'Hij benoemde wel een heikel punt waar we gebruik van kunnen maken. Het wapendepot lijkt hun basis te zijn en is hoogstwaarschijnlijk waar Nina nu is...'

De Mythe van de SchemeringWhere stories live. Discover now