[H24: Hergroepering]

7 0 0
                                    

Ik slaap die nacht slecht. Visioenen uit geheime operaties, bruiloften en begrafenissen. Alles gaat mis. Er is te vroeg geschreeuw in de avond, te laat gefluister in de ochtend. Mijn dromen eindigen allemaal hetzelfde: Victor schiet me door mijn hoofd. 

Mijn ogen sperren zich open na de zoveelste nachtmerrie. Ik merk dat ik vergeten ben mijn wekker te zetten. Het is 05:28. De vergadering van 0700 uur is nog ver weg, maar slapen heeft evengoed geen zin meer, dus ik stap mijn bed uit en strijk in enkele bewegingen mijn beddengoed strak.

In de kantine is nog bijna niemand, maar de kok laat me toch zuchtend binnen. Ik frons geamuseerd, maar zwijg en pak de eerste dingen die al gemaakt zijn: koffie en havermoutpap. In mijn ooghoek had ik al iemand gespot die blijkbaar ook geen zin meer had om nog te blijven liggen. Ik zet mijn dienblad neer en vraag: 'Hoe is de pap?'

Even kijkt hij op alsof hij geen idee heeft wat "pap" nu weer moge zijn, maar dan komen zijn ogen onder zijn wallen vandaan en weet hij er een dun lachje uit te persen. 'Overste Noorman. De pap is prima. Die verdwaalde bosbessen zijn eigenlijk best lekker.'

Ik proef ze ook nadenkend en moet toegeven dat hij gelijk heeft. Zijn vragende blik ontgaat mij niet. Ik ga rechterop zitten in een halve poging mijn vermoeidheid te verbergen. 'Goed geslapen, Aron?' plaag ik. Hij zucht en neemt nog een slok koffie. 'Ik wilde het net aan u vragen. Er is een sergeant verkouden en die heeft de hele boel bij elkaar gehoest vannacht. Ik deed geen oog dicht.'

Ik glimlach meelevend. 'In ieder geval lig je niet meer vanuit jezelf wakker.'

Aron krijgt een kleur. Het is een rode vlag die mij pijnlijk wijst op mijn mistige brein die mijn kennis over medische dossiers niet meer kan scheiden van mijn kennis die te gebruiken is bij reguliere conversaties. 'Daar ben ik blij om' zeg ik toch. 'Ik maakte me nog steeds een beetje zorgen.'

Ik neem nog een hap om me te verbergen. Hij knikt afwezig, maar de stilte is een drukkende aanwezigheid voor de rest van ons ontbijt.

Als ik aan het eind ervan nog steeds geen excuses heb aan kunnen bieden aan Aron, is het al te laat. Het is bijna zeven uur en ik haast me naar het kantoor van Wagenmaker. Graaf zit daar niet minder slaperig dan Aron of mij met al zijn vingers op de tafel te wiebelen. Hoe lang heeft hij achter een computer gezeten?

'Het hele systeem ligt plat' zegt hij zonder inleiding. 

'Het hele systeem ligt plat?' vraagt Lilian, die ook de ruimte binnenstormt.

Gerritsen en ik ga langzaam zitten tegenover Pieter, terwijl ook mijn frons steeds dieper wordt. Hij zwijgt. Ik buig naar voren. 'Pieter?' 

Hij slaakt alleen een zucht en haalt een hand door zijn haren, die te lang zijn. Gerritsen slaat met een vlakke hand op de tafel. 'Pieter, focus!'

Hij schrikt op. 'We waren bezig met het oplossen van een netwerkprobleem, maar dat bleek dus een worm te zijn, een logic bomb...'

'Graaf' zeg ook ik met mijn vingers op mijn slapen. 

Hij knikt en herpakt zich. 'Sorry. Iemand heeft ingebroken en ongezien een virtuele "achterdeur" gemaakt, waardoor bestanden konden worden ingezien door de vijand.'

Mijn ogen sluiten. Mijn best ingehouden zucht tot nu toe drukt tegen mijn borstkas en ik laat hem langzaam los. 'Hoe?'

Graafs bruine haar lijkt vrij verwaaid voor iemand die achter een computer zit en ik denk even dat ik vierkantjes op zijn wang ontdek, maar dat kan ook mijn verbeelding zijn. Hij schudt zijn hoofd. 'John. Ik herken zijn werk uit duizenden.'

Dat maakt me in een klap wakker. 'Mijn God...' vloek ik fluisterend. 'Ik heb hem al zo lang niet meer op mijn radar dat ik aannam dat hij het land uit was gevlucht.'

De Mythe van de SchemeringWhere stories live. Discover now